1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

10 natuurlijk op ieder ander gebied van wetenschap^ heeft men allerlei dingen, waarover het ,,unanstandig" is te praten, men zou e3n ,,enfant terrible" wezen; men neemt allerlei stellingen aan, omdat een discussie daarvan voorloopig volkomen onvruchtbaar zou zijn. Hertz teekent in zijn inleiding op zijn ,,die Prinzipisn de' Mechanik" ^] zoo geestig, hoe Newton massa ,,etwas gewaltthatirt definiert als Produkt aus Volumen und Dichtigkeit" en hoe hij zich dan haast, om verder te komen en vooral niet te blijven steker in de eerste moeilijkheden. Nu is dat natuurlijk gerechtvaardigd en tijdelijk absoluut noodzakelijk, om verder te kom^n. Madi daarbij kan het toch niet blijven. Een plant groeit niet alleen boven, maar ook onder de aarde. We moeten niet allejn trachten verder te komen, maar ons ook, al is het slechts af en toe, rekenschap geven van de beginselen onzer studie en zoo langzamerhand tijdens de studie begint dan ons daarvan ook iets meer bewust te worden. Wij öaan zien, dat in zekeren tijd bepaalde vragen in het centrum der belangstelling staan en andere, op zich zelf niet minder gerechtvaardigde, meer op dan achtsigrond blijven. Wij beginnen te voelen, dat de ontwikkeling der natuurkunde in een bepaald tijdperk niet los staat van de ontwikkeling van andere wetenschappen, niet buiten verband staat met allerlei geestelijke stroomingen, hoe moeilijk het ook zijn moge, om dat verband eenigszins duidelijk te zien en hoeveel gevaar hier ook bestaan moge voor voorbarig willen grijpen en oppervlakkig samenhang zoeken. Wij beginnen er iets van te zien, hoe de geestesstructuur van ons geslacht haren invloed heeft en b v hoe de Grieken, zooals iemand ^] eens wel is waar met overdrijving maar juist daardoor te duidelijker, heeft getypeerd, onze natuurkundige en vooral onze natuurkundig-technische ontwikkeling niet gekend hebben, niet, omdat ze er niet knap genoeg voor warsn, maar omdat ze niet wilden. Het begint ons al duidelijker te worden, dat de natuurkunde een, wel is waar zeer uitgebreid, maar dan toch eindig gebied van weten is, waarvan we een gedeelte ons hebben eigen te maken ^) Hertz. Oesammclte Werke, IH, p. 8, Leipzig 1894. ^) Ik herinner me Prof. Buijtendijk dit eens te hebben hooren aanhalen op een cursus-av-ond voor S. S. R.

i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen