1927 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 90

78 seerd, vooral door Hooke, een persoon van invloed in de Royal Society, die zelf ook veel over optica had gewerkt en het licht aan aethertrillingen toeschreef, zonder daarmee echter een juiste ve/klaring^ der verschijnselen te kunnen geven. Vooral over de critiek van Hooke was Newton ontstemd en in de gedachtenwisseling daarover is hij dikwijls scherp. Ofschoon Newton de voldoening heeft, zijn tegenstanders te overwinnen, zijn deze conflicten hem toch buitengewoon onaangenaam, Aan den secretaris der Royal Society schrijft hij zelfs in dezen tijd: .,1 intend to be no farther solicitous about matters of philosophy; and therefore I hope you will not take it ill if you never find me doing anything more in that kind; or rather that you will favour me in my determination, by preventing, so far as you can conveniently any objections or other philosophical letters that may concern me". En in een brief aan Leibnitz, enkele jaren later, merkt hij op: „I was so persecuted with discussions arising out of my theory of light, that I blamed my own imprudence for parting with so substantial a blessing as my quiet to run after a schadow" ^), Zijn afkeer van dergelijke dingen schijnt zelfs zoo ver gegaan te zijn d^t hij er ernstig ov3r dacht recht3n te gaan studeeren. Dit laatste kwam waarschijnlijk ook voort uit de benepen financieele omstandigheden waarin hij dreigde te geraken door het eindigen van zijn Fellowship, want de leerstoel te Cambridge leverde slechts een zeer beperkt inkomen. Door een speciaal besluit der regeering werd er evenwel voor gezorgd dat beide gecombineerd konden worden en zoo kon Newton dan althans in z'n onderhoud blijven voorzien. Van zijn voornemen om niets meer te publiceeren komt Newton gelukkig terug en in 1675 verschijnt er opnieuw een uitgebreide verhandeling van hem over het licht, die helaas weer tot een onverkwikkelijken strijd met Hooke leidt ^), Nadat hij dan weer een tijdlang heeft gezwegen, verschijnen tien jaar later, zijn ^) Zie: D. Brewster, Memoirs of the life, writings and discoveries of Sir Isaac Newton. Edinburg, 1855; I. p. 95. ^) Newton heeft later zijn werk over optica verzameld in zijn: Optics or a Treatise of the reflections, refractions, inflections and colours of light. London, 1704,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen