GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78

Bekijk het origineel

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

%

maanden later, van dalzelfde slerrenveld weer cene opname. Op deze tweede plaat zou dan natuurlijk geen zon voorkomen, daar deze zich dan in een ander deel van den hemel bevindt. Wanneer wij dan deze beide platan op elkaar zouden leggen, moesten volgens Einstein alle sterren van de eerste plaat in de richting van de stralen der zon naar buiten zijn verschoven en wel des te meer, naarmate ze dichter bij de zon stonden. Maar zoo eenvoudig is de zaak nu eenmaal niet en het was noodig allerlei middelen te bedenken, dat ons in staat zouden stellen om de fouten in de plaat en het toestel te kunnen onschadelijk maken. Zonder diep op de zaak in te gaan, wordt alleen hier medegedeeld, dat op de platen met een daarvoor bestemd hulptoestel, een net van 45 mazen, in lengte en breedte, waarvan de maaswijdte nauwkeurig bekend was, gefotografeerd werd. Bovendien bevonden zich op dat net nog kunstmatige sterrenparen met bskende afstanden. Ten slotte werd ook nog des avonds te voren, op de eclipsplaten een goed doormeten deel van den hemel, in dit geval, een deel uit den Orion gefotografeerd. Het tweede hoofdtoestel was een zoogenaamde „/\strograaf" die parallactisch, d.i. met één draaiïngsas, in de richting van den hemelas was opgesteld en met behulp van een uurwerk de beweging van de sterren kon volgen. Dit beleekent dat wanneer men eenmaal een bepaalde ster in het gezichtsveld van dezen kijker had, ook bij voortduring deze op dezelfde plaats in het veld bleef staan, indien men het uurwerk aan den gang zette. Het objectief van dezen kijker, een zoogenaamd U. V. triplet van Zeiss, dat voor fotografisch werk bestemd was, had een brandpunt van 3.43 M.; een eigenaardige maat zal men zeggen. Deze maat houdt hiermede verband, dat bij een dergelijke brandpuntsafstand één boogminuut aan den hemel, overeenkomt met één m.M. op de plaat. Met dit toestel kan men dus een foto van zon of maan krijgen vaii ongeveer 32 m.M. middellijn, daar toch, zooals (j allen bekend zal zijn, de gemiddelde diameter van zon en maan ongeveer 32 boogminuten telt. De platen die bij dit toestel hooren, waren eveneens 45 X 45 c.M. groot, zoodat dus eene streek van den hemel van 7,5 graad in het vierkant (15 maal de maansmiddellijn) kon gefotografeerd worden. Bij de dubbele horizontaal-camera, die 9 M. brandpuntsafstand had, bedroeg dit stuk van den hemel ongeveer twee en driekwart

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's

1928 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 90 Pagina's