1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 75

71 zijn op een manier, die allerlei misverstand en fouten mogelijk maakt, 3o. dat de Heilige Schrift noodig is om de natuur te kunnen bestudeeren. Het resultaat van ons nadenken over de natuur mag nooit gebruikt worden om te corrigeeren wat de Schrift ons duidelijk leert. De perspicuitas Sacrae Scripturae zou moeten wijken voor de trots van de natuurphilosophische reflectie van deze onderzoekers. Dat mag niet, Zij verschuilen zich, zoo vervolgt Hepp, achter de organische inspiratie, maar het is een mengsel van dynamische en dualistische inspiratie, wat zij leeren. De Roomschen en de Lutherschen hebben allen al gecapituleerd, alleen het Calvinisme houdt nog stand. Op deze boutade zullen wij niet veel antwoorden. Ook hier gelden weer dezelfde bezwaren. Er wordt niet gezegd, wat het dan toch wel is, dat de Schrift ons leert over astronomie. Ook identificeert de auteur hier weer zijn opvatting over den Bijbel met duidelijke uitspraken van Gods Woord. Bij het lezen van deze Stone-lectures valt het ons telkens weer op, hoever deze theoloog staat van den rijkbegaafden geleerde, die vóór hem de leerstoel der dogmatiek aan de Vrije Universiteit innam en die in zijn Dogmatiek ') deze sobere, maar beteekenisvolle woorden schreef: „Niemand heeft en niemand kan eenig bezwaar hebben tegen de feiten, welke de geologie aan het licht brengt. Die feiten zijn evengoed woorden Gods, als de inhoud der Heilige Schrift en dus door ieder geloovig te aanvaarden." 'De derde uitval geldt hen, die weleens gesproken hebben over het Bijbelsch wereldbeeld. Men kent waarschijnlijk deze kwestie. De meening is uitgesproken, dat de Israëlieten, ook de Bijbelschrijvers, in astronomische ontwikkeling niet verschilden van hun tijdgenooten, en dat dit ook zou blijken uit den vorm, waarin verschillende mededeelingen, die in de Heilige Schrift gedaan worden, vervat zijn. Hierover schreef SchiapareUi in 1903 ') en Konrad in 1917 "). Te kwader ure heeft iemand in 1926 deze laatste brochure in ons land geïmporteerd. Er verscheen toen in 1926 over deze kwestie een artikel in ons Orgaan. Direct werden in ons land en in Zuid-/\frika kloeke mannen in het geweer geroepen om tegen deze opvatting te strijden. Thans heeft Prof. Hepp in 1930 in Amerika ook Princeton nog gemobi1) H. BAVINCK, Gereformeerde Dogmatiek, Dl. II bladz. 555. 2) Duitsche vertaling: G. SCHIAPARELLl, Die Astronomie im Alten Testament, Gieszen 1904. 3) A. KONRAD, Das Weltbild in der Bibel, Graz 1917.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen