1931 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

14 aar te nemen, een beter ras te kweeken. Tegenwoordig, overtuigd van de bastaardnatuur der variaties, wordt het verkrijgen van een zuiver ras bereikt door selectie toe te passen : a. door massa selectie. Uit een bepaalde groep planten worden een aantal uitgezocht, die aan de gestelde eischen het meest nabij komen en hiervan zaad gewonnen. Met de planten, die hieruit opkomen, wordt op dergelijke wijze gehandeld, totdat ten slotte het beoogde doel bereikt is; b. door individueele selectie. Ook hierbij worden uit de massa eerst bepaalde planten uitgezocht. Doch het zaad van ieder afzonderlijk gehouden en uitgezaaid op een proefveld en zoo steeds de nakomelingen van elk individu nagegaan, — een methode, die het vlugst tot het doel komt. Bij planten en dieren die geen nakomelingen door zelfbestuiving kunnen krijgen, en waarbij dus steeds twee individuen noodig zijn, worden de individuen naar stamboomen uitgezocht. Ook wordt vaak gebruik gemaakt van het feit, dat door kruising van 2 individuen, die in 2 of meer eigenschappen van elkaar verschillen, nieuwe vormen zijn te verkrijgen, waarin eigenschappen van beide ouders vereenigd zijn en daarin fokzuivcr. Zoo is bereikt dat bij gewassen wintervastheid is verkregen, immuniteit tegen ziekte, verhoogde productie, en huisdieren veredeld, en als gevolg verhooging van welvaren. 2e. Voor de geneeskunde als zoodanig en hulpwetenschanpen. Wordt een vergelijkende studie gemaakt van een orgaan, dan wordt nog steeds gesproken van de biogenetische ontwikkeling van dat orgaan, b.v. Prof. flriens Kappers. De leer der erfelijkheid geeft daartoe geen recht. Maar al te vaak wordt nog uitgegaan van de gedachte dat oudere kenmerken vaster zijn dan de jong verworvenen. De leer der erfelijkheid geeft hieraan geen steun. Zoo schrijft Johannsen ^) : „Es ist ein Relikt darwinistischcr fluffassung, glauben zu wollen, altere Charaktere seien fester, konstanter, durchschlagender u.s.w. als jüngere, im Laufe der Zeiten spater auftretenden Eigenschaften. Man darf nie vergessen, in der Vcrerbungsforschung in erster Linie die gegebene genotypische Beschaffenheit 1) W. Johannsen. Allgemeine Vererbungslehre in „Die Biologie des Person" Ie Band pag 298.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen