1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 48

44 lo. de stratigrafie, in 't biezonder het stratigrafies hiaat ( = „deceptive conformity" van Price) en de omgekeerde volgorde der lagen; 2o. het principe van Lyell; 3o. de berekeningen omtrent de duur der geologiese perioden. Deze indeling kan als leiddraad dienen bij de volgende bespreking. 1. De stratigrafie. Tegen de geologiese beschrijving der aardlagen heeft men, zover ik weet, geen bezwaren. Bavinck b.v erkent, dat de aardlagen, waar en voorzover ze ergens voorkomen, in zekere orde gelegen zijn. Dat we in Zuid-Limburg mergel en in Gaasterland keileem vinden, wordt wel door niemand ontkend. Het veel geciteerde woord van Bavinck : „Niemand heeft en niemand kan eenig bezwaar hebben tegen de feiten, welke de geologie aan het licht brengt" zal misschien betrekking hebben op de petrografie en de beschrijvende stratigrafie. Maar de geologie is geen louter beschrijvende wetenschap, kan en mag dat niet zijn, evenmin als chemie en fysica. De feiten, die de geologie aan het licht brengt, moeten in onderling verband worden „verklaard". Zo vinden we b.v. in de genoemde Limburgse mergel fossielen — 'n simpel feit. Die fossielen blijken afkomstig te zijn van zeedieren, eveneens 'n feit. Dit, èn de hoedanigheid van de mergel zelf, voert tot de konklusie: dit gesteente is vroeger op een zeebodem afgezet! Vroeger liep de kust dus anders ! Zo ook tonen ons de fjorden in Skandinavië, de geweldige puinmassa's in ons land met keileemafzettingen, stuwwallen en Noordelike zwerfstenen, ook de /\lpen-dalen, Alpenmeren en morene-afzettingen op overtuigende wijze, dat er minstens drie ijstijden moeten zijn geweest, die, geologies gesproken, kort op elkaar zijn gevolgd en gescheiden waren door warmere, interglaciale perioden. Ontkenning van het bestaan hebben dier ijstijden sluit in het ontkennen van feiten. Over de gehele wereld heeft men trouwens verschijnselen waargenomen, die wijzen op een tijdelike afkoeling van het klimaat. a. Het stratigrafies hiaat Hieronder verstaat men het verschijnsel dat een jongere laag schijnbaar conform ligt op een veel oudere laag, b.v. krijt op devoon, of middendevoon op midden-siluur. Dit wordt gewoonlik verklaard door aan te nemen óf dat de ontbrekende lagen er wel zijn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen