1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60
56 vloeien van het water naar zee? Een ontzaglik grote erosiekracht moet het water toen gehad hebben! En ontstonden ook de fjorden en de Hlpen-dalen in enkele dagen of weken tijds? Hebben de Skandinaviese gletsjers zich in 40 dagen tot ons land uitgebreid? En denkt Van Deursen wel aan de minstens 3 ijstijden? Zijn er dan ook minstens 3 zondvloeden geweest? Nu ontken ik in 0,een geval een mogelik verband tussen wat men noemt de Zondvloed en de tijdelik lagere temperatuur, die enige malen achtereen op aarde geheerst moet hebben. Of de Zondvloed in verband gebracht moet worden met de rijzing van het zeeniveau na de laatste ijstijd (denk aan Daly's „Glacial Control" teorie), gepaard gaande met sterkere regenval, óf dat de Zondvloed alleen een gevolg is geweest van een tijdelike pluviale periode, gepaard gaande met grote overstromingen, het eventueel verband tussen Zondvloed en ijstijd is ons op 't ogenbhk nog niet duidelik en misschien wordt het ons nooit duidelik Want, als het Bijbels Zondvloed-verhaal niet is een door de overlevering gekleurde en opgesierde herinnering aan een biezondere overstroming of iets vaa dien aard, maar als het verhaal is de volkomen juiste beschrijving van een geweldig natuurgebeuren, dan kan het niet van een natuurwetenschappelik standpunt benaderd worden. Dan is het verhaal een aaneenschakeling van wonderen, en wonderen zijn voor de natuurwetenschap ten enen male ontoegankelik. Het grote gevaar, dat hier m.i. dreigt, is, dat men geologiese problemen tot hun oplossing tracht te brengen met behulp van gegevens, aan de Biezondere Openbaring ontleend Zulk een metode acht ik zeer bedenkelik, omdat men gevaar loopt, de Bijbel als natuurwetenschappelik handboek te misbruiken, wat ontaarden kan in een transigeren met de wetenschappelike gegevens en een marchanderen met de Bijbeltekst Dit hopeloos concordisme is reeds door meerderen gelaakt. Ik noem U slechts uit onze kring De Qaay Fortman in zijn lezing over „de evolutie-gedachte", te Lunteren gehouden, (J. H.) Diemer (Org. der S. S. R., Dec. 1929), die van het „concordistisch geschipper" spreekt, Schouten, die „persoonlijk nogal sceptisch (staat) tegenover de reconciliatie-theorie, of de concordistische opvatting, die de dagen in Genesis 1 als tijdperken beschouwt". Zo komen we dan vanzelf tot Genesis 1. Nu wil ik niet met U nagaan alle verschilpunten, die een vergelijking van Gen. 1 met de resultaten der geologie oplevert wat betreft
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1932
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 154 Pagina's