1932 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 92

88 De heer HEIDINGH : De ouderdom der aardlagen berust op de fossielen, en de ouderdom der fossielen wordt weer gevonden uit de aardlaag, waarin zij voorkomen. Men kan toch niet ontkennen, dat dan een cirkelredeneering wordt toegepast. In de tweede plaats wil ik een enkel woord spreken ter verdediging van collega Van Deursen, die door den referent scherp is aangevallen. Van Deursen heeft aan het licht willen brengen, dat de geologische resultaten niet zoo vast staan als velen meenen. Dat kan toch niet kwalijk worden genomen. Wij moeten toch allen toestemmen, dat de zekerheid der geologische uitkomsten vaak overschat is. Van Deursen is geograaf, geen geoloog. Hij heeft slechts weergegeven wat in Christelijke kringen, althans voor eenige jaren, de algemeen aanvaarde opinie was. De heer VERSEVELDT: Met de beschouwingen van Dr. Qerbrandy kan ik mij zeer goed vereenigen. Ook Dr. Verloop heb ik niet veel te antwoorden. Collega Heidinga wijs ik erop, dat de ouderdom der aardlagen in de éérste plaats berust op hun onderlinge ligging. Dat men tegenwoordig ook hun onderdom met behulp der gidsfossielen kan bepalen, is slechts resultaat van onderzoek geweest. Van eene cirkel-redeneering is geen sprake. In hoeverre de mechanistische descendentieleer invloed heeft uitgeoefend op de ontwikkeling der geologische wetenschap zou een nauwkeurig historisch onderzoek kunnen leeren; op de geologische feiten en hun interpretatie oefent zij thans geen invloed uit. En verder wil ik gaarne aanvaarden, dat Van Deursen met de beste bedoelingen zijn Encyclopaedie-artikel heeft geschreven, maar dat doet weinig ter zake. Een dergelijke voorlichting, waarbij de geologie in discrediet wordt gebracht, blijf ik betreuren. Dr. SIZOO : Door geologen wordt telkens gesproken van Leitfossilen. Dit onderstelt toch, dat deze fossielen op elkaar volgen en impliceert dus, dat de evolutietheorie juist is. De heer VERSEVELDT : Een gidsfossiel is een fossiel dat slechts in één bepaalde zone of afdeeling voorkomt; van eenige descendcntie-volgorde is geen sprake. In groote trekken blijkt echter zeer zeker een opklimming te bestaan van lagere tot hoogere organismen. Dr. SCHOUTEN : Ik betreur het zeer, dat Dr. Van Deursen hier vanmiddag niet aanwezig kon zijn om zich te verdedigen. Het bestuur had hem willen uitnoodigen, maar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen