1934 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

14 organen Deze w a r e n p''imair gelijk, en bleven dit m principe doch gro<»iden door omst .ndigheden verschillend uit Bij bijen en mieren is zooiets al heel mooi te zien D e mier is zoowel koningin mannetje, werkmier als soldaat D e ,,Ganzheitsbezogenheit der deelen v a n het soortsindividu uit zich m hun v o o r t d u r e n d e geslachtelijke wisselwerking, w a a r d o o r zij op hun wijze evenzeer één zijn als de cellen Vc een plant H e t directe , doel van een plant is h a a r bestuivm^, Slechte wisselwerking op dit gebied leidt tot v e r v a l v a n het soortsindividu Steeds hebben w e gezegd, dat individualisatie b e s t a a t uit het m het bijzondere o p e n b a r e n en ontplooien v a n het algemcene Dit kan nu v a n het soortsindividu met gezegd w o r d e n als w^ het alleen opvatten als de som der individuen E r is dan geen v e r d e r g a a n d e mdividualisat'e d a a r de differentiatie der individuen reeds gegeven is D a a r o m is het betv^. de soort geen hooger, doch een dieper individu te n o e m r u ^ D e fout zit ^ er , d a t men b . de opsomming der o r d e s v a n individuen ze aldi rangschikt cel'—flant^-soort Doch dan vergeet men, dat de oort alle individuen niet alleen m verzameling, m a a r ook m essei ie bevat Ik moet vergelijken met de bladeren v a n een boom H e t is niet zóó, dat primair de bladeren gegeven zijn en dat daaruit als h o o g e r " o r g r a n de tak volgt w a a r n a als nog hooger o r g a a n de stam komt (Dit is g e d a c h t e n g a n g v a n de g e w o n e systematiek) In wezen is het o m g e k e e r d N a a r de diepte toe ontspiuiten alle bladeren uit een tak, die de potentie heeft er nog duizenden te m d w i d u a h s e e r e n W e l n u , — zoo ook ontspruiten de individuen uit de soort en h a n g e n zij samen m de diepte m den grond v a n hun wezen D a a r o m zou ik g a a r n e de soort een dieper individualisatie willen noemen Deze diepere mdividualisati - sp * voort uit iets nog diepers en w o r d t concreet voorgesteld door ji mdividuen v a n de soort samen T u s s c h e n mdivid - soort (zie noot o n d e r p a g m a 9) ligt n a a r ik reeds zeide, r g een trap n 1 de genotypisch v a s t e lijn, variëteit of ras uit vele v a n dewelke een soort bestaat ( Z i e p a g i n a 9) Bijv de soort e r w t b e s t a a t uit h o n d e r d e n erfelijk v e r schillende variëteiten en de soort mensch telt zelfs millioenen erfelijk verschillende genotypes, w a a r v a n de nogal v e r w a n t e v o r men tot een , m e n s c h e n r a s ' g e r e k e n d w o r d e n Practisch is ieder mensch erfelijk verschillend en een a p a r t , rasje" Als m a n en v r o u w v a n hetzelfde rasje w a r e n , zouden hun k i n d e r e n allen *) De termen hoogei en lager individu zou men dus kunnen bewaren voor de vergelijking van individuen van gelijke orde, doch verschillende ontwikkeling, bijv, een beuk en een wier.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen