1937 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58

50 zij h a d hem lief. D e liefde, de v^^are, echte, persoonlijke liefde, w a a r mede man en vrouw elkander kunnen liefhebben, die liefde alleen is in staat het huwelijk waarlijk te beleven, die liefde alleen ontsluit het w a r e huwelijksgeluk " ' ) . E n deze liefde, die aan het huwelijk de specifieke heerlijkheid en kracht geeft en door welke de echtverbintenis zich van alle andere verbintenissen of bondgenootschappen onder menschen onderscheidt, is door G o d zelf bij de schepping aan den mensch terstond ingeplant ''''). D e liefde tusschen man en vrouw is d a n ook een afbeelding, zij het een flauwe, van de liefde in het wezen Gods zelf. G o d schiep den mensch naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. W i ] weten, dat God niet alleen liefde heeft en liefde geeft, maar ook, dat Hij liefde is (1 Joh. 4 : 1 6 ) . Alzoo draagt het schepsel, dat naar het beeld Gods gemaakt is, de voorbestemming van de liefde — ook van de huwelijksliefde — in zich i^). D e liefde is dan ook in de beleving van ieder huwelijk van primaire beteekenis. Z e is de allervoornaamste factor voor de verbinding van het leven tusschen man en vrouw. M e t recht w o r d t de liefde de zin van het huwelijk genoemd. Zij staat evenwel met het doel van het huwelijk in het nauwste verband. D e liefde heeft niet een zelfstandige, in zichzelf termineerende w a a r d e , maar vervult ongetwijfeld een teleologische functie ten opzichte van het huwelijksdoel. E n zoo zijn w e als vanzelf aangeland bij ons derde punt, te weten het doel van den echtelijken staat. V a n oudsher heeft de Christelijke Kerk tweeërlei huwelijksdoel onderscheiden: de onderlinge hulpbetooning en de voortbrenging en opvoeding der kinderen. Niet alle kerkgenootschappen hebben echter de bovengenoemde volgorde. Rome, Stockholm en Lambeth wijzen nadrukkelijk de instandhouding van het geslacht als eerste huwelijksdoel aan. D e R.K. Kerk gaat hierbij wel zeer ver, d a a r ze de procreatie als het eenige doel van het huwelijk beschouwt en aan het andere huwelijksdoel alleen een bijkomende beteekenis toekent. W i j willen hierbij een oogenblik langer stilstaan, niet alleen om reden het voor de straks te bespreken vragen absoluut noodzakelijk is te weten w a t het eigenlijke doel van het huweUjk is en welke middelen in de personen van man en vrouw aanwezig zijn om deze huwelijksdoeleinden te verwezenlijken, maar ook omdat wij hierdoor de gelegenheid krijgen ons standpunt, dat eenigszins afwijkt van de geldende gereformeerde opvatting, te verdedigen en uiteen te zetten. De meening, dat de vermenigvuldiging van het menschelijk geslacht het eerste of eenige doel van het huwelijk is, is schijnbaar volkomen juist. Immers in Gen. 1 : 27, w a a r geschreven staat: ,,God schiep man en vrouw", volgt direct: ,,Hij zegende hen en zeide: weest vruchtbaar!" M e n dient evenwel goed te onderscheiden. In Genesis 1 wordt gehandeld over de schepping van den mensch en de taak aan de menschheid gegeven: vruchtbaarheid, vervulling en heerschappij. In Genesis 2 echter vinden w e de beschrijving.van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen