1937 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 56

48 Zijn eer en onze zaligheid te leven. N a a r de overtuiging van vele leden der Christelijke kerk, voor zoover te Lambeth vertegenwoordigd, kunnen er zich zulke ingewikkelde gevallen in het huwelijk voordoen, dat zelfs de Bijbel ons in den steek laat. E n de Luthersche theoloog T h e o d o r H a u g is van oordeel, dat de Bijbel, ook al bevat hij enkele algemeene eischen, ons toch practisch in den regel zoo zeer in den steek laat, dat hij m a a r weinig normen, doch enkel richtlijnen geeft i ^ ) . Deze beide voorbeelden toonen genoegzaam duidelijk aan, dat er voor ons Gereformeerden alleszins reden is deze nieuwe meeningen te toetsen aan Schrift en belijdenis. E n hiermede hebben wij uiteengezet om welke reden de laatste jaren de vragen omtrent de oplossing van de sexueele nooden in het huwelijk opnieuw in het b r a n d p u n t der belangstelling zijn komen te staan. Reeds hebben wij gezien, dat de ongeloovige wereld voor de oplossing van den huwelijksnood drieërlei uitwegen had, te weten: voorbehoedmiddelen, Oginoïsme en sterilisatie. T h a n s doet zich de vraag voor of de Christenen in die gevallen, waarin ook voor hen geboorteregeling is aangewezen ' • ' ) , eveneens deze middelen mogen gebruiken. Alvorens echter deze v r a g e n te k u n n e n beantwoorden, is het noodzakelijk ons klaar en helder voor oogen te stellen w a t het wezen en de bestemming van het huwelijk is, met name w a t verstaan moet w o r d e n onder zin en doel der geslachtsgemeenschap. H e t is voor alle Christenen een vaststaande en onbestreden w a a r heid, dat het huwelijk van Goddelijken oorsprong is. Geen uitvinding of ontdekking van menschen, geen hoogere vorm van samenleving, welke oorspronkelijk niets anders w a s dan de instinctieve paring, zooals wij die tot op heden nog bij de dieren aantreffen, maar een opzettelijke instelling en gebod Gods. N a d a t God hemel en aarde en alles w a t daarin is had geschapen, schiep God den mensch naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis. Hij schiep den mensch direct in onderscheiden geslachtelijkheid, als man en vrouw. Immers na de schepping van den man had G o d gezegd: ,,het is niet goed, dat de mensch alleen zij; ik zal hem een hulp maken, die als tegen hem over zij." E n als Hij uit A d a m een vrouw geformeerd had, bracht Hij ze zelf tot A d a m , welke haar ziende uitriep: ,,Deze is ditmaal been van mijn gebeente en vleesch van mijn vleesch", daarmede te kennen gevende, dat zij aan hem beantwoordde. D e schepping van het huwelijk staat derhalve in rechtstreeksch verband met de schepping van den mensch, welke schepping op haar beurt de bekroning w a s van de schepping aller dingen. D e mensch, zegt W i e l e n g a '-*) zoo terecht, stijgt niet uit een dierlijke diepte n a a r boven, maar hij valt uit een Goddelijke hoogte naar beneden. Evenzoo is het monogame huwelijk niet een verdere evolutie van de in vroeger eeuwen bestaan hebbende polygame liefdesverbintenissen, maar is het van den aanvang af als zoodanig door G o d ingesteld. Komende tot het wezen van het huwelijk, zoo zou men dit het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen