1944-1945 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 8

4 stad ligt daar als een wit lint aan den rand van de blauwe zee, aan den voet van een steilen, roodbruinen rotsmuur. De golven slaan tegen de stad, maar de witte huizen, alle vier of vijf verdiepingen hoog, staan onbewegelijk. Zij rijzen steil omhoog. De balustraden van de platte daken zijn in filigraan uitgesneden, zij zien er uit als waren ze van witte kant. De minaretten van de tallooze moskeeën vertoonen den eenvoudigen stevigen, conischen vorm, die karakteristiek is voor den stijl der Hadramis. De paleizen van den Sultan zijn prachtige Oostersche bouwwerken, Aan land gegaan maakte Van der Meulen en zijn metgezel kennis met den havenarts, die hun op velerlei wijzen van dienst was. Denzelfden avond ontmoetten zij tot hun groote vreugde een jongen Arabier uit een bekende familie, die van Java kwam en ook op weg was naar het binnenland. Hij was zeer welwillend tegenover den Nederlandschen bestuursambtenaar. Zij besloten zich bij hem aan te sluiten. Deze Ali el-Attas was een sayyid, d.w.z. een afstammeling van den Profeet. Door alle Mohammedanen werd hij daarom met onderscheiding behandeld. Later is gebleken, dat zijn medewerking voor het slagen van de expeditie van onberekenbaar nut is geweest. Den volgenden dag werd een bezoek gebracht bij den Vizier, den Eersten Minister, die in naam van den Sultan alle staatszaken behandelde. Gelukkig bleek dit een man te zijn, die geen afkeer had van efrendjis (vreemdelingen) en nasranis (ongeloovigen). Zoo deed hij zich althans voor. De Vizier verklaarde zich bereid om toestemming te geven voor een reis naar het binnenland. De reis via Doan was wel veilig, indien men tenminste een escorte van negersoldaten medenam. Hij ontraadde ten sterkste verder te gaan dan Shibam, dat zou beslist levensgevaarlijk zijn. In de vier dagen, die er noodig waren om de karavaan reisvaardig te maken, was er voldoende gelegenheid om Makalla en zijn omgeving te leeren kennen. Toen de reizigers den bergrug beklommen hadden, stonden zij perplex over het prachtige uitzicht, zoowel naar de land- als naar de zeezijde. Makalla heeft een 12.000 inwoners. Elk jaar passeerden er een 1000 Hadramis, die naar Java trokken en een ongeveer even groot getal, dat terug kwam. Per auto werd een bezoek gebracht aan de andere zeehaven van Hadramaut, esh-Shibr. Daar vandaan vertrokken jaarlijks een 400 a 500 Arabieren naar Nederlandsch-Indië. Het had heel wat voeten in de aarde voordat de karavaan reisvaardig was. Er werden voor de Europeanen ezels gehuurd; deze zijn gemakkelijker dan kameelen, wanneer men vaak moet afstijgen om metingen te doen en foto's te nemen. Verder vier kameelen, die geschikt waren voor het bergland. Behalve de karavaanleidcr en twee gehuurde negersoldaten zouden, voor grootere veiligheid tegenover roovers, nog twaalf Bedoeïnen zich bij het gezelschap aansluiten. Zij hadden hun eigen kameelen met koopwaar, maar als tegen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen