GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 20

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

-p

18 ontstaan, die niettegenstaande de in liem blijvende concupiscentie een graad van volkomenheid kan hebben, terwijl volgens de Protestanten de zedelijkheid, die door genade in de wedergeborenen ontstaat, juist door die concupiscentie altijd voor God onvolkomen en bevlekt blijft. Tusschen Lutherschen en Gereformeerden eindelijk is hier nog een voor de Gereformeerde ethiek niet onbeteekenende differentie. /Had tocli volgens de Lutherschen de mensch in den staat der rechtheid zijn bestemming bereikt, volgens de Gereformeerden was hij in dien staat opdat hij zijn bestemming, de eeuwige zaligheid, zou bereiken en wel door goed doen. Vandaar dat het ontstaan van het zedelijk leven reeds in den staat der rechtheid, hoewel ook de Lutherschen dat niet geheel ontkennen, toch in de Gereformeerde Theologie een zooveel rijker beteekenis heeft, een beteekenis, die de Gereformeerde leer van het vverkverbond dan ook doet uitkomen. In den gevallen mensch nu stelde de Luthersche Theologie — naar mij voorkomt, niet volkomen consequent — een liberum arbitrium om het goede te doen, wel niet in rebus spiritualibus maar dan toch in rebus civilibus. De Gereformeerde Tlieologie daarentegen ontkende wel niet de justitia civilis der onwedergeborenen, maar schreef die, als relatief en nooit voor God goed, toe aan de gratia communis. En verder, heelt volgens de Luthersche Theologie de Christus slechts hersteld wat in Adam verloren was, en wel de eeuwige zaligheid die vóór den val reeds was bereikt, in de Gereformeerde heeft de Christus veel meer gedaan dan herstellen wat volgens haar in Adam verloren was. Ging volgens haar in Adam de gerechtigheid als een verliesbaar goed teloor, in Christus wordt zij den uitverkorene als een eeuwigblijvend en dus nooit meer te verliezen goed geschonken; was Adam in den staat der rechtheid opdat hij door het goede te doen voor de zijnen het eeuwige leven zou verwerven, de Christus heeft het voor de Zijnen gedaan en past het hun als onverliesbare genadegift toe. En eindelijk, ontstaat volgens Lutherschen en- Gereformeerden de echte zedelijkheid, de nieuwe gehoorzaamheid uit het geloof, zoodat de homo renatus het subject der ethiek is, en weten beiden, dat de geloovigen het goede niet hebben te doen om er de zaligheid mee te verdienen, toch klemt in het ^bewustzijn van den Gereformeerde de eisch van Gods wet met haar gebod {' en verbod meer dan in dat van den Luthersche, omdat de eerste steeds *-' uitgaat van God, wiens souvereiniteit hij in alles belijdt, en dus in den Eeuwige zijn Rechter, zijn Wetgever, zijn Koning altijd wil blijven zien

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's