GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 54

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

52 mensch, naar haar inhoud dezelfde is, zoowel in de lex naturae, die ingeschapen was in het bewustzijn der menschheid, als in de lex scripta of den decaloog, en dat Christus' bekende woorden van Mattheüs 22 dan ook niet anders zijn dan de korte samenvatting van dezen inhoud. Wel houdt hij als Gereformeerde vast aan de volmaaktheid van de zedewet in den decaloog naar zijn wezenlijken inhoud, al erkent hij, dat deze decaloog naar de behoeften van Israël geaccomodeerd is, waartoe hij dan b.v. rekent het rusten op den Sabbat'), en wel brandmerkt liij het zelfs als blasphemie -), wanneer de Socinianen van „additamenta" op, of de Roomschen van een ,,lex nova" tegenover dien decaloog spreken. Maar met dit al buigt hij, èn door de wet nooit anders dan in haar relatie tot het Verbond te denken èn door zijn foederaal-Theologie zelf, het karakter der zedewet zoodanig om, dat zij dit eigenlijk verliest. Dit komt reeds uit in zijn beschouwing van den decaloog onder het Oude Verbond. Als COCCEJUS daaraan toe is, dan spreekt hij liefst niet van de tien geboden, maar van ,,de tien woorden", en dat „decern verba" is meer dan een bloote vertaling, maar dient om er door te doen uitkomen, dat de decaloog voor de geloovigen onder Israël eigenlijk geen wet meer is. Onomwonden toch spreekt hij uit, dat hij op één lijn staat met de apostolische vermaningen •'). De „tien woorden" zijn naar de geliefkoosde stelling der Coccejanen de formule van het met Israël gesloten genadeverbond, of zooals COCCEJUS zelf zegt, het „instrument" voor zijn oprichting ''). De bedoeling hiervan is, dat de afkondiging der tien woorden met de Verbondssluiting samenvalt, de eerste het middel is waardoor de tweede tot stand komt '"'). Als zoodanig zijn zij dan ook geen zedewet meer voor den geloovige in Israël, maar, gelijk wij reeds hoorden, bloot vermaningen, en verder ••) dienen zij oiin, voor zoover zij in- en uitwendige gehoorzaamheid eischen, den geloovige te leeren, welke

1) E x p l i c a t i o ad I l c b r a c o s, p.46. „ocium utocium non pertiuet ad legem moralem." 2) A. W., p. 100. 3) A, "W., p. 90rt. Non magis etiam possit decalog-us vocari lex, qiiam omiies Apostolorum parakleseis. Atqui, qui sunt sub Gratia non sunt sub Lege. 4) A. W., p. 91(r. Verba decern aeeipi dobent pro instrumento erigendi Veteris Testament!, ('t non pro foedere operum, sed pro foedere Gratiae quantum id patiebatur oeeonomia illornm teraporum. 5) In strijd echter met Ex. IG: 5—8. 6) A, W., p, 88.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's

De ethiek in de gereformeerde theologie - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1897

Rectorale redes | 92 Pagina's