Zedelijkheid en recht - pagina 106

102 neemt de zonde der wereld, in de wedergeboorte dezer wereld zal zijn de werkelijke wereld. En evenzoo weet hij ook, dat de gedaante dezer wereld, d. i. haar schema, haar schets, haar ordening, voorbijgaat (1 Korinthe 7 : 31). Dat haar gedaante dan in velerlei opzicht een andere zal zijn. In velerlei opzicht. Denkt slechts aan het „noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden", op grond van het dan „den engelen gelijk zijn" (Lukas 20:35 en 86). Maar een andere ook in dit opzicht, dat aan haar, als ordening voor het menschelijk willen en handelen, noch een uitwendige dwang, noch een innerlijke drang meer verbonden zal wezen, omdat uit deze wereld dan zal zijn weggenomen de zonde. En die wereld, deze wereld in haar wedergeboorte, zal zijn de wereld van het koninkrijk der heerlijkheid. De wereld van de kinderen der opstanding, in wie, als onverliesbaar goed, zal uitschitteren het herstelde beeld Gods; uit wier harten zal weg zijn de zonde en in wier harten zal zijn geschreven de wet Gods. De wet Gods, Zijn ordening van mogen en behooren voor het wilsleven der menschen, geschreven in hun harten zonder zonde. Zijn ordening, als de idee der ordeningen van de zedelijkheid en de idee der ordeningen van het recht, heerschend onmiddellijk en als de éénige ordening. De eenige, omdat, bij het dan bereikt zijn van het einddoel der menschheid en bij haar dan niet-meerkünnen-zondigen, zal zijn weggevallen dat toevallige en betrekkelijke waarmee ook God nu nog rekent, en enkel zal zijn gebleven het noodzakelijke en volstrekte. Omdat, bij het dan adaequaat zijn der menschelijke-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen