GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 30

Rede gehouden bij de overdracht van het rektoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

28

theologie heeft altijd de eenheid en ondeelbaarheid van de Schrift gehandhaafd '^s). En daar is toch ook alle reden voor. Voor ik U dat nader poog te bewijzen, eerst een opmerking over den vorm van zulk een bewijs. Voor ons Gereformeerden is de Heilige Schrift principium unicum theologiae. Houdt men dat vast, dan is daarmee tevens gezegd, dat ï nooit een strikt wetenschappelijk bewijs geleverd kan worden, wanneer I de Schrift zelf in geding is. Men zal zich altijd min of meer in een ' cirkelredeneering bewegen. En dat komt wel het meest uit bij het beginsel, dat bij alle exegese en wat dies meer zij, voorop dient te staan: De Heilige Schrift is het onfeilbare, gezaghebbende Woord Gods. Men kan daar wel iets meer van zeggen, b.v. door te verklaren, dat men de Schrift, als men haar over haar zelf raadpleegt, uitsluitend als historisch getuigenis gebruikt, of beter nog, door vast te houden, dat men zoolang het getuigenis, dat de Schrift van zichzelf geeft, laat gelden, totdat het tegendeel onomstootelijk vaststaat, wijl men toch immers begint met de overlevering te vertrouwen; a! zulk betoogen heeft nooit de waarde van een wiskundig zeker bewijs. Ook al, omdat ons eigen leven des geloofs er geen vrede mee zou hebben, indien we afgingen van het beginsel: de Schrift het Woord Gods. Beter is het daarom maar ronduit te verklaren, dat het hier om een beginsel gaat, dat voor ons zeker en gewis is, dat zich aan ons opdringt en ons niet met rust Iaat, maar dat als alle xfLsa-y. onbewijsbaar is; ook al is volstrekt niet zonder alle waarde, wat ten voordeele van zulk een beginsel kan worden opgemerkt. Zoo zal het U duidelijk zijn, dat ik niet anders kan doen dan uit het beginsel de Schrift het Woord Gods aan de hand, van wat de Schriftzelf ons leert, aanwijzen, dat het Nieuwe Testament één moet z\\n^^^). God is één en als Hij Zijn openbaring geeft, dan doet Hij dat als vanzelf uit één beginsel, naar één plan, met één doel. Anders zou Hij Zijn eigen werk verbreken. Als Hij spreekt en Hij laat Zijn Woord opteekenen, dan moet er één geheel ontstaan. Dat is de eenheid der Schrift, die als geheel ons zooveel openbaart, als we noodig hebben te weten tot Gods eer en tot onze zaligheid. Nu heeft God echter zelf een scheiding gemaakt. Reeds het uiterlijk wijst daarop, als God het vOude Testament geeft in het Hebreeuwsch, het Nieuwe Testament in het Grieksch. Doch niet alleen in het uiterlijk is er onderscheid./Het Oude Testament gaat naar Christus heen/(het Nieuwe Testament van. Hem uit. :Het Oude Testament spreekt van de voorbereiding, van de openbaring Gods, zooals ze zich beperkte tot één volk Israël, het Nieuwe Testament beschrijft den tijd der vervulling en laat zien, hoe het evangelie der zaligheid de wereld binnengaat. In het Oude Tes-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918

Rectorale redes | 66 Pagina's

De eenheid der Nieuwtestamentische Godsopenbaring - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1918

Rectorale redes | 66 Pagina's