GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Religieus eklekticisme - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Religieus eklekticisme - pagina 36

Rede gehouden bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

34 beoordeeling van de religieusiteit onzer jongere intellectueelen te komen, u aan te toonen, dat men van die religieusiteit ook daarom als eklekticisme mag spreken, wijl zij opkomt uit dat probabilisme, waarvan het wijsgeerig eklekticisme een onbedrieglijk symptoom is.

Eerst dan het probabilisme op wijsgeerig gebied, waarvan het wijsgeerig eklekticisme een onbedrieglijk symptoom is. De wijsgeerig denkende mensch tracht zich een oordeel te vormen, waarin het Absolute subject en zijn wezen of essentie praedicaat is. Wanneer hij omtrent de waarheid daarvan, of de overeenstemming met de werkelijkheid, vastelijk verzekerd is, zal hij dit oordeel toestemmen, en wel zonder eenige vrees, dat de contradictoire tegenstelling waar is. Doch het denkend ik van den wijsgeerigen mensch kan ook omtrent de waarheid van zulk een oordeel nog niet of ook niet meer vast verzekerd zijn, maar toch zijn redenen hebben om er niet aan te twijfelen. Hij zal het dan toestemmen, echter niet zonder vrees, dat misschien het contradictoire oordeel waar is. In het eene geval spreken wij van apodikticiteit, van volstrekte zekerheid, van zeker weten of kennen; in het andere geval van een opinie, een vermoeden, een meening; van waarschijnlijkheid of probabiliteit. PLATO'S en ook ARISTOTELES' oordeel omtrent het Absolute en

evenzoo dat van de vaderen der STOA had voor hen zulk een apodiktisch karakter. En niet anders was het met hun naaste opvolgers. Voor heel die oudere generatie waren hun oordeelen over het Absolute, hoe ook onderling verschillend, onwedersprekelijk. Met al den durf eener onwankelbare overtuiging bestreden zij elkanders oordeelen. En nog zegt de man, wiens overtuiging hem liever is dan de vriendschap: „Amicus Plato, sed magis amica Veritas." ^^)

Maar de jongere generatie, die uit de 1ste eeuw vóór Christus, verkeerde in het andere geval. De oordeelen der oudere omtrent

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1919

Rectorale redes | 72 Pagina's

Religieus eklekticisme - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van maandag 20 oktober 1919

Rectorale redes | 72 Pagina's