De idee van den vooruitgang - pagina 14
Rede bij de 47e herdenking der stichting van de Vrije Universiteit te Amsterdam
10 Maar wij bezien haar als een historische grootheid, als een agens in de levens- en wereldbeschouwing van het overgroote deel onzer tijdgenooten! Zoodoende vinden wij dan echter aan de zaak alweer geen enkelvoudig aspect. Van buiten gezien leeft de idee van den vooruitgang van beschaving en menschheid feitelijk los van elke belangstelling voor de vraag naar die norm. De wereld gaat vooruit, voila tout! In welk opzicht? In ze alle? Zoo neen, in welk dan wel en in welke niet? En compenseert mogelijk ook achteruitgang in het eene den vooruitgang in het andere weer? Over al die vragen en over alle dergelijke, die daar nog aan toe te voegen zouden zijn, verontrust men zich° geen oogenblik. Juist zooals het ook geldt ten opzichte van die naar het doel, waarheen die vooruitgang zijn koers zou richten. „Den Fortschritt um des Fortschritts willen zu bejahen", en „immer weiter in unendlichen Fernen und Weiten hinaus zu bilden und zu schaffen an einem Werk, das niemals seinen Abschluss erhalt", zoo kan Me hl is immers de hier aangenomen houding omschrijven ^). Doch ik moet verder. Het is n.l. niet genoeg er op gewezen te hebben, dat men zich gewoonlijk al heel weinig van norm en doel aantrekt. Ik moet er — en dat is zelfs nog veel meer noodig — eveneens Uw aandacht op vestigen, dat niettemin wel degelijk maatstaven worden gebruikt en een doel wordt gesteld. Men doet 't onbewust, maar men doet het evenwel zeer zeker. Het moet ieder, die meermalen van die „landlaufige" verheerlijkingen van den vooruitgang leest, zooals men ze vooral bij schrijvers van op één na de bovenste plank en lager en in populaire boeken vinden kan, wel treffen, dat daarbij steeds vooral over den vooruitgang in technisch opzicht wordt uitgeweid, over verkeersverbeteringen, over ontdekkingen van allerlei aard, kortom over de beheersching der levenlooze natuur door het vernuft van den menschelijken geest. Wijst dit er nu niet op, dat men — al is het dan zonder het te weten — allereerst deze stelling aanhangt: de menschheid gaat vooruit in verlichting, want zij komt steeds nader bij een cultuurtoestand, waarin zij door een volkomen techniek blijk geven zal van haar onbegrensde natuurbeheersching ? En zijn er behalve deze dan ook
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1927
Rectorale redes | 38 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1927
Rectorale redes | 38 Pagina's