GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 49

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 49

Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

41 achterlijk, door de buigingsuitgangen en geslachtsonderscheiding. De gesproken taal had die niet meer, en was dus niet alleen natuurlijk en levend, maar vertegenwoordigde blijkbaar ook nog een hoogere ontwikkelingsphase. Al de gepretendeerde kenmers ken van kleur en fleur in die schrijftaal bleken nu kenmerken van vermolming. Het was, alsof Jespersen zijn ontdekking gedaan had eenig en alleen ten dienste van Kollewijn, Hettema en Loges man. Voortaan kon er voor alle mogelijke taal ruimte van be* langstelling zijn, maar voor de „schrijftaal" niet dan afkeer en spot en oorlog. Want flexie (en geslacht) is barbaarschheid; hoe meer deflexie, hoe volmaakter taal. Zelfs die „versteende" uit* drukkingen (de term krijgt nu meer relief) kon men niet goed meer uitstaan, om de primitieve smet der naamvalsuitgangen, die daar nog zoo vastkleeft, ja van waarde geacht wordt. ^^' Men geeft zich veel te weinig rekenschap van het zeer hypo* thetische karakter van de kunstige constructie van Jespersen, die ons nu al veertig jaar lang altijd op dezelfde manier voor oogen gesteld wordt. Terwijl de grondslag, waarop zij rust, ook nog altijd hypothese, in aanzien sterk verminderde hypothese zelfS; is. Wanneer men het evolutiesdogma eens losliet, zou het dan niet evengoed mogelijk zijn, tweeërlei taalbeweging te onder* scheiden, stijgend, maar ook dalend? Waarom zouden de zoo* genaamde primitieve talen geen verbastering uit edeler staat kunnen zijn? In elk geval kan de christen, voor wien de godde» lijke openbaring richtsnoer van leven en denken is, zoomin als voor godsdienst, zede, staatkunde, recht of moraal, voor taalbeschou* wing zich laten leiden door deducties uit een antisgoddelijk be< ginsel. Hij zij integendeel altijd op zijn hoede, juist om dien oor> sprong, zelfs waar zulke stellingen, op zich zelf beschouwd, onschuldig of aannemelijk mochten lijken; men moet ze niet op zichzelf beschouwen, als de ervaring altijd weer opnieuw leert, opnieuw weer leeren moet, helaas! Zulk een onschuldig lijkende leuze van Jespersen en zijn aan* hangers is: de eenvoudigste taal is de beste. Maar het blijkt aan* stonds weer een voornaam strijdmiddel in den oorlog tegen de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's

Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 49

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934

Rectorale redes | 142 Pagina's