Taalbederf door de school van Kollewijn - pagina 25
Rede bij de 54ste herdenking van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam
17 hetgeen wij op het gebied van de taal zelve, zonder verwikkeling met spelling — hoezeer voor een belangrijk deel daaraan tot nog toe immer handig vastgekoppeld —, ons thans reeds door zulk overleg, gebod en dwang opgelegd zien, direct en bij onvermijde* lijk gevolg, en nog licht verder opgelegd kunnen krijgen door de niet gestaakte, maar voortgezette actie en agitatie van de School van KoUewijn. Men zal ook, nu het besef heerscht bij de „vereen* voudigers", dat zij het pleit voor een „spelling" hebben gewon* nen, die stond tegenover officieele voorschriften, er op verdacht moeten zijn, dat zij spoedig vollen nadruk kunnen gaan leggen op de onverbindbaarheid van verdere „oude" grammaticale regelen, om dan zonder scrupules ook bij het onderwijs individueel of in gemeenschap op dat wijde gebied naar hartelust te gaan her* vormen. ^^ Dat men daarmede echter ook reeds lang bezig is ge* weest, buiten de bekende „negen regels" om, die alleen, op het einde, buigings^n en geslachtelijke voornaamwoordelijke aanduis ding behandelen, kunnen sprekende voorbeelden ons leeren. De accusatief hen wordt tot in eiken schuilhoek nagejaagd, het monster, door Hooft zoo brutaal op Nederland losgelaten. Nog wordt het immers niet in natuurlijke, beschaafde taal gezegd; men hoort niet anders dan hun\"" Ik acht deze furie in alle op* zichten misplaatst; en vind het opgeven van de sinds eeuwen in* geburgerde onderscheiding onnoodig en ongewenscht. Ware er werkelijk reden tot verandering geweest, dan had men hen en hun beide voor derden èn vierden naamval geldig moeten ver* klaren. ®^ Of anders alleen hen behouden. "^ Maar het is teekenend, dat men den u*vorm nam; die paste bij de voorliefde voor me, ze, 'm, 'r, d'r, m'n. Overigens wordt hèn ook terdege gezégd; ik zeg het zelf, en herinner mij niet, er ooit om te zijn uitgelachen: "^ „Hebt U hèn [verbaasd, met grooten nadruk] ook uitgenoodigd?" Het voornaamwoord gij bestaat eigenlijk niet eens voor deze vereenvoudigers van onze taal. In de bekende Proeve van een Nederlandse Spraakleer van KoUewijn en medestanders van 1908, die ongewoon uitvoerig is over de voornaamwoorden, met een schat van voorbeelden (het werkwoord „'t'm lappen" wordt er 2
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1934
Rectorale redes | 142 Pagina's