GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 31

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

25

In deze onhoudbare juxtapositie van staat en recht, die in strijd kwam met GIERKE'S eigen stelling, dat de staat een essentiële rechtelijke zijde heeft, openbaarde zich het innerlijk conflict tussen het in de machtssfeer overgehevelde souvereiniteitsbegrip en de leer van de volksovertuiging als enige materiële geldingsbron van het positieve recht. Dat in dit conflict zich de radicale gespletenheid in het rehgieuze grondmotief van het Humanisme, dat van natuur en vrijheid, slechts in een nieuwe vorm uitwerkte, heb ik reeds in mijn boek De Crisis in de Humanistische Staatsleer aangetoond. Zolang de Historische School nog in de gedachtensfeer van het Duitse vrijheidsidealisme leefde, trachtte zij in een dialectische, zgn. geesteswetenschappelijke denkwijze de antithesis tussen macht en recht, natuur en vrijheid, te overbruggen. Reeds v. SAVIGNY leerde in zijn beroemd inleidingsartikel in het Zeitschrift für geschichtliche Rechtswissenschaft (Bnd. I 1815), dat de door een volksgeest voortgebrachte cultuur als totaliteit „notwendig und frey zugleich ist". In dezelfde gedachtenlijn zoekt GIERKE de souvereine staatsmacht als uitdrukking van de geen hogere macht boven zich erkennende heerserswil enerzijds en het recht als uitdrukking van de vrije volksovertuiging anderzijds dialectisch ineen te denken: „Der Staat" zo schrijft hij, „bedarf, um die innere Kraft zur Durchführung seiner Kulturmission zu erlangen, der Unterstützung durch den Rechtsgedanken; würde er lediglich als handelnde Macht empfunden, die nur, weil sie die physische Gewalt hat, bei jedem für zweckmaszig erachteten Willensakt Gehorsam beansprucht und findet, so müszte alles politische Leben in Despotismus erstarren; und so sucht der gesunde Staat seine ^ Macht zugleich auf das Recht zu begründen, so dasz vom gesammten 1 Volksbewusztsein die Tatsache einer bestimmten Herrschaftsordnung zugleich als Rechtssatz empfunden wird, womit sich dann von selbst auch Schranken der staatlichen Befugnisse und entsprechende rechtliche Pflichten des Staates ergeben. Das Recht umgekehrt bedarf, um sein Ziel eines geordneten Zusammenlebens der Menschen zu erreichen, der vergeltenden Hülfe des Staats; es kann, wie das Beispiel des Völker- , rechts zeigt, ohne den Schutz der Staatsgewalt seine Aufgabe nicht j voUkommen erfüllen, bleibt vielmehr ein unvoUendetes, unfertiges Recht. Und so findet des Recht erst dann seinen Abschlusz, wenn ihm der Staat seine Macht zur Verfügung stellt. Gerichte für seine Klarstellung niedersetzt und jeden dem Recht widerstrebenden EinzelwiUen zwangsweise zum Gehorsam gegen die Norm zurückführt" °''). Maar deze dialectische ineenschakeling van recht en souvereine staatsmacht Uet de vraag onbeantwoord, op welke grondslag zij mogelijk 63) t.a.p. S. 105/6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's