GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 39

Uitgewerkte rede ter gelegenheid van de 70e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

33 ook in de staatsrechtswetenschap had geïntroduceerd en hier voor een zgn. zuiver-juridische methode het pleit had gevoerd met uitschakeling van alle niet-juridische (politieke, ethische e.a.) gezichtspunten, werd ze door K E L S E N en zijn school in het kader van de neo-Kantiaanse kenniscritiek geplaatst en tot de uiterste consequenties gevoerd, doordat nu ook de staat en de overige samenlevingsverbanden in een logisch systeem van „Rechtssatze" werden opgelost. De derde bron van de leer der rechtssouvereiniteit is de moderne rechtssociologie, die juist geheel met de traditionele rechtsdogmatiek brak en het positieve recht niet primair in zijn statelijk-organisatorisch kader, maar als een algemeen maatschappelijk verschijnsel ging bezien, dat uit maatschappelijke oorzaken moet worden verklaard. Deze rechtssociologie stond aanvankelijk overwegend onder invloed van de positivistische natuurwetenschappelijke denkwijze, maar hield steeds nog een zekere historische aanraking met de volksrechtstheorie der Historische school. Onder inwerking van de moderne levensphilosophie kwam de laatste weer tot een nieuwe irrationahstische uitwerking in de rechtssociologie van GEORGES GURVITCH, waarin de positivistische denkwijze geheel verdrongen werd door een dialectische, zgn. geesteswetenschappelijke.

Ad P"". „In de volksrechtstheorie was het competentieprobleem op het gebied der rechtsvorming feitelijk uitgeschakeld. Haar hoofdgedachte was: Het recht wordt niet gemaakt, maar groeit organisch met en uit de volksovertuiging. Het gewoonterecht is een onmiddellijke neerslag van de rechtsovertuiging des volks. Het manifesteert zich in de feitelijke „Ubung" der volksgenoten. Wij merkten reeds op, dat bij consequente uitwerking van deze in oorsprong irrationalistischromantische rechtsopvatting het souvereiniteitsbegrip iedere betekenis voor de definitie van het positieve recht moest verliezen. De vraag was slechts df zij zich consequent liet vervolgen. Bij deze volksrechtsleer knoopte onze landgenoot KRABBE aan, bij wien zij geleidelijk een rationalistisch-psychologische uitwerking krijgt. Het is volgens zijn eigen belijdenis het Humanistisch vrijheidsmotief, dat zijn theorie der rechtssouvereiniteit beheerst. Tegen „das böse Prinzip der Unfreiheit", dass Macht vor Recht gehe", leidt zij alle macht uit het recht af, terwijl zij „im Hochhalten dieser Gewalt (nl. des Rechtes) das Prinzip der Freiheit zu erblicken glaubt" " ^ j . Overigens wil KRABBE niet zeggen, dat in alle tijden van een souvereiniteit des rechts kan worden gesproken. Vooral in zijn later werk De moderne Staatsidee (1919) betoogt hij uitvoerig, dat de vereenzel83) Die Lehre der Rechtssouveranitat 3

S. 193.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's

De Strijd om het Souvereiniteitsbegrip in de moderne Rechts- en Staatsleer - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1950

Rectorale redes | 72 Pagina's