DE PSYCHOLOGISCHE GRONDSLAG VAN HET GE­LOOF DER WONDERWERKEN IN DE H. SCHRIFT.

IV. (Slot)

De strijd tusschen liet .düarismatiscli wonder en de 'inystiete magie nu zet zicli voort in de gescMedenis tot op onzen tijd.

De H. Geest, die sedert den Pinkisterdag jn de cliristelijke kerk woont, weigert evenals CKristus bet aanscliouwinigswonder. Als regel geldt het woord, dat Jezus'Abnaiham in den miond legt: In-• dien zij Mozes en , de Pïofeten niet hooren, zoo zullen zij ook, al ware liet, dat er iemand uit de doioden opstond, zich niet laten gezeggen" (Luc. 16:31). Zoodra echter een milieu ontstaat, waarin het charismatisch wonder kan beleefd worden, treedt het menigvuldig op. Zulk een 'milieu wordt geschapen door den druk des levens. 'Als er maar als ééne schrede is tusschen hem en den dood, heleeft David zijn Sela-Mahlefcoth, zijn rots der ontkoming. Augustinus verhaalt in zijn werk de civitate Dei (XXII c 8) van een ooglijder, die zou geopereerd worden van een fistel. Den avond vóór de operatie wierp hij zich' op den grond en bad hij in zwaren strijd al ernstiger, terwijl de opzieners ttnet hem baden. Den volgenden morgen vond de geneesheer een gezond litteeken, de fistel was weg. Een vrouw, Innooentia geheeten, leed aan kanker in de borst. Tegen Paschen droomt zij, dat zij de pasgedoopten tegemoet moet gaan. De eerste doopehng dien zij ontmoet, doet een gebed voor haar en maakt op haar het teeken des kruises. Daarop trad eene wonderdadige genezing in, die zelfs door een geneesheer werd bevestigd na grondig onderzoek.

Zoodanige private gebeurtenissen zijn van beteekenis voor het object des wonders, en voor de ^christelijke gemeente, omdat daaruit blijkt, dat de H. Geest bij haar is. Hare blijdschap werkt aanstekelijk, zoodat ook anderen worden opgewekt om daarin te deelen en zoodoende fcomm onder de bearbeiding van het evangeüe.

Van meer beteekenis zijn echter de 'chaxismatisoh'e wonderen tijdens de zwaarste vervolgingen der kerk. Twee voorbeelden daarvan mogen dienen, tot bevestiging van deze opvatting.

Tijdens de Camisarden-oorlog 1702—1704 ontstond er in de Fransche Geref. Eerken een geestelijke opweMdng. Deze ging gepaard met groote teekenen, (Ongeletterden spraken in geestverrukking en profeteerden. Isabeau Vincent, 16 j. oud, eene herderin uit Dauphiné, die noch lezen, noch schrijven kende, en alleen haar eigen dialect sprak, begon plotseling in vloeiend fransch te bidden en te leeren, waarbij zij wonderen verrichtte. De leiders van de burgers in den strijd tegen de regeeringstroepen werden door de profeten aangewezen n.l. Roland en Cavaher. De profeten bevrijdden gevangenen, straften vervolgers, bewaarden een strenge, zedelijke tucht en leerden de gemeente leven in gemeenschap van goederen. In den strijd gingen ze voorop, hieven den krijgszang aan uit Psalm , ö8: „Que Dieu Se - mlontre seulement" en stortten de burgers een ongehoorde dajDperheid in.

Als tweede voorbeeld moge dienen wat in ons land gebeurd is tijdens de Afscheiding van 1834.

Bij de vervolging te Bunschoten ontstond aldaar een geestelijke opwekking, waarbij kinderen van 6—12 jaar tot bekeering kwamen. Een meisje van elf jaar kreeg kracht en vrijmoedigheid om den burgemeester te vermanen, te bestraffen en te waarschuwen, zoo getrouw en gewichtig, dat alle omstanders zich verwonderden over de daden des Heeren (Verhagen p. 409). De luitenant Van der Poort, die de gemeenteleden gevangen nam' en wegbracht naar Amersfoort werd krankzinnig. Hij mOest gebonden worden, opdat hij zichzelf niet zou dooden, terwijl hij maar steeds riep: Ik ga verloren! Ik ben verdoemd! Ik heb de gemeente des Heeren vervolgd. (Verhagen, p. 399).

Voorts vindt men bij Ds H. H. Middel's „Eenvoudig verhaal", een genezing op gebed van melaatschheid en twee genezin|r.en van koortsen, waar^bij een Groningsch professor uitroept: „o dubbel mirakel, dat hier is gebeurd? Het 'gaat mijn verstand te boven".

Hieruit meen ik te mogen besluiten, dat de H. Geest in den bloeitijd der kerk door wonderen getuigenis .geeft van zijne aa.nwezigheid in het midden van 's Heeren volk. Hetgeen Johannes profeteert in Openb. 11 van de twee getuigen stemt hiermee overeen. Nadat de voorhof der kerk den heidenen ds gegeven en de kerk is beperkt tot de aanbidders bij het reukaltaar, geeft God aan Zijne twee getuigen macht tot bestraffingswonderen, gelijk die van Mozes en Eli;

De H. Schrift spreekt eciïtéf ook van een wederopleving van het magisch ' wonder. In Matth. 24:24 wordt gezegd, dat valsche profeten zullen opstaan, die groote teekenen en. wonderheden zullen doen, alzoo, dat zij (indien het mogelijk ware), ook de uitverkorenen zouden verleiden. Eveneens in 2 Thess. 2:9, dat de toekomst van den mtensch der zonde is naar de werking des Satans, in alle kracht en teekenen en wonderen der leugen. Opmerkelijk is het, dat in onzen tijd de magie hand over hand toeneemt. Hiertoe zijn te rekenen de z.g.n. geloofsgenezingen, die op suggestie berusten.

Voorts de hypnotische geneeswijze fen de genezingen door Imagnetiseurs, bij wie nog het geloof bestaat aan het mana, of fluide. De bezweringen van dooden wordt beoefend door spiritistische mediums. Deze zijn gewoonlijk psychische centra, die op een afstand werken en deze werking uitgeven voor de actie van geesten en afgestO'rvenen. Ook komt hierbij de telepathie en de helderziendheid, die echter als ze ontdaan zijn van alle bedrog, tot de hooge uitzonderingen behooren. Voorts nemen bok toe de waarzeggerijen door middel van kaarten, .amu-.letten e. a. d.

Nu (kunnen deze verschijnselen voor een groiot deel verklaard worden door de wetenschap. Rothe zegt, dat wonderen de voodoopers zijn van het allernieuwste der wetenschap, • gelijk blijkt uit de wichelroede, die vroeger uit tooverij en thans uit radioaktiviteit verklaard wordt. L. E. W. zegt in „Het Handelsblad" van 21 (a: pril 1922:

„Al die iziekten, die door een wonder genezen, bebooren tot wat wiji, medici, noemen functioneele .ziekten, in tegenstelling met de organische ziekten. Blindheid kan ontstaan uit een gebrek in het hoornvlies ol het vetvlies of in de geizichtszenuw. Doch daarnaast slaat de blindheid door ofwijldngien in het voorstellingisleven, gelijk bij het meisje uit Lourdes van Zola, en de predikantsvrouw in Björnson's: „Ueber die lüaft". Bij dezen ontbreekt onderbewust de wil om 'te genezen. Met behulp van suggestie en hypnose kan men aan dezulken wonderen doen."

Het gebruik van zoodanige natuurkrachten als het Somnabuhsme, Magnetisme, Telepathie, Suggestie, Trance, Extase en de mediums is echter niet onschuldig. Hun gebruik bevordert de beginselen van het Mysticisme, volgens welke de Alziel door het opwekken van geestelijke harmonie tot actie kan gebracht worden. Deze wereldbeschouwing doet den afstand tusschen God en. de natuur te niet, loochent alle bijzondere lOpenbaring Gods of leidt tot slavernij van 's menschen wil.

Voorts stelt men zich bloot aan allerlei bedrog, dat met deze middelen wordt gepleegd, en bevordert men het misbruik, dat zuurverdiende pen­ ningen in de zakken van nietsdoeners verdwijnen.

Bovenal w.aarschuwt de H. Schrift tegen de demoinische machten, die op üe verbeelding werken, en door middel van nieuwmoidische magiers eenvoudige zielen verstrikken.

Onze nieuwsgierigheid en dorst naar wetenschap worden langs den weg der magie nooit bevredigd. Het (hart blijft er koud onder. De geloofswetenscihap, die de H. Schrift ons biedt bevredigt daarentegen verstand en hart. Het nadenken van de gedachten Gods, in het woiord geopenbaard, is een onuitputtelijk werk. En daarnaast staan de daden Gods, waardoor Hij getuigenis geeft aan het woord. Deze te bennen en in het charismatisch wonder te beleven zij het doel des christens. Deze wonderen maken den mensch niet tot een slaaf van eens ^nders wil, maar tot een vrijen volgeling van Hem, Wiens naam is: „wonderlijk", üitreddingen, gebedsverhooringen, bestraffingen maken den christen niet afhankelijk van een mensch, hoewel misbruik hier niet uitgesloten is. Onder Gods zegen kunnen ze echter dienen, om bij loyale wilshouding anderen voor te bereiden op het ware geloof.

Deze voorbereiding geschiedt aldus. "De christelijke .persoonlijliheid, haar onwankelbaar Godsvertrouwen, ha.ar onbevreesdheid .voor de wereld, haar vrijmoedig belijden en hare ervaring van Gods trouw in het vervullen Zijner beloften, boezemt dengene, die een vreemdeling is aan deze dingen, eerbied in. Dit zedelijk respect wekt geen ijdele nieuwsgierigheid, maar eene levende belangstelling in het evangehe, dat' zulke vruchten afwerpt. Ten slotte ziet de kamerling Filippus, den wonderdoener, niet meer, want de blijdschap, dat hij Christus kent, vervult geheel zijn hart. En dit is de ware vrijheid.

Het icharismatisoh wonder heeft dus nog beteekenis in den strijd voor Gods Koninkrijk. Het steunt de ëvangelieprediking. Het opent ontoegankelijke harten. Het dwingt den tegenstander van het Woord Gods eerbied af. Het stelt tegenover de daden der menschen niet tevergeefs de daden van God, " Die alleen wonderen werkt. Het getuigenis Gods door daden slaat altijd in, waar het rechte milieu, de psychologische ^grondslag van het wondergeloof gegeven is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen