GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER - BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER - BIBLIOGRAFIE.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

door J. C. RULLMANN.

LI.

II. Het tweede ongerief, waarover Dr Kuyper in Confidentie klaagt is: den persoonlijken aanvaller kan ik niet afslaan.

Hij beweert, dat hij sedert ©en viertal jaren blootstaat aan een onedelmoedige verguizing. Dat m'en het voor hem' opnam' was wel een witte raaf. Gunning sprong ~tot tweemalen toe. openlijk voori hem' in de bres. Van de gescheiden broederen ontving hij gewaardeerde sympathie. Ook Dr Hoedemaker bleef houw en trouw, ten spijt van een verschil waartoe uiteenloopende persoonlijkheid onontwijkhaar drong. In de Vox studiosorum nam een tweetal studenten het voor hem op. En — last not least — Groen toonde hem in nlannentrouw den adel van zijn karakter. Wat aan andere broeders publicisten min edels ontglipte wilde hij liever vergeten dan vermelden. Tot zelfs de „E t en d a r d sang 1 ant!" van Dr Bronsveld (Stemmen, 1873, Mz. 73), hoe onkiesch en moeilijk verdedigbaar ook voor den Heer, werd van harte, om Zijns naams wil, vergeven.

Maar wat een reeks moderne predikanten Over Dr Kuyper hadden durven neerschrijven in bladen, maandschriften en brochures, was beneden alle kritiek. 'Naar de wijze les van zijn leermeester M. de Vries |gaf hij daarop dan ook geen antikritiek'.

Doch al ZOU antikritiek, ook naar de Vries' bedoeling, soms plicht zijn • geweest, de anonymiteit van het redacteurschap legde stilzwijgen op.

Dr Kuyper wijst dan op drie voorbeelden van persoonlijken aanval: de Zeister Conferentie, het Diaconie-Weeshuis en de Vaccinekwestie.

De laatste twee 'kunnen we, als Voor den tegenwoordigen tijd minder belangrijk, in deze Bibliografie verder laten rusten. De Zeister Conferentie echter verdient onze Mzondere aandacht, omdat ze in de ziel van Dr Kuyper de breuke gaf (met de ethische richting, waar hij dusver toe overhelde (zie De Heraut 27 Febr. '1916, de meditatie: „Dit is Gods vinger").

De Rhijnsche provinciale Synode besloot in Ï868, dat er een pleohtige gedachtenis zou worden gevierd van de op 3 November 1568 in Wezel vastgestelde kerkenordening!. Afgevaardigden uit Duitschland en Nederland kwamen daartoe in Wezel bijeen op 3 en 4 November 1868. Aan het einde van dit jubileum werd voorgesteld een Duitsch-Nederlandsche Predikantenconferehtie in het leven te roepen. In een daartoe benoemde Com'missie werden voor Nederland gekozen Ds Chantepie de la Saussaye van Rotterdam, Ds Heldring van Hem^ mer, en Ds Brandt van Amsterdant

In October 1869 werd de proeve te Wezel hernieuwd, en refereerden daar Prof. Hofstede de Groot van Groningen en Dis J. J. van Toorenenbergen van Rotterdam, die vervolgens ook in het moderamen gekozen werden.

Het oorlogsjaar verijdelde een voiorgenomen conferentie. , . •

Maar in 1871 werd de samenkomst gehouden te Emden, waar in 15.71 de eerste Synode der • Nederlandsche Gereformeerde Kerken vergaderd was geweest. Professor Hofstede de Groot presideerde er.

Na lezing van het verslag dezer bijeenkonist vroeg Dr Bronsveld in zijn Kroniek (S t e m m' e n, 1871, blz. 1085), of deze samenkomst wel dat karakter had gehad, dat men, met het oog ö""p 't verleden, met het oog op de hi'istorische 1 ij n, die van Emden in 1571 getrokken is, zou mogen wenschen. Te Emden had hij b'.v. den heer Hofstede de Groot met eenige trouwe volgelinigen, niet verwacht. Indien er toch 'iemand was, die het werk, in 1571 begonnen, de grondvesting eener Nederlandsche Gereformeerde Kei'k, had helpen verwoesten in ons vaderland, dan was het, schreef Dr Bronsveld, de heer de Groot.

Het komt mij voor, dat men op een plaats, waar de herinnering aan Hermanns Modet en'Graspar van derHeiden nog leeft, niet had moeten samenkomen, om openlijk te verkondigen, dat men , 200 geheel anders denkt zij. Waarlijk niet de Hoogl. De Groot had daar op den voorgrond moeten treden. •Wij winnen niets door fazie, niets door toedekken 'of loochenen van diepgaand verschil; wij worden eigenlijk naar den belijdenden mensch gedemoralizeerd door dat „vriendschappelijk" samenzijn met mannen, die toch niet tot de onzen behooren. Het zou mij leed doen, indien ik den schijn beliep van enghartig en lonverdraagzaam te zijn; maar de waarheid is het toch, (de heer De Groot heeft het herhaaldelijk uitgesproken) dat tusschen hem en ons én in onze beschouwing van den aard eener belijdenis én in zijn christologie en leer des beho'uds een principieel verschil bestaat. Dat te verbloemen verraadt zwakheid; dat uit te spreken en dan elkander te achten, verraadt kracht..

Aldus Dr Bonsveld. Jatam'er slechts, dat hij in de volgende Kroniek een toelichting van deze woorden gaf, die veel geleek op een herroeping.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER - BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1922

De Reformatie | 8 Pagina's