GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat Jezus eischt.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat Jezus eischt.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Indien wiji Hem alzoo laten (geworden), zij' zullen allen in 'flèm gelooven, en de Romeinen zullen komen, en wegnemen beide onze plaats en ons volk. Johannes 11:48.

Zietdaar de overweging van den Joodschen rag.d.

Zoo deze ïniannen Jezus niet tegentreden en uitwerpen, - dan zal dit htoi 'de plaats kosten, , welke zij innemen onder het volk, hun hoogheid en machtspositie; dan is Ifciet uit met hunne invloeden en rechten. Zóó heeft de toestand zidh nu ver-

scherpt; in dit stadium is nu h'et conflict tusschen Jezus en de Joodscihe machthebbers gekomen. Jezus of zij! Jezus' plaats of de hunne! „Indien wii Hem alzoo laten geworden, dan zullen de Romeinen komen en wegnemen onze plaats".

En voor h-im plaats, hün hoogheid, moet Jezus worden opgeofferd. iAls h'et gaat tusschen hen of Jezus, tusschen hün positie of Jezus' koningschap — dan moet Jezus sterven.

Hier spreekt de Joodsche raad zelve uit, wat de lijdende Christus yan ons eischt. Hij eischt, dat men zijn plaats, dat men tenslotte daarin zichz e 1V e n voor Hiem opgeve. Dat men zichzelven loslate en het m'et Jezus wage. D'at is eene gedachte, die over heel den lijdensweg uitkomt. Overal waarde Man van Smarten verschijnt ktijgt men diezelfde keuze.

Zullen de jongeren in Geth'selnlané zich'zelven handhaven of den Christus ? Toenvluehttenal de discipelen.

Zal Petrus in de zaal van Kajafas zich'zelven handhaven of den Meester? Daar verloochent S i m o n d e n H e i 1 a n d.

Zal straks Pilatus zichzelven handhaven of Jezus ? Toen igiaf hij Hem over, opdat Hij gekruisigd zou worden.

Overal hetzelfde geval als hier de Joodsche raad uitspreekt: Onze plaats of Jezus. En dan moet Jezus in den dood.

Zoo gaat de Heiland op Zijn kruisweg en overal vraagt Hij: Gij of Ik! Wien zult gij loslaten? Eén van tweeën moet overblijven.

Is het niet nog altijd zoo? Niet slechts éénmaal in ons leven, maar duizend maal? Eigenlijk eiken dag weer?

Onszelven handliaven, dat is de leuze van het vleesch. Was het niet eenmiaal onze val in het Paradijs, toen wij onszelven vasthielden tegenover God en den Heere loslieten? En is de vraag, waai-mede Jezus tot ons komt, niet nog altijd dezelfde, n.l. dat wij ons opgeven voor Hem? , , Zoo wie zijn leven zal willen verliezen!"

Ziet, de Heiland' gaat in deze lijdensweken opnieuw met Zijn kruis langs ons heen. En wij zijn allen als die Joodsche raad. Wij houden raad met onszelven. Soms lang, soms een enkel oogenblik. En wij overwegen: „Wat zullen wij opgeven? "

En nooit, nO'Oit kiiar het vleesch zichzelven verloochenen. Diat is als de Joodsche raad. Jezus op het kruis en wij op^ den troon, dat is de slotsom onzer oude natuur. Wie h'öeft ooit uit eigen kracht zijn wil, zijn© keuze, zijne hoogheid, zijne geredhtigheid, zijne plaats, zichzelven opgegeven ? Wie heeft uit eigen kracht ooit al zijne parelen verkocht, om' die ééne parel te gewinnen? „Het vleesch onderwerpt zich der wet Gods niet, want het kan ook niet."

Alleen de genade Gods, die de oude natuur doet sterven, alleen de wederbarende ontferming, die den' wil nieuwe hoedanigheden instort, geeft ons de kracht om ons leven te verliezen.

En welk een strijd blijft het - ook dan nog, pm: zich geheel a, an Christus kwijt te raken en Hem. in alles te kiezen tegen onszelven. Wij zullen dien strijd moeten kennen! Wij worden niet van ons vleesch losgeweekt; wij moeten er door Gods genade van los worstelen. En wie dien strijd niet kent, wil altijd maar zichzelven, zijn lust, zijn weg, zijn hart, zijne Zionde, zijne plaats tegen Christus blijven handhaven; wie altijd maar Christus afwijst en opgeeft, gelijk de Joodsche raad, om eigen plaats en troon te kunnen blijven behouden — het zal hem' gaan als die oversten Israels! Straks is juist door de verwerping van Christus hun plaats weggenomen, hun troon omgestooten, hun hoogheid vergaan. O moge hij nog, in onmacht om zichzelven te helpen, tot dien Christus de toevlucht nemen, met de bede: „Gij eischt, dat ik mijzelven voor U loslate; geef Gij zelf uit ontferming mij de kracht om uw eisch te volbrengen!"

Welk eene levensbeschouwing, welk een levenswerk ligt hier voor de gemeente des Heeren!

Jezus eischt al den dag(, dat, wanneer het gaat tusschen onze plaats en Christus, wij dan zeggen: daar gaat mijn plaats, daar gaat mijn eer, mijn grootheid, mijn lust, daar gaat de appel mijner oogen, daar gaat mijn gekoesterd plan, mijn vrouw, mijn man, mijn kind; als Christus' weg anders is, dan wil ik' niets handhaven tegen Hem, dan moet Hij Koning zijn, dan moet Hij niet sterven, maar leven, en ik zal Hem geven het goud van Scheba en i'k zal geduriglijk Hem aanbidden.

Ziet, dat is wel een weg van zielestrijd, vaak! ten bloede toe.

Maar uw Jezus is het waard; Hij is waard, dat gij Hem dat doet. Hij mag het van u vragen. Want het is de lijdende en stervende Heiland, die dit eischt. Hij, die juist als Man van Smarten, u predikt, dat Hij Zijnen troon voor u verlaten heeft en Zijne plaats opgegeven, opdat gij eeuwig uw plaats zoudt hebben in het Vaderhuis.

v. A.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Wat Jezus eischt.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1923

De Reformatie | 8 Pagina's