GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hoe lang nog?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe lang nog?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe lang zal ik nog bij' ulieden zijn en ulieden verdragen ? Luo. 9:41.

Hoe lang nog?

Als Jezus die vraag stelt, dan staan we tiuiverend stil.

Wat moet daar een diepte van wringende smart, een afgrond, niet vian ongeduld, maar van reusaclitigen wil tot voortgang, tot opgang, tot léven, in die woorden: „hoe lang nog? " opengaan, ^Is ze van zijne lippen komen!

Men heeft over uw Heiland gesmaald en gezegd: die bleeke Jezus, dat is de stille martelaar; de kracihtelooze, die zóó geduldig is, dat we er bij dreigen los te breken in ongeduld en tot zijn kalmen, rustigen vrede, tot zijn rustig oog, tot zijn hiand, die het kruis gelaten opneemt, zouden willen roepen: Ont-zet U! Doe dan toch iets! Kunt , Gij alleen maar lijden? Kunt Gij niet anders dan geduldig zijn?

O, indien Jezus niet anders kön, dan zou dit brandend verwijt op zijn plaats zijn. Een mensdh, die niet sterk genoeg is om te grijpen naar Jiet leven, i s ook een verbleekende zwakkeling in zijn dood.

En men heeft ook gezegd, dat er plaats is voor een beschouwing als deze, over den persoon van Jezus. Jezus — zoo heeft men gespot, neen, nog meer, ' zóó luidde de soms vertwijfelde klacht: Jezus is ook al geen bekwame Helper; Hij is geen Sterke, en dus ook geen sterkende mensch. Zijn lijden is zwakheid. Hij houdt niet van het leven. Hij is levensmoe! Hij zegt: hoe lang nog? Hij is niet krachtig genoeg om van het licht en van de vreugde te houden. En daarom is Zijn gang naar den lijdensberg de gang der machteloosheid. Hij is te zwak om zicih te verzetten; ; Hij laat over zich heengaan wat wil. Hij is het geduld, dat weerzin wekt doordat ieder er over heen mag loopen. Als Jezus in het donker gaat, dan komt het, omdat Hij niet sterk genoeg roepen wil of kan om het licht. Wat hebben we aan zulk een Jezus! Zulk een zwakkeling sterkt ons niet, staalt ons niet, steunt ons niet.

Ja, als dat Jezus was — we zouden ook ons zelf ongetroost zien weggezonden van den kruisheuvel Golgotha.

Maar — dat is Jezus NIET geteekend ge-1 ij k H ij i s.' Diat is Zijn roep: Hoe lang nog uitgelegd in verkeerden zin. In dat woord klaagt niet de levens-zalte, onwennige, en daarom schuw-OüWilligè mensch, doch de sterke, bewuste drager eener tot het ware, rijke, volle leven opveerende kradht. Hoe lang nog — dat zegt Jezus niet tot het leven, maar tot het ellendige, verwrongen leven. Het e i g e n 1 ij k e Leven — dat vervangt Hij, om het te zien en in zijn morgendauw ie ademen.

Ja, hier kunt ge Hem zien: in volle lengte zich oprichtend, zich strekkend naar het licht, roepend niet om van het leven en van de menschen af te zijn, maar opeischend, als een reus in boeien, voor zich een wereld, waarin alles is zóó sterk, zóó geloovig, zóó vast in God, als Hij het is. Hij wil het sterke leven! Er zij bevrijding!

Neen, zóó schreeuwt geen zwakkeling, die het leven niet meer begeeren kan, en daarom slechts „dat lieve dood-zijn" zoekt, of nog liever: van den zachten dood zou willen zijn gezocht.-

Zóó siddert ingehouden kracht alleen in de stem van hem, wiens adem hijgt naar het licht, wiens ziel te snakken vermag naar het bruisende, zich hem volkomen onderwerpende leven. Niet het slavengeduld, maar de heerschersdrang, die roept om een wereld, die naar Hem zich schikt, is in dit woord hoe lang nog, te beluisteren.

Hoe lang nog ?

Wilt gij van dezen kreet iets verstaan, wilt gij het hijgen van Jezus' borst zien en weten, welk groot verlangen er in siddert, bezin u dan even over de vraag, wanneer hij zóó gesproken heeft.

Het evangelie zegt het u.

Het plaatst dit roepen: „hoe lang nog? " in de omlijsting van een tafereel, dat de grootste contrasten geeft.

Eerst heeft de Christus, da, ar bo'Ven in den berg, den hemel zien opengaan en in zijn licht geblonken. Toen heeft Hij geademd in reine lucht en heel Zijn heilige ziel ging open. Toen heeft Hij het verheerlijkte leven aanschouwd' en heel Zijn zuiver verlangen heeft daarvan de, weelde ingedrónken.

Maar nu?

Nu ligt daar voor Hem een jong leven, waaruit de doodswalm opstijgt, en Ide reuk van ont-binding, dat is van vervloeking Jezus in het gezicht slaat. Een dood-zieke knaap, één, dien het verderf heeft aangegrepen, ligt'daar vóór Jezus, een vraag zonder woorden.

Toen hief Jezus Zijn stern op: Hoe lang nog, hoe lang nog?

Weet gij het nu?

ACHTER dat woord staat: de lichtende berg, de geopende hemel, de verheerlijkte mensch. IN DAT woord golft óp Christus' walging over alle wereldellende, en Zijn diepen afkeer van alle aardewee en menschenzonde. Hoe lang nog ? Het is de Koningsmensch, die 'zóó roept, want Hij snakt naar leven en naar licht, naar jeugd en naar bloei.

Wie zóó roept als hij sterven gaat, die bewijst voor alle eeuwen, dat zijn dood geen zacht verglijden is in het donker als van één, die niet weet wat leven is, doch de sterke daad van hem, die zich sterkte naar het licht — en die toen zeide: Hier zijn mijn handen: bind ze! Hier zijn mijn oogen, die licht zoeken: graaf ze uit. Voer mij in den nacht. W.aar is mijn volk? Ik kom, o God, ik kom! om Uwen wil te doen! Ben ik de sterke niet in mijnen ondergang?

Het heilig offer, dat hier zicih gaf tot den dood, was alzoo levend en krachtig. Wat oud is en verouderd en nahij de verdwijning, dat kan niet meer ten offer zijn. Geofferd leven, dat moet jong zijn en krachtig; want offeren, dat is: geven wat kostbaar is; dooden, wat niet sterven zou uit zichzelf.

Het offerlam, dat heden dan zich geeft, zie, hoe het leeft en krachtig is in de beweging van den jongen wil tot leven!

Hoe lang nog?

Dit hart is nog jong, en deze wil nog sterk. Nu verbreke God dat hart en Hij k'nechte dien wil. Want alleen de smartelijke offergang werkt leven in verzoening.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Hoe lang nog?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 september 1923

De Reformatie | 8 Pagina's