GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXXIV.

door J. C. RULLMANN.

XII (14 Febr.). Een laatste, maar niet het minst ernstige beschuldiging, die we tegen de .komedie inbrengen, is dat ze, 't zij rechtstreeks, 't ziij zijdelings, den huiselijken zin uitbant en verleidt tot uitgaven, die onze burgerij niet passen.

XIII (16 Febr.). Ten slotte rest nog een woord over de concerten en over de g e e s t e 1 ij k e spelen. In den bestaanden vorm nu kunnen we de publieke concerten voor de massa niet anders dan betreuren en slechts de eigenlijke kunst-concerten geoorloofd achten. En bij het aiitwoord op de vraag of het voor christenen geraden is, zeÜ betere concerten te organiseeren, manen we tot omzichtigheid en opperen we twijfel aan het welslagen.

XIV (18 Febr.). En wat de „geestelijke spelen" betreft, het opvoeren van de heilige gesahiedenis in vertooningen maakt, dat we G-ods Woord als iets, dat we naar eigen zin hanteeren kunnen, aan ons onderwerpen; terwijl het juist omgekeerd de wil-des Heeren is, dat de S-chrift hoog, wij laag zullen staan, en dat de heilige historie ylan Goids glorieus werken in Zijn heiligen ons machtig genoeg imponeeren zal, om een iegelijk in de oonscientie te getuigen: „Daarvan tenminste blijft ge met uw gehotzucih'tig halrt af!" XV (21 Febr.). Een inzender • onder het initiaal L. verwees in het Zuiiden naar een stuk van den Docent Steketee, van Kampen, als zeer bruikbare tegenhanger tegen ons straf en te ernstig betoog. Een bewijs te meer, da.t een openlijke bespreldng van het „publiek vermaafc" heusch niet overtollig was. Men zie intusschen toe, dat men de zedelijke veerkracht der Puriteinsohe beginselen niet op^ offere aan het boeleeren met een in den wortel 't zij dan paganistisch, 't zij dan Roomsche kunst.

Na deze Standaard-artikelen verscheen in April het boekje van Ds Tophel, uit het Fransch vertaald door A. J. Hoogenbirk, met een inleidend woord van Dr A. Kuyper, gedateerd 19 Febr. '81. Het luidt als volgt:

Dreigde een oogenblik het gevaar, dat onze gotede Bell-ringers de fcomedie-deui' voor ons christenvolk zouden openstootea, thans blijkt reeds, dat hun optreden er eer een grendel meer op school.

Naar aanleiding toch van hun minder goede tact, om hun keurige muziek met allerhande grappen op te sm'ukken, ontspon zich in onze pers ©en ernstig debat over het „Publiek Vermaak", dat eer de oude palen nog dieper inheide in den bodem, dan dat het de vroegere slagboomen vallen liet.

In verband hiermee juichte ik zeer het denkbeeld toe, om ook eens een stem uit het B, uiten-I a n d over deze ernstige maatschappelijke aangelegenheid te doen hooren.

Er zijn nu eenmaal christenen in den lande, die al wat van onzen eigen bodem komt onfrisch en Imuf vinden, maar aanstonds zich gewonnen geven, als het een vreemde is, die aan het woord komt.

Er zijn óók christenen, die niet van ©en courant houden, en zelden gesticht worden indien het ver-' maan den preekvorm mist.

Eindelijk zijn ze er ook, die, om licht te bevroeden redenen, op het kantje af alles wantrouwen wat komt luit den Calvirdstischen hoek; maar die met open armen inhalen al wat zich hult in de kleedij der moderne orthodo'xie.

Welnu, voor deze drie categorieën kan dit boekske doen wat De Standaard, met zijn artikelen over Publiek Vermaak, niet vermocht.

Dit boekske komt mi eens niet uit Amsterdam, maar luit Geneve, en sprak oorspronkelijk Fransch, geen HoUandsch.

Ook zijn het geen cOurant-artikelen, maar stich-, telijke, aan een Schriftwoord vastgeknoopte, toespraken.

En, wat ik vooral niet verzwijgen mag*, ze spreken , den christen toe van uit een standpwnt, dat heusch noch pnriteinsch, noch calvinistisch is, en eer gecfualificeerd zou moeten worden als soms hellend , naar den Groninger kant.

Kon dus de artikelen-reeks in De Standaard het meer stoere, en dit boekske (ondanks sommige ' onzuivere beschouwinjgen) het soepele deel van ons • christenvolk in de conscientie vatten, dan zow er van twee kanten tegelijk ©en slagboom tegen het binnendringen van het publiek vermaak zijn opgesteld, en de neiging tot wereldgelijkvormigheid mis-' schien weer ©enigermate 'getemperd zijn.

Daarbij zegene het de Heer© onze God, die niet in het „do-en spelen of zien spelen" van rollen ©en welbehagen heeft, maar daarin, dat we in het werkelijke leven wandelen zullen voor zijn aangezicht oprechtelijfc.

De drie pleidooien van Ds Tophel, die nu volgen, dragen tot titel: De liefde tot den naaste, Ons eigen zieleheil en Christus in ons, Aan het slot vinden we dan nog een Aanhangsel met „bewijsstukken ter rechtvaardiging". A. Pierson, Oudere Tijdgenooten, blz. 66 vv. wijst er op, dat het tooneel in den Reveilkring gerekend werd tot de wereldsche genoegens. Zie ook: Geschenk' van een christelijk vader aan zijn opwassende kinderen. Naar den XlVden druk v; an bet Engelsche werk van John Angel James voor "den Hollandschen lezer bewerkt, door Nicolaas Beets. Amsterdam, Johannes Muller, 1844. Hoofdstuk 16: Over het TooneeL

Sinds vond ook in den Reveilk'ring een meer wereldsche geest ingang. Daarvan schreef Dr Kuyper in De Standaard van 21 Febr. 1881:

Onze hoogere standen zijn voongegaan met op weelderige soirees, waarop heel de o-migeving den zondaar in den menscli vergeten deed, de belijdenis van den Man-van smarte te huwen aan de verfijnd-, heden van een weieldsche genotzucht. Slechts één grens bleef nog een tijdlang onoverschreden: In O'ns goede vaderland ging een man of vrouw, die Jezus hefhad, nog niet publiek uit. Èen christen in deze landen ging niet naar de komedie! Maar nu in ! de laatste jaren zelfs die grens niet meer heilig bleek; en men van links en rechts hoorde van vaders en moeders uit de kringen van het reveil, , die niet inzagen waarom men zijn kinderen zulk een onschuldig genot onthoiuden zou; ©n er nu onlangs zelfs ©en zoo sterke genotzucht ook in christelijke kringen bleek te werken, dat de lafste grappen en gansch zoütelooze liedekens door mannen van naam onder de christenen in bescherming werden genomen, ja, in verband met m'uzikaal genot, onder christelijke vlag, zelfs werden aanbevolen; — nu scheen ons de maat derwijs vol te loopen, dat , langer zwijgen plichtverzaJjing ware geweest en ernstige waarschuwing, ter weer vastzetting van de oude palen geboden - scheen.

Later schreef Dr Kuyper over het tooneel nog in Het Calvinisme en de Kunst, 1888.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

KUYPER-BIBLIOGRAFIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's