GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

CONCENTRATIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CONCENTRATIE.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Het Gereformeerde Nederland toont steeds daidelijke neiging om ia twee deelen uiteen te vallen. Diaar is onder ons een groep, die avond na avond weet .door te brengen, gebogen over één of meer kranten, een levenshouding, waarin slechts het brengen van een bezoek, of het beroemde „gezellige avondje" afwisseling geeft. En tot de andere groep moeten de menschen geteld, die zich mingtens eens in de vijf jaar overwerken.

't Is gelukkig nog niet zoover gekomen, dat de middenstof ontbreekt, 't gaat nog niet aan daarom van twee helften te spreken en de vraag, welke groep do grootste is, behoeft dus niet te worden beantwoord, 't heeft wel den schijn, dat de middenmoot kleiner gaat worden, 'dat de nu nog zeer breede grenslijn zich aan 't versmallen is.

Ge kent ze toch ook de menschen, die altijd den tijd hebben om eens op, te loopjen, steeds het mooiste boek hebben gelezen, die „De Standaard" bestudeeren a: vond aan' avond van het begin tot het einde en alweer de gelegenheid weten te vinden, om van het gelezene een uitgebreid verslag te doen. En daarnaast staat .de man, die van zijn wijkpredikant een zachte vermaning kreeg, omdat hij ontbrak bij de verkiezing van ouderlingen en diakenen, die door den Voorzitter der Kiesvereeniging wordt laangesproken, waarom hij er nu gisterenavond niet was, 'het werkt zoo slecht, weet ge, als juist de vooraanstaanden niet komen en die op dienzelfden dag al weer ook nog een vergadering van het Schoolbestuur, had moeten bijwonen, doch den avond, waarom het ging, heeft doorgebracht door tot midden in den nacht te werken aan een lezing, die hij den volgenden dag houden moest. Inderdaad, er ontbreekt hier iets. Wat, dat is nog niet zoo gemakkelijk te zeggen. Met een enkele klacht is 'de fewestie zeker niet opgelost.

't Is zeer zeker waar, dat er velen zijn, .die zich aan .allen arbeid buiten dien van h|et eigenlijke beioep onttrekken, dat wil dus m.n. zeggen over wat we idoorgaans noemen aan den arbeid in het koninkrijk Gods en daarover vooral willen we het hebben, maar het is ook waar, dat van die velen misschien het grootste deel niet in staat is den arbeid te verrichten, die nog moet worden gedaan. Niemand mag opgaan in zijn beroep, maar het kan tocli zijn, dat ons beroep zulke eischen aan ons verstandelijk of lichamelijk' uithoudingsvermogen stelt, dat althans, wi® niet al te sterk is, den avond rust moet houden.

't Is waar, dat in meer dan één vereeniging de klach-t luidt, dat van meeleven der leden weinig te merken valt, dat alles aan het Bestuur wordt overgelaten, dat men alleen weet te klagen als later blijkt, dat men de dingen liever anders had zien loopen, maar het is ook waar, dat er onder ons zijn, die hun plicht tegenover vrouw en kinderen, tegenover hun huisgezin niet nakomen, zooals het behoort, dat er te klagen vialt over het weinige toezicht op het gedrag der kinderen. We hebben soms weer het voorbeeld noodig van de vrouw, van welke Dick'ens in één van zijn boeken vertelt, dat ze door haar zorgen voor de zwarten in Afrika niet zag, hoe haar eigen kinderen zwart waien van buiten en van binnen. Een voorbeeld te meer .toepasselijk, nu onze vrouwen het met hun vereenigingen en vergaderingen, al ongeveer even druk hebben lals wijzelf. <

Moet dan allerlei werk maar blijven liggen ? Wie zal het dui-ven beweren? Is er dan nog niet , o zooveel te doen, voor de zaak des Heeren? Wie zal het ontkennen?

Toch raak ik hier reeds aan een punt, waarop de aandacht moet worden gevestigd.

Wij Gereformeerden houden er van de actie uit den kring van het volk te laten op komen. We willen de dingen zelf doen, we willen'daarbij vrij zijn, ons eigen inzicht volgen, slechts ons buigend voor.de eischen van bet Woord Gods. We pleiten voor souvereiniteit in eigen kring. We ijveren, dat er zoo weinig mogelijk vóór de menschen wordt gedaan, maar dat het dóór de menschen gedaan wordt.

We zien, dlat hier nog. heel veel niet in orde is. We zien nog allerlei terrein braak liggen. En als er één tot arbeid roept, vindt hij gehoor.

Dat is nu alles heel mooi en goed, maar wa moeten oppassen, dat we niet boven onze kracht gaan. Aan het onmogelijke is niemand gehouden. We hebben een voorbeeld gehad met onze Middelbare Scholen. Eenige jaren g-eleden werd de ééne na 'de andere geopend, doch voor tal van va'kk'en ontbraken 'de bevoegde leeraren van Christelijke beginselen. Zoo is er |a, lleiiei arbeid' opgezet en aangevangen, waarvoor 'de krachten niet in voldoend aantal aanwezig zijn. Ook het geld gaat soms ontbreken, al mM ik' dit hezwaar niet zoo groot; er staan wel eens Christelijke 'Vereenigingen zeer zwak, maar. een debacle blijft gelukkig een groote uitzondering.

Van meer beteekenis is, dat menschen en geld onttrokken worden aan oude vereenigingen en ten bate komen van nieuwe. In het algemeen mag wel gezegd, 'dat de eerst opgerichte vereenigingen, de meest noodige zijn. En dan wordt het een verlies, als iemand van het oude vertrekt en gaat naar het nieuwe, hoe noodzakelijk dit op zichzelf ook moge zijn.

Daarom, past voorzichtigheid bij het aanvatten, van nieuwe dingen. En die passende voorzichtigheid wijst reeds in de richting v; an bepierking. \

Wie iets op touw zet, is naar het woord der Schrift verplicht de kosten te ©verrekenen. En da, t houdt niet slechts in, weet ik de menschen te vinden, weet ik a, an het geld te komen, doch ook, onttrek ik soms de mannen, die mij willen volgen, aan anderen arbeid, die meer noodzakelijk is, zal het geld, voor mijn zaak afgezonderd, de contributies van een andere vereeniging doen verminderen.

Vergis ik me niet, dan wordt over deze dingen, wel eens te weinig gedacht. Het is aan den eenen fcan.t wel waar, dat elke nieuwe zaak nieuwe krachten mobiliseert. Maar doorgaans niet uitsluitend nieuwe krachten. En juist onder pas gemobiliseerden is vaak de trouw aaji het eens gekozen vaandel nog niet zóó groot, dat die hen belet bij het minste verschil van inzicht of de kloinste onaangenaamheid een andere banier te volgen.

Bovendien er is een grens aan onze kracht. Ik beweer volstrekt niet, dat die reeds bereikt is, meen zelfs, dat we er nog niet aan toe zijn gekomen. Maai-ik geloof wel, dat het ideaal, alle kïaichten; in dienst gesteld van het koninkrijk iGods, een illusie zal blijken. Wat niet zeggen wil, dat we het ideaal moeten laten' glippen, wel dat we er niet op rekenen mogen het ooit te zullen bereiken.

Daarom zal in een andere richting hulp moeten worden gezocht en dat is in de richting der' concentratie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

CONCENTRATIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's