GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

— Goeden-avond, pastoor. — Goeden avond, dominee. — Zoo, U ook in het Comité?

— Zoals U ziet. U ook, merk ik. We zijn vroeg, geloof ik.

— Ja, nog •. geen-meiiSGh aanwezig. Zal wel komen. 't-Begint - 8uur.

— Wie opent ^e^; y dominee?

— Ze zeggien: d© rector magnificus van de Hoogeschool. Natuurlijk streïig volgeiis ambt, echt wat je noemt quaJïlate qua.-Geen sprake van persoonlijke lievoorFechting om. richting of zoó. Nee, alleen officieel.

— Zoo, de rector. Nou, volmaakt vrede taee.: Grfek, hè, dominee, dat - je met z'n allen zoo-genoegelijk-kunt samenwerken, als 't over: zoo iets loopt. Je denkt er niet aan, dat je, als' je' zoo maar „DE • düitschè intollectueelen" steunt en helpt, om weer op. de been te komen, dat je dan, nou ja, la'vve eerlijk praten, dat. je dan eigenlijk ook meteen je vijand op de been helpt, ' Niewaar, zal U toch ook wel es gedacht hebben, dominee .... ü bent immers van, nu ja, van de kleine protestante kerk, laat ik maar zeggien: van de Kuyperkerk, dan begrijpt U me wel.... Hebt U daar zoo nooit es ever nagedacht? . Niet, dat ik 't er om laten wil, lijkt üi-niet op, . heb direct ja gezegd, toen ze me vroegen voor liet 'COimité tot hulpverleening, ... > , mïiax soms, ceH heel enkel keertje, denk je d'r es.-eventjes aan, dat die intellectueelen straks van. je eigen gield weer opstaan en verder gaan ïnet het bestrijden van. je geloof en van je eigen wetenschap.... O nee; , niet dat ik me .i^ou willen onttrekken, maar.....

— Nee, pastoor, ik kan niet zéggen, dat ik d'r erg vaak aan' denk, dat.de zaken eigenlrjfc zoo' staan.... Want, gelijk hebt U eigenlijk wel. Over 't algemeen is E E duitsche wetenschap teg^n U en net zoo' erg tegen ons, togen de Kuyperkerk, om 't maar eventjes mee te zeggen voor 't gemak. Dat za: l wel komen van....

— Van het' verschil tusschên.. wetenschap en' politiek, wou U zeggen?

— Och ja, pastoor, dat óok Wör; 'D©; ''w-êteüschapslui liiten elkaar begaan^ ook al weten • ze van elkaar, dat ze roekaai' bevechten, filaar ik weet heel wat menschen, die voor de Russen niets wouen geven indertijd, omidat 7, 0 • bang waren, hun vijanden brood te geven en op do been te helpen .... dat wou U zeker zeggen....

— Zeker, zeker. Precies.

- Kan zijn, dat U gelijk hebt, pastoor .... hoiewel, ik heb pas nog in de TVeede Kamer meneer Troelstra zien praten, persoonlijk dan, met ministor Colijn.... Ik kon natuurlijk niet verstaan, wat ie zei, 't was tegen het eind, toen ze allemaal wegholden, net as - schoolkindertjes. Maar 't was toch niet leelijk, geloof ik. 't Leek Z'èlfs wel vriendelijk, tenminste aan het gezicht, van minister Colijn te oordeelen.

— Ja, u w man, hè, dominee. iVIisschien hebt U .gedacht: hij kan niet kwaad worden.... jullie, Kuypermenschen, hebben iemand ook zoo héél èrg lief, als je ten keer van hem houdt....

— Nee, pastoor, heusch, minister Golijn keek heeleiijaal, niet zuur, toen Troelstra tégen hem praatte. Toen dacht ik zoo bij me zelf: zoo, leelijke Troelstra, kun jij nog onder 'vier oogen netjes praten tegen den man, die van jou en van je krant niets ïuidei's dan gemeenigheden slikken moet? Ik wöu maar zeggen, dat ik nou niet in de eerste plaats aan het verschil tus-.«phen politiek en wetenschap dacht, toen we 't er over haddeii, dat alle gezindheden gpaag meewerken aan zoo'n doel als vandaag: van die duitsche intellectueelen in nood. Nee ik dacht meer aan iets anders.

— Dat is?

— Nou, als'Ü'zoo aanhoudt, aan het verschil tusschên" U en ons. We praten nou vandaag toch vriendschappelijk, niet?

— Zeker, zeker, dominee. Maai' .... ö .... wat bedoelt U eigenlijk?

- Kijk, U, met z'n allen in de Roomsche Kerk, ö hebt den naam van. streng vasthoudend te wezen, zoo heelemaal op Uw stuk staan, zoo....

— Neem me niet kwalijk, dominee, maar van jullie Kuyperkerk zeggen ze 't nèt zoo erg.

— Weet ik wel, pastoor. Maar, zieje, nu bent D zoo in het dagelijfcsche leven nog al wat conciliant.... U kijkt ai én toe es naar het tooneel....

— Wis en drie, dominee .... gisteravond nog naar toe geweest....

— En U bent niet bang om zoo maar op straat vóór een café te zitten....

- U dan wel, dominee?

— En U bent nog al modern in Uw op'vattinglenj •tonïninste, als U niet dienst doet, nu, ja, ik bedoel niet modernistisch, maar modern, U begrijpt wel....

— Ja, , ja, laatst de Reformatie gelezen.

— Komt die bij U op de leeszaal?

— Nee, dat nou niet, hoewel, enfin, 't was trouwens ook in de bladen overgenomen, van jullie Prof. Hepp.

— Ja, pastoor. Nou wou ik maar zeggen, dat ik U .allemaal niet rangschik onder de modernistische Roomschèn, maar wel onder de moderne Roomschen,

— Nee, modernistisch zijn we gelukkig niet .... nog niet veel last van, dominee, net zoo min als in jullie Ktayperkerk.

— Dus, U verwacht niet veel van het antwoord op •die prijsvraag?

— Prijsvraag? ? Prijsvi"aag? .Waar heb-je 't nou weer over, dominee?

— Ja, gister gelezen in „Stemmen voor Waarheid on Vróde". Prijsvraag is het over den tegenwöordigen stand van het modernisme....

— Modemisticisme, dominee.

— Van hot modernisme, staat er. U heb gelijk, erg goed bij-zijn die prijsvraaigheeren niet. Maar nog es weer: de tegenwoordige stand van hét modernisme iil de Roomsch-Katholieke kerk en zijn vooruitzichten.

— Ha, ha, ha. Domineetje, dömineetje. Wie' hebben dat geprakkiseerd ? Stel je voor, de vooruitzichten Van het modernisme in de Katholieke kerk, nee maar, dominee, dominee....

— Staat er toch zoO', pastoor. Prijs'vnaag van het Haagsch genootschap tot verdediging van den christelijken.godsdienst. U weet, ruikt een beetje ouwei'wetsch, net as de letters van Stemmen voor Waarheid en Vrede, een lettertype, dat je. óók nérgens meer zien kan dan daar..-.. Inzendingen aan den • Secretaris des Genootschaps Prof. Dr T'. Cannegieter, zoo staat het er. Wat eén korkstijl hè: deS génootschapS; zoo^ zeggen jullió 't niet meer, hè, pastoor. En dan hebben ze 't ook al maai' door over getypeerde stukken .... van inzenders. ...

—'Hè?

— Getypeerde stukken. Als ik 't goed begrijp, is d, at zoio veel, als wat een ander noemt „getypte" stukken. Inzendingen voor 15 December 1921. Als do antwoorden binnenkomen zullen de bestuurderen des Genootschaps zo typeeren: goed of kwaad en half-goed of half-kwaad, ; of net aan de belooning toe of net aan het honorarium (erg mager, hoor) toe, of net er onder .....

— Schei maar . uit, dominee. Ik zie al, dat ' U niet meedoet.

— Denk er niet aan, pastoor. Maar wat denk U nou van die vraag als vraag?

— ü wil zeggen, van het modernisme in....

— Modernisticistische ....

— Weer.gelijk, dominee. Nu, zal wel losloopen; .Niet veel ..van te merken ..... Noiu ja, die paar boeken, die : erover geschreven zijn, . wie geeft nu zoO' veel . orn boeken, 't leven heeft maling aan boeken....

— Ja, pastoor, maar nou net Anton van Duinkerken weer? ?

— Wat mol-je met Anton, dominee?

— U weet natuurlijk veel beter, dan ik, dominee, dat do verandering van koers van jullie tijdschrift ., De Nieuwe Eeuw" een zwaai beteekende naar rechts .... on dat kun-je toch aÜRenmaar doen van links....

— Nou ja, maar wo zijn nou OOK wee, - in den rechterhoek. Heusch.

— Ja, inaar jullie nieuwe„jongerentijdschrift" dan? De Valbijl? Is tegen Maart aangekondigd en ik kijk eiken dag al naar de boekwinkels.

-Nu, ja, dominee, die blaaskakerij' van jongeren, kunst, litteratuur.... Nemen jullie Kuyperkerksche dominees daar. nu altijd even veel notitie van?

— Za'k niet zeggen, pastoor. Maar bij ons is 't ook zoo erg niet. Hu, de - Valbijl, klinkt zoo revolutionair, ruikt echt naar bloed. Om bang voor te ....

— Domineetje, what is in a name?

— Heel veel, pastoor. Tenrninste volgens Anton van Duinkerken. Die heeft bij jqllie blad „De Roiefing" , eefi bijblad, .gegeven, waarin-iie .nog , al te keer gaat tegen dien naam. De LANS., %e3^t ie, dat zou nog gaan; lansen werden gebruikt door de kruisvaarders tegen de Saracen'en. Maar een VALB.IJL, hu, die was van de revolutie, van de geestelijke Saracïnen, van de geestesplebejers, zei-d-ie. Dus, die jongeren van U, pa, stoor, zijn toch niet zoo heel mak....

Dominee, hoor nou es goed: we kijken dat allernaal rustigjes an, en we krijgen 't er Wel weer ónder ook. als ze wat stout beginnen te worden. Kan je voor mijn part gerust overbrieven aan den Secretaris des Genootschaps van daar straks.... Maar .zijn we niet een beetje uit de koers geraakt? U zou nog zeggen, waarom en waarin U verschil ziet t'isschen U en ons?

— Ja, dat is waar ook. Nu, kijk, U en wij', zij'n allemaal precies even onverdra agz.aam in de theorie tegenover andersdenkenden; we staan allebei ; tegenover wat je noemt „de wereld" en hebben allebei gezegd, dat in ons isolement ligt onze kracht....

— Hm, hm, enfin.

— Maar nu de praktijk, meneer pastoor. U hebt een massa vijanden op papier, maar ü durft het leven in en dan vallen heel vyat vijanden mee en dan bent U nog al erg verdraagzaam.

— Zeker, zeker, , dominee. Erg verdraagzaam'. Je zal ons niet hooren over broodbakkerij enz.

— U bedoelt, die vergadering in Salvatori, waar ds Bakker gesproken heeft?

— Nou ja. Is me daar even ontvallen. Neem' me niet kwalijk, dominee.

— Heelemaal niet. Ja, van die hostie-Éakker-ij was wel wat erg, maar 'twas dan ook ds fialcker, die natuurlijk 't eerst an zoO' iets denkt. Maar do man schrijfit anders erg mooi en erg frisch en we maggen hem anders graag. Maar nou zit U weer in de theorie, pastoor. Maar ik wou 't hebben over de praktij*, ziet U.

— Ja, alles goed en wel. Maar onze theorie is ook nog al ruim. We hebben geen Bakkerianen, ook niet op papier .....

— Pastoor, we spreken af, dat we goeie vrienden •blijven vanavond. U hebt trouwens gelezen, dat ds Bakker heelemaal niet hoort bij wat ü noemt de Kuyperkerk. Zeker wel gelezen van Prof. Noordt.^ij van Utrecht?

— Ja; ja, heeft me goed gedaan. We mogen jullie weL

— Maar dat U geen ge-Bakker kent, pastoor, dat wil d'r bij mij niet in. Heb ik pas niet gelezen, dat de Byencörf van Marnix van St.. Aldegonde een infaam' pamflet genoemd werd, tenminste de schrijver vond, dat het zoj moest zijn in de oogen van elk weldenken d" m e n s c h. Dat heeft ds Bakker nog . niet eens getlaan. Heeft niet gezeid: wie het met mij, niet eens is, die is geen weldenkend mensch'.'; .. dat lieten we altijd ' over aan de...', wo' zijn to'ch nog alléén hé..'.: aan de menschen van „het denkend deel der natie" .... niet aan den rector vertellen straks.... Ja, 't stond er wezenlijk — de B'yencorf was een godslasterend en P'ornogralisch heiproduct.... Eii is dat nou lOok niet een beetje Bakkerisme? Of liever: P^jkkeristicismie? Want bij ons aan de Vrij'e, aan de Kuyperuniversiteit, zooals U misschien zegt, hebben ^ze met de Byencörf veel op. Promioveeren erop. En onze jongelingen haast lOok.

— Begrijp 't verschil niet goed. Enfin. }, la, a.y. U dwaalt weer af, dominee. , - 'o •-''v, ^ •; •, ; , ••.-< ;

— Weer gelijk, pastoor. Kijk, U; met z'n; allen'bent in de p r a k t ij k wat soep'elor dan •wij. D& aro'm hebt U voor Uw gevoel minder vijanden dan wij'. Zoo komt de verdraagzaamheid tot de OJiverdraagiiaa.m'heid .en de onverdraag'zaamheid tot de verdraagzaamheid.

— Is dat nu-logisch, dominee, of logicistisch?

— Weet ik niet. Maar als U eiken dag U met de wereld verzoent, min of meer, en die wereld valt U dan wat : af, en de geleerden giaan mét Uw geld U weer bestrijden, enfin, dan valt dat misschie.n wat teigen., omdat U zoo verdraagzaam wou zijn, en daarom die tegenvallers U op' .zoo'n oogenblikje onverdraagzaam maken. Maar wij rekenen op vijandschap; het woo-rd „de wereld" ligt ons op don mond béstoi-ven, ook in de pireek en vanzelf oO'k op onze vergaderingen, en vanzelf oo'k onze jongelingen. En daarom weten we niet beter, of 't hoort zoo, dat we vijanden hebben. En daar zijn we dan zoo aan gewend, dat we graag meehelpen om 'onze vijanden in 't leven te houden, en zoo is onze theoretische onverdraagzaamheid vaak het begin van onze praktische verdraagzaamheid. Als er geen „wereld" was en geen „valschelijk genaamde wetenschap", wel, pastoor, dan zouden we haast, net zoo kort mioeten. preeken als U en dan .ook over Vioorgeschreven onderw......

— Dus, dominee, U teert op de wereld, U preekt, U redeneert, U vecht, omdat er tegensprekers zijn. Noemen ze dat bij jullie: bouwen en bewa.ron?

— pastoor, wie zal het hart doorgronden? Maar wees nou verdraagzaam en maak er geen misbruik van, dat ik me dat allemaal liet ontvallen.

— Nee, nee. Ik doe niet mee met Ravesteyn, hoor. Ik vin lOok, al hebben jullie vaderen de boel in de kerken kort en klein geslagen, bet was toch Ravesteyn. z'n vader q^ok en als ie in de Tweede Kamer zoo'n groote mond opzet, dan zou ik zoggen: man, de menschen van de Kuyperkerk en as 't erop ankorat, de menschen van de Bakker-kerk ....

— Bakker-partij wil U zeggien. ...

— Goed, de Kuyperianen en de Bakkerianen net zoo. min, z'ullen de boel in de berk kort en klein willen slaan, maar jij', Ravesteyn, jiji, jij ben ©en zoon van die vaderen-van-sla-d'r-maar-op. Jij zou graag alle; • kerken....

— Mooi gezegd, pastoor. Nee, dan wij.... wij zullen de salarissen van Uw nonnen niet beknibbelen, let maar op in de TWeede Kamer straks.

— Dominee, .geef me de hand. De Byencörf is uit den tijd.

— D'at nU niet, pastoor. Maar 't is waar ook: allebei hebben we dan toch maar onze Saracenen. Soms gaan we ze allebei bevechten, en vandaag: gaan we ze samen voeden. Dat noemen ze zeker onze diepere eenheid en den wortel, U weet, den wortel, waaj'op we stoelen en zoo.

— En denkt U, dat we veel geld zullen krijgen zoo voor die duitsche intellectueelen?

— Weet nog niet, pastoor. Zou Uw partij, veel doen? We praten toch vertrouwelijk: laatst gelezen in een kerkbode, dat Uw 'menschen niet veel geven vO'Or liefdadige doeleinden....

— Hm. Ook vandaag nog gelezen, van die pro'testante protesteerende kerkvoogden in Oosthuizen, die kwamen, om rekening en verantwoording te doen van hun beheer .... en toen de burgemeester aan de heeren vertelde, dat ze geen dinee-tje krijgen zouden, zijn zo zóó weer, een, twee, drie, ervan door gegaan Nee, dominee, daar zei jij toch ook niet veel van los maken.

— Oosthuizen? ? ? Waar is dat?

— Noord-Holland.

— En dan modern, zeker?

— Nee, modernistisch, denk ik. Stond er wel niet bij, maar dacht ik maar zoo.

— O, maar dan moet U maar es lezen: Kinderen Noord-Hollands van Heynes. Dan zal U zien: die menschen hooren eigenlijk niet meer bij het christendom. En bij de intellectueelen ook niet.

— Dominee, kan U nooit verantwO'Orden, wat U daar zegt.

— Is waar ook. Ziet U wel, dat U verdraagzaam beiit? En dat ik reken op het klimaat der theoretische onverdraagzaamheid ?

— Maar wat denk U voor onze actie van de libe ralen, en zoo, la-we zeggen: van de N'e; d, erlandsche Saracenen? Zou dajax vandaan wat te halen zijn?

— Ja, als je maar er wat voor doet!

— Wat dan?

— Wel, je laat zoo'n uitgehongerde duitsche intellectueel komen. Je maakt er een foto van, en ook van zijn magerheid en dan laat je Annie van Ees hem spelen op het tooneel. Dan zeg j6: we spelen in het belang va, n de duitsche intellectueelen-in-hood. En dan krijg je nog ongeveer niets. Maar dan gia je een plaquette slaan met aan de ©ene kant Annie van Ees als de magere..; . koe, of, , wil je, de magere inteUoctueel, met beeniige., kaken en zoo, , en dan precies naai haar .tooneelroly met een erg sjofel intellectueelenjasje aan, en dan aan

den anderen kant Annie van Ees, öJs de vette koe-, ik bedoel natuurlijk zoo als ze van d'r eigen is: mooi en in ' avondtoUet: en dan zui je zien; dat-ze die plaquette wel verkoopen, want de menschen denken' graag in tegenstellingen en .ze hooren graag van vette koeien, die magere verslinden om derzelver magerheid te bedekken. Tenminste, zoo hebben ze ook met Boetja gedaan. Eerst hebben ze z'n schonkerig© ellende op het tooneel gebracht, om-wat voor het joggie te doen en dat gaf niemendal, maar nou probeeren ze 't zoomet een plaatje, een Annie-placfuette. Dat is de Saraceensche fijngevoeligheid ^van vandaag, pastoor.

— Jammer, dominee, dat we te laat komen. Meer dan één plaqiiette kan de Saraceen niet slikken. Het doel heiligt anders de middelen wel .... bij de Saraoenen, bedoel ik. Maar heusch, als het daar vandaan moet komen.... En weet U niet anders?

— Nog één 'ding: ze gaan de meubelen van den düitschen kroonprins op Wieringen verboopen. Als we daar es alle rijke Amerikanen en zoo bij halen en dan de opbrengst besteden voor de duitsche intellectueelenin-nood. Heusch, de Amerikanen doen 't wel, ondanks die halfstok-vlaggerij en heelstok-vlaggerij laatst van het Duitsche gezantschap bij Wilsons dood. Als ze de reliquieën van den kroonprins kunnen bemachtigen....

— Dominee, stel U 't vanavond voor aan den rector magni.... St, de deur gaat open.... Dag professor.

— Dag, professor. Aangenaam....

K. SCHILDER.

Naschrift. Van den heer M. J. Heule ontving ik het V; qlgende schrijven, dat ik gaarne een plaats geef: Weleerwaarde Heer,

Naar mij gebleken is hebben predikanten zich lOm een of andere reden aan mijn brochure gestooten. Dit spijt miji. Ik hoop', dat daardoor echter de zaak, waaroip' ik gewezen heb, niet uit 't oog wordt verloren, of afbreuk gedaan.

Waar critiek mij niet gespaard.is, ben ik daarnaast dankbaar voor die predikanten, die mij öf bij een persoonlijk bezoek ten mijnent óf per Lrief of biiefkaart, hun wjiardeering medegedeeld helihen, er bijvoegende én met den inhoud èn met de strekking van de brochure 't volkomen eens te zijn.

Met beleefden dank.

Hoogachtend,

M. J. HEULE,

Hel verblijdt me, dat de heer Heule ioo schrijft. Met hem deel ik de overtuiging, dat er veel goeds door hem gezegd is, maar wie in onzen tijd de menschenhelpen' wil, moet niet beginnen roet kwaad van „de" dominees te zeggen, meer dan yan „dê" advocaten, „de" dokters; „de" leeraars enz. Dat gebe', : rt toch al genoeg. Toen mijn collega Van Anken hier in Delft voor het eerst een straatprediking hield op , Kerstfeest, toen zei een man uit het volk: ze motte wat doenö voor d'r broodje. En ajs nu de menschen, die zulke objecten willen helpen, ook nog .gaan meehelpen om de gedachte te verbreiden, dat we al wat „doene" en al wat „late" oa ons broodje, (want als je zoo lelckerlijk leeft .op de aarde, omdat je toch je tractement binnen hebt, dan doie je 't toch ook weer om de zake van je broodje), dan kunnen we praten als Brugman, maar het wantrouwen tegen de kerk zal weer een beetje gegroeid zijn. Dat had ik tegen den heer Heule. Meer ook niet. En er zijn meer tegenwoordig, die op de dominees afgeven, en onder hen velen, die niet half zoo hard werken als van een massa dominees te constateeren valt. Dat moest er ook maar eens uit. Overigens zegt de heer Heule ernstige dingen. Maar die hebben ze b.v. bij óns al vaak gezegd.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1924

De Reformatie | 8 Pagina's