GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vaccinatie - rumoer.

Over de aahhangige voorstellen inzake al of' niet verplichte vaccinatie schrijven veel bladen. Enkele laten we aan het woord: „De Amsterda, mmer" (Groemre) schrijft:

Thans heeft de regeering een nieuw wetsvoorstel tot bestrijding der besmettelijke ziekten ingedisnL De wijzigingen welke ten opzichte van de vaccinatie worden .voorgesteld, bedreigen onze bevolking met groote gevaren. Gelijk boven werd geroeid, had reeds de onder het Ministerie-Kuyper tot stand gekomen verandering tot ernstige verslapping geleid. Zoo schandelijk is het misbruik dat van deze bepalingen is gem.aakt, dat b.v. in sommige dorpen van Zeeland BOpCt. van de schoolbevolking niet meer is ingeënt. Met karrevrachten en per georganiseerden autobusdienst worden kinderen gevoerd naar geneesheeren, die bereid zijn voor ieder kind te verldaren, dat de inenting schadelijk is. Hoe groot het aantal kinderen in andere streken van Ons land is, dat door de bewuste bepaling niet gevaccineerd op school gaat, is niet bekend.

De schrijver (Abrahams) zwijgt over den particulieren .auto-dienst voor hetzelfde doel van ds. Kersten, die daarmee èn als predikant, èu als Kamerlid; velen heeft beziggehouden met de vraag; naar de verbinding tusschen deze daad en de zoowel theologische als nationale wet. Vervolgens luidt het:

Het nieuwe ontwerp maakt den toestand nu nog wat erger. Art. 14 luidt: Indien het verzoek bedoeld in het vorig artikel, . is gegrond op gezondheidsbezwaar, moet daarbij zijn overgelegd een onderteekende en gedagteekende, niet langer dan drie maanden te voren afgegeven, verklaring van èén geneeskundige, dat blijkens door hem persoonlijk verricht onderzoek de inenting voor de gezondheid van den persoon, te wiens behoeve de verklaring is ingezonden, bijzonder gevaar oplevert. De burgemeester geeft onverwijld een gedagteekend bewijs van bezwaar af, dat niet geldig is, vóór dat de inspecteur het voor „gezien" heeft geteekend.

Over de tegemoetkoming aan de gemoedsbezwaarden schrijft „De Amsterdammer" nog:

Behalve deze vrijgestelden schept het wetsontwerp nu nog een liieuwe groep, 'die der gemoedsbezwaarden. Niet allen die gewetensbezwaren tegen de vaccinatie hebben, worden echter met dezelfde tegemoetkomendheid behandeld. Alleen zjj die godsdienstige gewetensbezwaren doen gelden, zullen v/orden vrijgesteld. Met welk recht, moet 'Worden gevraagd, kan een'regeering, die gewetensbezwaren, als geldig verklaart, deze slechts voor één groep

erkennen; met welk zedelijk recht mag zij de andere even eerbare negeeren? Deze bepaling kenmerkt het geheele wetsontwerp als een, dat niet uitgaat van hygiënische overwegingen, doch als een dat, met voorbijgaan van gezondheidsbelangen, politieke tendenzen nastreeft.

Bepaald malsch klinkt dit niet. Evenmin als wat nog ^'ci'der volgt:

Deze heele bepaling zal bovendien onuitvoerbaar blijken; er zal sleur komen en wij zullen na eenigen . tijd zitten miet scholen met een slecht of niet geënte bevolking. En ter wille waarvan moet nu ons volk aan dit gevaar worden blootgesteld? Leest men wat dr Rijk Kramer over deze zaak schrijft, dan kan men constateeren dat het aannemen van bezwaren uil godsdienstige overtuiging niet bestaat. Bovendien is er een groot verschil met gemoedsbezwaren in andere zaken. In den regel spreekt de gemoedsbezwaarde voor zich zelve; hier belet hij, dat zijn kind wordt ingeënt en het is wel de vraag of dit hem, als het later door cle pokken wordt aangetast, " met alle gevolgen van dien, dankbaar zal wezen. Hem en de regeering, die door haar maatregelen de poort tot deze gevaren lieeft 'Opengezet.

Het is merkwaardig, dat het juist de lieden zijn, die, onder het mottoi dat men God niet mag verzoeken, de Vaccinatie-verwerpen, in zake bewapening van ons land een geheel tegenovergesteld standpunt innemen.

Hel komt ons voor, dat de schrijver niet al te veel begrijpt van de motieven van de menschen, die de bewapening van ons land voorstaan. Daar is hij' niet acnter.

Eenigszins lilosofisoh^'S^^Sw^ftfflfil^^die door , 1. L. Sfnethlage? ) in „De Hervorming''" over de pokstof opgezet wordt. Hij schrijft:

Hel is zeker geen gemakkelijke taak, degsnsn, die ^ het gewetensbezwaar erkend willen zien, te weerleggen, aangezien de consequenties van het hedendaagsch individualisme hen in het gelijk schijnen te stollen. Een kritiek op hun standpunt kan dan ook alleen doeltreffend zijn wanneer zij tegelijk een kritiek inhoudt op „dc'n geest der eeuw".

In de eerste plaats dient men zich wel af te vragen, wat men onder een gewetensbezwaar heeft te verstaan. In zoover met het geweten bedoeld wordt een intieme kennisbron, die ons persoonlijk intuïtief inlicht omtrent de goedheid en slechtheid onzer handelingen op een bepaald tijdstip, moet opgemerkt worden, dat de juistheid en geldigheid dezer kennisbron niet alleen door de gemeenschap niet gecontroleerd kan worden, maar zelfs niet door de persoon in kwestie. Het is een der diepzinnigste resultaten van Kant's ethiek, dat zij ons lieeft aangetoond, hoe de eigenlijke zedelijkheid van onze handelingen onszelf ten eenenmale verborgen is. Wij zijn niet bij machte om uit te maken, of onze oprechtste daden enkel en alleen door de idea van het goede geïnspireerd werden, dan wel of hetzij de overlevering, hetzij een gelukkig naturel, hstzij heimelijke berekening daarbij tevens een woord meespraken.

De conclusie luidt dan ook:

M.i. bestaat er dan ook geen enkele reden, v.'aarom de gem'eenschap het gewetensbezwaar van iemand, die zich op een dergelijke absoluut oncontroleerbare kennisbron beroept, zou ontzien, - want niet alleen de gemeenschap' verkeert in twijfel of dit intuïtieve oordeel recht van bestaan heeft, ïmaar oiok de persoon in kwestie verkeert ', in dezelfde onzekerheid.

Hoe versGhiltend deze beschouwingen ook zijn, ze loopen eenigermate evenwijdig. De schrijver in de Groene Amsterdammer vond, dat wie gemoedsbezwaren eerbiedigen wil, ook niet ten 'oorlog - moet willen gaan of doen gaan.' De man van „De Hervorming" erkent gemoedsbezwaren niet, en heeft, als we tenminste zijn naam goed hebben begrepen, ook geen bezwaar tegen geweldmiddelen. In „Kerk, Cultuur en Arbeid" schrijft Dr J. L. Snethlage (bl. 82):

Waar een bepaalde orde van zaken of een bepaald stelsel alle plasticiteit verloren heeft, daar zal het cultuurproces zich alleen kunnen verwerkelijken onder een reeks bittere conflicten. Dwaze sentimentaliteit zou het dan zijn, tegen het gebruik maken van geweld op te zien. Een z.g. gewelddadige handeling 'is in wezen niet onderscheiden van elke andere.

Maar de man, die het leger verzorgt (God bidden en het kruit droog houden), omdat hij „God niet verzoeken" wil, en daarbij toch gemoedsbezwaren ontzien wil, ook inzake de vaccinatie, denkt er heel anders over. T'egenover den een handhaaft hij een ander begrip van , , God verzoeken" en tegenover den ander een andere zedewet dan die van Kant.

Anders dan de genoemden oordeelt L. L. P. in „Bergopwaarts". .Al keurt hij de auto-tochten naar iedereen-verklaring-afgevende doktoren niet goed, hij bi-eekt er den staf niet over, omdat de wet aan de bezwaarden niet tegemoetkomt. En dit beho'ort ze toch te doen:

Er schijnen vrij zeldz'aih'è gevallen te ziin, waarin de inenting voor het kind bijzonder gevaar kan opleveren. Maar er zijn meer gevallen, waarin de godsdienstige overtuiging van ouders zich verzet tegen de vaccinatie van. hun kind (en natuurlijk ook 'van hen zelve). Dr Kuyper heeft' gepoogd, dezulken te overtuigen van dwaling, maar hij slaagde daarin niet. Men mag dit bezwa: ir zoo veel men wil dwaas vinden, het bestaat en mot dat feit dient men, zoo men gewetensdwang schuwt, te rekenen.

Om deze vragen beweegt zich het debat.

Klassikaal of individueel onderwijs.

Niet alleen de oud-©n nieuw-Dalmeyerianen, over wie verleiden week gesproken is, houden zich bezig met de persoonlijke ontwikkeling van het individu. Het onderwijs krijgt er ook mee' te doen. We laten hier nog volgen, - wat verleden week reeds geschreven werd, doch wegens plaatsgebrek moest overstaan (evenals al het vorenstaande). De lezer" heeft dat 'ndsschien al vermoed, aangezien een gedeelte der copie, dat op het onderstaande volgde, wel is opgenomen, en daariri naar de weggelaten copie verwezen werd.

Over de Dalton-methode schrijft „BergbisWaarts":

Ook lagere scholen zijn er, die naast klassikaal lezen ook in de school het individueele leesboek gebruiken. Het leesuur wordt dan gesplitst in een klassikaal gedeelte, waarbij voordracht, toon, accent en dramatiseeren, in één woord de techniek van het lezen verzorgd wordt en een individueel gedeelte, waarbij iedere leerling in eigen individueel leesboek verder leest in eigen tempo, stukken, die hem of haar het meest interesseeren. ZoO' is er klassikaal teekenen naar eenzelfde voorbeeld, ook individueel teekenen naar een zelf gekozen voorbeeld. Er is schrijven, klassikaal, d.w.z. allen schrijven op een bepaald uur, maar in de hoogere klassen schrijft elk zijn eigen voorbeeld, 'k Ken scholen, waar de leerlingen zich zoO' individueel uitleven, door in een fleurig cahier, in het schrijfuur te verzamelen, de gedichten, die ze in de loöpende week zelf uitzochten en mooi vonden, enz. enz. Bij naarstig zoeken vindt degene, - die het probleem aanvoelt (maar dat is dan O'ok eisch!) wegen, ' wellicht bij vakken, waarbij eerst van geen individueele tegemoetkoming werd gedroomd.

In Amerika en Engeland zoekt men ook naar een bevredigende synthese tusschen klassikaal en individueel onderwijs. Een proeve daarvan biedt ons - Miss Helen Parkhurst aan in haar boek: „Education on the Dalton Plan" („Onderwijs volgens de Dalton-methode") dat in Juli 1922 gedrukt, in September 1922 al de tweede druk beleefde.

Reeds had Miss Parkhurst eenige jaren ervaring bij het klassikaal onderwijs opgedaan en ondervond *ze een groote onbevredigdheid erbij', to'en ze op een dag in den sneltrein zich de kern cfer oplossing aangegeven zag door .... een spoorwegbeambte. „Zoudt u willen gelooven? " riep hij uit, „dat op een moderne spoorbaan, minder dan 80 jaren O'U-d, zooals deze is, opvoeding en onderwijs nu pas de plaats beginnen in te nemen van discipline en aamnerkingen maken? We waren gewend werklui die niet voldeden, te ontslaan. Nu probeeren we hen te verstaan, te begrijpen en .... we hebben al heel wat minder mcjeite."

1, Kijk", ging hij voort. „Idjk naar die spoorwegarbeiders daar. Ze hebben niet het flauwste begrip hoe ze hun werk aan te pakken hebben: " , .Waarom niet? " vroeg Mis Parkhurst. „Omdat de aanpak van de taak aangewezen is aan den ploegbaas 't Is zijn plicht te denken voor het geheel. Ren werkman, die voor zichzelf denkt, zou spoedig voor een lastpost uitgemaakt worden. De ploegbaas o 7.0U het iemand, die hem vertelde hoe het moest gaan, kwalijk nemen. Toch, hoeveel beter zou het resultaat zijn, als de werkman de taak als zijn eigen taak beschouwde en er zich verantwoordelijk voor voelde. Dan zou de p1oegbaa.s een helper worden inplaats van een drijver."

Dat werd de taak in de toekomst van Miss Parkhurst ! Een methode te zoeken, waarbij de leerlingen hun leeren als een eigen taak'beschouwen, zich er verantwoordelijk voor gevoelen, zoodat de onderwijzer meer een helper dan een d r ij v e r werd.

Over de Dalton.methode wordt druk geredeneerd. Prof. Kohnstamna heeft, blijkens verslag in de „N. R. Ct." het volgende ervan gezegd bij een lezing in Den Haag:

De Dalton-scholen (geno'emd naar het plaatsje Dalton in Amerika, waar de eerste school van dien aaid is gesticht), kenmerken zich door het tegendeel van de „égalité". Ka, rakteristiek voor die scholen is, 'dat het groote gedeelte van het werk, dat niet klassikaal wordt gedaan, zich kenm'Orkt door „essaiements" of maandtaken. Wal daarin zal worden behandeld is liefst één probleem of één problemengroep. De tweede eisch is, dat daarop volgt 'de kennis van de bron, waaruil het kind kan putten O'm het de kennis van het onderwezen probleem eigen te maken. Hel kind wordt van meet af aangeleerd zich te oriënteeren in verschillende boeken om een probleem tot oplossing te brengen. Het eene en enkele boek is geheel in dejTibajn gedaan bij de Daltonscholen. - rg^SüÈ'

In de j, essaiemenls" vindt nién de verwijzingen naar die bronnen.

Het derde element is het aangeven van een precies gegeven opdracht, die een zichtbaar resultaat kan opleveren.

Hierop volgt een aanwijzing voor het kind van den tijd, die aan de verschillende oaiderdeelen van de taak kan Avorden gegeven, al zijn deze normen niet bindend en alleen geldend als een leiddraad.

Binnen de grenzen van het essaiement zijn de leerlingen heer en meKster over hun tijd. De vraaig rijst nu natuurlijk: Hoe staat het met de tucht in de Dalton-scholen? In 't algemeen kan dit worden gezegd, dat deze tucht een .geheel andere is, da.n die bij ons klassikaal onderwijs. De stilte-rust is geen ideaal in de school, wel de bedrijvigheid. Men vindt er de sfeer van een studiezaal in een bibliotheek. De controle is in de Daltonschool gemakkelijker dan in de klassikale school, juist doo'rdat de tucht is gebaseerd op verantwooTdelijkheid en vrijheid. Hieraan worden de leerlingen langzamerhand gewend. Het 259 resultaat is, dat de blijheid en opgewektheid O'm het werk te doen, juist omdat men het zijin eigen werk ^^ndt, veel grooter is dan bij de leerlingen der klassikale scholen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1924

De Reformatie | 8 Pagina's