GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Interenfessiereele opvoeding

Weer eéri geheel ander systeem van opvoeding dan de giftige roode methodej waarvan ik! verleden

week een staaltje gai, hoewel volgens onze gedaciitenwereld even verwoestend^ p-robeert men in Florence. Daar arbeidt sedert 1921 de Vereeni-'ging voor zedelijilcen en godsdienstigen vooruitgang. Zij bedoelt een godsdienst boven het Christendom. Thaais werkt ze aan een „godsdienstige school". D.aar> mogen idan geen leerstukken of gódsdienstigikerfcelijke • voorschriften ingeprent worden. Men hoore wat „De HeTvorming" er van meedeelt:

De vraag werd gesteld: zal liet een godsdienstschool zijn of een godsdienstige school? Tot het laatste werd besloten: bet onderwijs zal gegeven woi'den volgens het programma der openbare scholen, , maar moet zijn gekleurd met, neen, doordrongen van godsdienst. Hoe kan dit geschieden? Men verwacht kinderen van Protestanten, Joden, onverschiUigen omtrent godsdienst, ook van-Roomsch-Katholiefcen die, hoewel goede zonen der Kerk, niet-wenschen dat hu'a kinderen reeds zoo vroeg , allerlei leeren waar zij niet bij kunnen. Wat de leiders der vereeniging willen aankweeken is goidsdienst boven' geloofsverdeeldheid, dus ook boven Christendom, verheven, een geestelijke vereering van, overgave aan den Allerhoogste. Doch zij moeten rekening houden met het feit dat die kinderen in een min of meer kerkelijke omgeving verkeeren, van" jongsaf allerlei hebben gehoord van God, Christus en heiligen; feestdagen gaan hun niet onopgemerkt voorbij. Wat moeten de onderwijzers daartegenover doen? Zoolang de kinderen te klein z|ijn er iets van te begrijpen, late men dat alles' zooveel mogelijk stilzwijgend voorbijgaan; men leere hen door verhaaltjes van zedelijke strekking, zonder er een „moraal" aan toe te voegen. Kunnen zij wat lezen, dan geve men hun spreuken, schoone gezegden en verhalen, ontleend aan' den^ Bijbel of een ander boek, o.a. het , , nooit te veel geprezen" werk van Mazzini „De plichten van den mensch" — mij onbekend — en verklare een en ander duidelijk. Wat zouden zij gaarne een bloemlezing hebben van korte levensbescbrijvingen van „de Heiligen der menschheid" met treffelijke gezegden uit hunne geschriften! Wanneer kinderen er om vragen, wan-3ieer een broertje of zusje gedoopt of een van de familie overleden is, zij het vormsel ontvangen of gecommuniëerd hebben, dan verklare de onderwijzer het zooveel hij .kan, het vergelijkende met dergelijke gebruiken in andere godsdiensten, liefst met die welke naast den staatsgodsdienst in hun omgeving bestaan, en prijze daarbij verdraagzaamheid en achting voor andersdenkenden aan. Eerst in 't laatste schooljaar spreke men hun opzettelijk over godsdienst. Als er aanleiding toe is, vereenige men dekinderen tot een gemeenschappelijk gebed of oogenbJikken van gewijde stilte en leere lien wat bidden is — niet een gebedje met of zonder rozenkrans 'opzeggen, foei' maar ^ echt'bidden, zooveel eenkind • uit eigen beweging en in eigen woorden doen kan.

Het gaat 'dus wel wat vreemd daar toe in Florence. - Onwillekeurig denkt men aan. een woord van Dante, over Florence en 'de kindertjes vani die stad uitgesprok!en, dat n.l. de inwonc'rs va, n Florenoe _„eerder treurende zullen worden, dan degene de wangen behaard krijgt, die nu met „suja, , suja" wordt vertroost". Want zóó'n zoethouden op geestelijk gebied zal zich wreken. E-en ail te zoete opvoeding maakt 'de menschen hard; hoe minder dogma's men leert, hoe meer - de leerling, groot geworden, zich er maakt. Opi eigen houtje. En van eigen makelij.

Interconfessioneele gezelligheid.

Aan de Florentijnsche methode verslingeren z'ich de Amerikanen nog niet. Zij willen óók wel in vele ge-heime vereenigingen een gemeonschapisleven aankweeken, maar de kerken en - de confessies probeert men 'daarbij te ontzien. In „BergO'P'waarts" schrijft M; Cook van Oak Harbour, Wash. U. S. A. over die geheime genootschappen in Amerika:

Het komt mij voor, dat de geheimdoenerij slechts een bijkomstig iets.is. Men is in zekere kerkeüjke kringen zeer tegen de g-eheime genootschappen gekant; de Christelijk Gereformeerde kerk onder de Hollanders in Amerika - voornamelijk zoo. Men wil in - de genootschappen iets duivelsch zien, en schroomt niet, de statuten dier genootschappen op een onwaardige wijze uit te leggen. Deze vijandige houding komt m. i. daarvan, dat .men de . geheime genootschappen in de eerste plaats over één kam scheert, en verzuimt onderscheid te maken tusschen genootschappen, die zuiver filanthropisch •^ijii, on die welke semi-religieus zijn, of een politiek karakter dragen. Men heeft uit Europa ©en afkeer van de Vrijmetselarij meegebracht, - en-kweekt • die zorgvuldig aan in het nieuwe la'nd, zonder te bedenken, dat de - vrijmetselarij in de Engelschsprefcende landen van een gansch ander karakter is dan die in continentaal Europa.

Gezien in het ware licht zijn de geheime genootschappen niet die gevaarlijke lichamen, die de kerk ondennijnen zouden en een karikatuur van godsdienst in de plaats van den waren godsdienst zouden stellen. Integendeel zijn de loges in Amerikü. alle vriendelijk jegens de kerk gezind en wordt kerldidm.aatschap aangemoedigd en bevorderd. Maar •afgezien daarvan, voldoen de loges in Amerika in een Vare behoefte. En hier bereiken wij den dieperen ondergrond van dit eigenaardig-Amerikaansche verschijnsel. De geheime genootschappen zijn de uitdrukking van een behoefte. De populariteit van 'de loges komt niet alleen voort uit een oppervlakkige overweging van voordeden, zooals levensverzekering en zórg voor weezen en ouden, zelfs niet in het praktische zaken-Amerika. De oorzaak voor zulk een populariteit is psychologisch van karakter, is ingeworteld in bet volkslevensjjjj^ll^tln een werkelijke' levensbehoeffe.

Inhoeverre die „werkelijke levensbehoefte" eigenlijk niet meer is dan een levens b-eg eer te, leert het volgende citaat va-n hetzelfde axtikel, waarin de schrijver schetst, waarom de geheime vereenigingen ook , al aantrekkelijk zijn voor menigen Amerikaan:

Zoo laat hij ook zijn verbeelding vrij spel in het bedenken van allerlei titels en rangen. De burgerlijke Amerikaan, die overdag schatert als gij hem vertelt, dat er in de „Old Country" voor iedere klasse een afzonderlijke titel bes(a, at, en die oen • .adres els „Aan den Weleerwaarden Hooggeleerden Heer; ..." een absurditeit vindt, wordt 's avonds in zijn loge aangesproken met „Grootmachtig Poten-, ' .taat" of iets dergelijks en hij „groeit er van". Of als hij tot de Ku Klux Klan behoort, dan wordt zoo iemand, die overdag een eerbare grutter is, of doodgraver, 's avonds als bij tooverslag, zoodra hij de voeten binnen de muren van zijn logegebouw gezef heeft, en zijn puntmutsig gewaad heeft aangetrokken : een Groote Draak of een Groote Hydra, Titaan, Furie, Reus, Cyclops of Terreur in het „Onzichtbare Keizerrijk". Als burger van de Amerikaansche republiek lacbt hij wat om titels en adellijke ondscscheidingen, als onderdaan van het „invisible empire" vaU hij óp'allerlei onzinnige onderscheidingen aan als een hongerige op een korst brood. En dit verschijnsel! is dan ook een uiting van levenshonger. Wie een „Mister" is temidden van eenige millioenen „Misters", allen volgens hetzeUde patroon geknipt, wil wel eens iets buitensporigs. Wie zijn heele leven met „H-ello, George!" wordt begroet, vergezeld van een l^hnkenden 'klap op zijn schouder door ieder die hem langer dan twee seconden kent, wil wel eens met respect worden aangesproken, al is het dan als „Groot Hoogverheven Bow-Wow", of iets van dien aard. Het loge-leven moet hem verschaffen, wat het dagelijksch leven hem onthoudt, en ziin ziel is te hongerig om te zien, dat 'het hem een karikatuur verschaft, en dat het eentonig vlakke landschap van zijn ziel versierd is met bergen van papier maché.

Zoo krijgt het loge-leven vanzelf een pathetisch uiterlijk en is het bestrijden van geheime genootschappen uit een godsdienstig oogpunt, : '-ulk een nietig werk.

De loge voorziet in een andere behoefte. De Amerikaan is „gewoon" in zijn dagelijksch leven: hij' ^ houdt eigenlijk niet van plechtigheden ef plichtplegingen: „Come for dinner!" is een van de eerste uitaoodigingen, die hij doet; hij pompt den arm van den man, met wien hij zoo juist kennis maakt, alsof hij een oude, verloren, maar weer teruggevonden .vriend was, hij noemt u binnen, twee dagen bij uw voornaam, zegt, als hij den dokter op straat tegen komt: ^„Hello, D-oc!" en peut den burgemeester lachend in de ribben als deze hem vertelt, dat hij zijn automobielbelasting nog niet betaald heeft. Het waardige, 'doftige, plechtstatige, verhevene ontbreekt in bet omgangsleven; het wordt gezocht en gevonden in de geheime genootschappen.

De kleine groote Amerikaan! De spelende aardebestormer!

De Dageraad.

Terwijl - dus volgens het bovenstaand© in Amerika de kerk en de oonfessie nog ontzien worden, ook dopr wie er, aan ontzonken zijn, wordt in Nederlan'd w-eer een „los-van-de-kerk-beweging" op touw gezet. De dappere heere'n van „De Dageraad" zijn de auteuren. Ze hebben ge-e-n fiducie in het geloof, dat het bloed der martelaren het zaad 'der D'ageraderij' is, en daia, rom gaan ze, nu ze verontwaardigd zijn over de niet-goedkeuring van hun statuten door den minister van justitie, zich weer eens extra toeleggen op' de afscheiding van de Kerk. Ze zullen de menschen achternazitten met formulieren, waarop de kerk' haar congé kan tó'ijgen zonder dat de „bewusten" de moeite behoeven te .nemen, dat besluit onder eigen woorden zelfs te brengen. Aan den minister geven ze de volgende resolutie ter overdenking:

Het is verbijsterend. Gij hebt de eer !: e ziin minister van justitie van een volk, dat 'oiet zijn bloed, eertijds de schoonste en aandoenlijkste bladzijden van de historie van den stryd iler vrije tegen de gebonden gedachte heeft beschreven. Geen volk ter wereld, dat hierin een roemrijker en edeler verleden heeft, dan het onze, - het uwe. Geen volk, dat edelmoediger tradities heeft, dan het j\ederla.ndsche, waar Êet de verdraagzaamheid, de vrijheid van geloof en geweten geldt.

Daarom stellen wij met een onverdraaglijlt gevoel van diepe verontwaardiging en brandende schaamte vast, dat gij, als minister van justitie nog wel, deze edelmoedige tradities hebt bezoedeld door met een beschuldiging, die zoowel onwaar als zedelijk minderwaardig is, een groot gedeelte van het Nederlandsche volk zedelijk vogelvrij te verklxren.

Bedenk u, excellentie, voor ge verdere schreden op dezen weg zet. Zie in de historie, hoe het do besten der menschheid verging. Werd ook Jezus van Nazareth niet aangeklaagd wegens godslastering, omdat hij, volgens het Nieuwe Testament, den waren God niet den verschuldigden eerbied bewees? Goldfen niet de eerste christenen zei ven als , .onzedelijke athe'isten", omdat ze aan de „goddelijke" majesteit van den Romeinschen Cesar, , , den waren heiland der wereld", zooals hij zich gaarne noemde, geen eerbied bewezen?

Het is wel fraai, dat de traditie va.n het Nederlandsche vol'k wordt opgeroepen om de „los-vande-kï3rk-beweging" te verdedigen. Als werkelijk de vaderen de „vrije gedachte" hebben veroverd, en dien buit in elk' geval hebben ingedragen in de belijdende kerk, - dan zijn het. ^el heel kromme 291 redeneeringen, die deze z-.g. zonen deï' Y^-dereu er toe verleiden, om in hun na, am de k'erk af te breken. „Bij ons in Noord-Holland", zegt Ds Heijnes, spelen we vandaag de „verlichting" uit tegen den „godsdienst" en morgen den „godsdienst" tegen de „verlichting". Hoe zeer echter, aldus Ds Bosch in „D'e Wachter" --

Hoe zeer echter de Vereeniging „De D'ageraad" door haar athe'i'sme in conflict komt met de goede zeden, kan meermalen blijken uit haar orgaan „De Vrijdenker", dat in profanie en beleediging met de goede zeden spot. Men oordeele over de schrikkelijke taal die bijv. in het blad van 3 Nov. 1923 te lezen stond, over: de heer Jezus Christus in Den Haag. Zóó godslasterlijk en zóó intens lasterlijk voor menschen leest men zelden iets. Als zulk een stuk niet met de goede zeden strijdt, wat doet het dan. Het is een rijmelarij, waarvan men al de coupletten niet afschrijft, maar slechts een enkel voldoende is. AVaarnaar men het andere wol afmeten kan:

De heer Jezus Christus kwam bij de politie,

Men vroeg hem waar hij geboren was, en wat hij was en wie;

De heer Jezus Christus sprak: ik ben geboren té Betlilohem

Gestorven op Golgotha, vlak bij Jerusalem.

Men walgt er van.

„De goede geest".

In verband met het Pinksterfeest geeft , , D'e Nieuwe Eeuw" een hoofdartikel over „De Goede Geest". Het is een exegese van. Gal. 5:22, 23. Ik 'ben er zeker van, dat - de gereformeerde ouder-.ling, - die eens mij vertelde-, dat hij nog nooit een goede Pinkisterp-reek gehoord had, oo-k deze onbevredigd weg zou leggen. Maar het. volgende vond ik merkwaardig (in een slechte - preek staa, n trouwens haast - altij'd veel beste dingen.):

Huilen m'et de wolven in het bosch wil men voor goedheid ter markt brengen, terwijl men uit louter voorgewende goedheid eenvoudig verdringt degenen, die te luide en zonder aanzien van personen roepen dat zulk een goedheid onverantwoordelijke zwakheid is en „voorzichtigheid des vleesches", dat zij niet breekt het brood hetwelk de hulpelO'Ozen noodig hebben. De ware goedheid zegt. gerust wat misstaat en roept „wolf" zoodra er een onder de kudde is, ook al zou er gevaar zijn voor misverstand in sommigen. Laten zitten wat zit en geen slapende honden wakker maken, zoo luidt - de praktijk, die - men gaarne siert met den naam lank-m o edi ghei d, terwijl de ware lankmoedigheid slechts de wondende personen weet te sparen, en te verdragen, maar nooit of nimmer ds wonde die geslagen is wil verkleinen, wil verbergen of •goed praten.

Misschien is dit een kleine, ook voor o-ns niet onbete-ekenende bijdrage, tot de-naar het oordeel der liefde te • construeeren psychologie van ' den criticus. Mits 'deze zelf ook' zijn binnenkameren der ziel 'doo'rzoek't met een lamp', die in deze olie baar pit gedrenkt heeft.

Roomsche apologie.

De Roomschen laten geen en'k'ele sc-heeve voorstelling voortwoekeren, als' ze er wezenlijke schade van - duchten., Waara, an ze trouwens gelijk' hebben. We lezen in ^, De Bourdon":

Er is, eenigen tijd-geleden, in sommige kranten heel wat te doen gewees** over een zoogenaamde excommunicatie of-ban-decreet van Paus Pius IX, Het betrof het geval van Victor Emmanuel, eersten • koning van het Vereenigd Italië, die den in 1860 begonnen roof der toenmalige kerkelijke staten voltooide met de inneming van Rome in 1870.

Van deze gewelddaad schreef o. a. de bekende, niet-katholieke Busken Huet: „Indien er werkelijk slechts één recht bestaat, gelijk onze eeuw voorgeeft te gelooven, — een gelijk recht voor - allen —, dan is Pius IX slachtoffer van bet grootste onrecht, waar diezelfde eeuw tot heden getuige van is geweest."

Als gevolg van deze roofdaad werd Victor Em-^ manuel en al zijn katholieke medeplichtigen ge-' troffen door de zoogenaamde excommunicatie, d. w. z.: dat ze weidden uitgesloten van de geestelijke gemeenschap der Kerk.

En dan gaat het blad aldus verder:

Over deze excommunicatie nu is heel wat te doen geweest.

In 'een onzer groot-liberale bladen publiceerde een schrijver den zoogenaamden letterlijken tekst van het ban-deoreet, maar het bleek al spoedig, dat niet alleen deze zoogenaamde letterlüke tekst van a tot z verzonnen en gelogen was — — —

Het bovenstaande is slechts noodig tot beter begrip van 't volgende:

Hoe weinig namelijk Paus Pius IX vervuld was van de onchristelijke doemwoorden, welke hem door den schrijver in het liberale blad worden in den mond gelegd, moge blijken uit bet verder verloop der geschiedenis.

Den vijfden Januari 1878 komt Victor Emmamiel naar. Rome, waar 'Pius IX in het Vaticaan op het ziekbed lag. Victor Emmanuel is naar Rome gekomen om het decreet te teekenen, dat de op handen zijnde begrafenis van den Paus moest regelen. Hij kwam er echter om zelf te sterven. „En om zijn leeftijd, en om zijn krachtig gestel", zegt Ch. de Mazade, „scheen Victor Emmanuel een langere regeering te mogen verwachten; hij is vóór zijn' tijd gestorven - door een plotselinge ziekte, die hem in - eenige uren heeft geveld."

Maar in die laatste uren heeft de ook bijna stervende-Paus van het Vaticaan getoond, hoe oprecht

zijn voorbeden van 1860 en van 1870 waren geweest en hoever Rome ervan verwijderd is een doemvonnis uit te spreken.

Zoodra de pastoor van de parochie, waarin het Quirinaal ligt, vernomen had, dat de koning in steiTecsgevaar verkeerde, spoedde hij zich naar het Valicaan om den kardinaal-vicaris te spreken. Hij trof echter alleen diens plaatsvervanger Mgr. Cenïi, die het noodig oordeelde, den H. Vader zelven to raadplegen. Deze zond onmiddellijk Mgr. Centi met alle volmacht naar het Quirinaal. Mgr. Centi had een onderhoud met den koning, die daarna bij den hoikapela: in, den kanunnik Anzino biechtte en zich bereid verklaarde, wat hij misdeed, te herroepen. De omgeving van den vorst had er echter voor gezorgd, dat papier, pen en inkt uit de kamer waren verwijderd, zoodat de koning niets schril^elijk kon herroepen. Een verzoek van Mgr. Centi om twee getuigen te mogen roepen, willigde Victor Emmanuel aanstonds in, en ten overstaan van deze twee getuigen herriep hij zijn aanslagen tegen de Kerk. De Paus, dit vernemend, was diep ontroerd en .^ond daarna nog Mgr. Marinelli om den koning den Pauselijken zegen „in articulo mortis" te brengen. Onder voorwendsels werd Mgr. Marinelli tot driemaal < l9 toegang tot Victor Emmanuel geweigerd, zeker buiten medeweten van den vorst. Deze had nog een onderhoud, zonder getuigen, van '20 minuten met zijn zoon Humbert, en stierf den 9den Februari 1877.

Victor Emmanuel had den Paus beroofd van het erfgoed van den Heiligen Stoel, beroofd van een koninkrijk. En de Paus schenkt hem edelmoedig vergeving, 'heft de excommunicatie op, zendt hem zijn geheel bijzonderen zegen in het uur van sterven, als voorbede bij den Oppersten Rechter, als onderpand der ziele-opgang tot eeuwige vreugd. Deze heerlijke daad van-zedelijke grootheid trof zelfs katholiek-vijandige schrijvers.

„Zoo wreekt zich een paus", aldus eindigt de schrijver. Jammer, dat lichtere „zonden" tegen den piauselijken stoel minder gemakkelijk opgenomen zijn. .lammer — voor Rome zelf.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1924

De Reformatie | 8 Pagina's