GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MUZIKALE KRONIEK.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Weihnachtsoratorium te Amsterdam.

XI.

Het Weihnachtsoratorium van J. y. Bach heeft met een oratorium alleen den naam gemeen. Jn werkelijkheid is het niets anders dan een verzameling van zes cantaten, bestemd om gebruikt te worden bij de godsdienstoefeningen in .liet tijdvak van Kerstmis tof het Epipbaniënfeest, d.w.z. de herdenking van Christus' doop door Johannes in den Jordaan. Omdat in het Westen in plaats daarvan de komst der wijzen van het Oosten gevierd wordt, heeft Bach daaraan zijn zesde cantate gewijd, waardoor dit feest binnen den Kerstcirkel getrokken werd. We hebben dus nu van hem cantaten voor Isten, 2en en 3en Kerstdag, Nieuwjaar, den Zondag na Nieuwjaar en Driekoningen-Samen heeten deze het Weihnachtsoratorium. Doch samen worden ze nooit uitgevoerd. Gewoonlijk neemt men deel I—III in hun geheel (dus de stof der Kerstdagen), en maakt uit IV—VI een keuze.

Zoo deed ook de C. O. V. te Amsterdam, die tegen Kerstmis weer eens een uitvoering van dit werk gaf en daarmede velen aan zich verplichtte. Want wa, nneer deze feestdagen naderen, grijpl een muzikaal aangelegd mensch als vanzelf naar het Weihnachts-oratorium en verlangt deze bekende melodieën en harmonieën weer eens te hooren, die zoo bizonder geschikt zijn om hem in de rechte gewijde stemming te brengen-Niemand heeft zóó als Bach de gave bezeten om de gevoelens, welke de gemeente bij de herdenking der heilsfeiten koestert, in muziek te vertolken. De zuivere weerklank, dien ze bij hem vonden, wordt door wat hij componeerde zoo schoon weergegeven, dat ge er stil onder wordt en God dankt voor Zijn gave in dezen Bach, die wel een Meer mocht heeten.

De C. O. V. had de keuze uit cantate IV—VI ditmaal weer eens anders gemaakt dan toen ik in 1916 hetzelfde werk van haiar hoorde-De echo-aria 39 wordt altoos weggelaten, omdat die terecht beschouwd wordt als een offer van Bach aan den min zuiveren geest van zijn tijd-Maar het tweede „Ehre sei Gott" (43) ging nu ook over boord; de vorige opvatting om daarmede af te sluiten leek me gelukkiger dan de nieuwe. Ook speet het me, dat het koraal No 59 niet werd gezongen; dit behoort toch eigenlijk nooit te worden overgeslagen. Biaartegenover staat de winst v; an het mooie Terzet 51 en het fraaie koor-recitatief '63.

Het slot was Koraal 64. Een proef werd daarmede genomen, om het publiek dit te laten medezingen. De twee-en-dertigsten in den tweeden (en vierden) regel moesten daarom weggevaagd worden, evenals de achtsten in den zesden regel. Ik geloof niet, dat deze Volkszangmethode (Kun je nog zingen, zing dan mee!) aanbeveling verdient. Het koor vertegenwoordigt de gemeente. Dat is iets anders dan het publiek, dat zulke concerten bijwoont. 'Van opstaan om te zingen toonde het weinig begrip. De orkesttusschenspelen maakten iets, wat op g e-me en te-gezang zou gelijken, bijkans onmogelijk. Sommigen gebruikten de gelegenheid voor het bekende sauve qui peut. En aan het verzoek, om de zaal niet te verlaten vóór het orkest geëindigd zon hebben te spelen, werd wel door de meesten voldaa, n, doch in dier voege, dat zij het toch een geschikte gelegenheid vonden om bontkragen om te doen, maiitels en jassen aan te trekken, enz, v. Het orkest had dus nu de verhev'en taak, om deze toebereidselen tot het vertrek te accompagneeren. Ik geloof, dat het beter is deze proef, die vaail een minder juiste gedachte uitgaat (alle koralen moeten door allen gezongen worden en dan moet er een gemeente zijn, geen publiek — of er moet in 't geheel niet worden meegezongen doch alleen geluisterd), niet te herhalen.

Zoo ben ik geleidelijk tot de uitvoering gekomen. Ik aarzel een weinig, daarover te schrijven, omdat ik aan de vriendelijke uitnoodiging der C. O. V. niet op den eigenlijken avond kon .voldoen, doch alleen de generale repetitie bijwoonde. Misschien is de Woensdagavond beter geweest, en idaaropj komt het toch vooral aan. Maar u begrijpt hieruit, dat de Dinsdag me niet zoo bijzonder heeft voldaan dat ik enthusiast er over kan schrijven.

Waaraan het lag? Misschien ook aa, n dat ondefinieerbare en onverklaarbare, waiairovier ik vroeger al eens schreef, dat den eenen avond de inspiratie, de geest er is, en den anderen avond dat onmisbare ontbreekt, hoe goed alles ook van stapel loopt. Maiar misschien moet toch ook wel een aanwijsba.re oorzaak worden gezocht en gevonden. Had Cuypers, die ditmaal dirigeerde, wel de rechte bezieling voor zijn taak? Had Bach hem wel gegrepen? Zou .alles bij Schoonderbeek's leiding niet heel anders geweest zijn? Of heeft Schoonderbeek ons met zijn Bach-reproducties verwend?

Ik denk b.v. aan de soIO' voor orkest No 10 (de Sinfonie). Hoe anders heb ik die van hetzelfde orkest gehoord onder Schoonderbeek en ook onder Mengelberg! Ik denk aan de veel te snelle tempi vóór de pauze, waardoor fijne meiismen als b.v. in no 7 niet tot hun recht konden komen en alles door het jagen verbrokkeld klonk; zoo b.v. Aria; no 4 (Bereite dich Zion, mit zartlichen Trieben).

Anderzijds moet erkend worden, dat enkele groote koren zeer goed waren Ingestudeerd en werden uitgevoerd. Bijzonder te loven scheen me het Inleidingskoor No 1 (Jauchzet, frohlocket), dat-een hoop wekte voor den lavond, die later tot wa, t teleurstelling leidde; en het eerste Ehre sei Gott (No 21), dat grandioos klonk en waarvan het slot vooral mooi was, met het dreunen van dat zware en voor zulke begeleidingen zoiO' zeldzaam gescliikte Concertgebouw-orgel. En bijzonder de tenoren hadden zeer goede oogenblikken.

Solisten waren ditmaal Janna Brandsma, Anke Schierbeek, Georg Walter en J. Caro.

Eerstgenoemde deed wat ze kon, doch haar zang mist dat engel-reine, waardoor Mevr. Noordewier en Anna Kappel 'voor deze partij' zoo geschikt zijn. Als ze in de hooge tonen kwam, werd dit zelfs hinderlijk. Men kan van iemand niet eischen wat hij. niet heeft en de sopraanpartij van dit werk is, wijl zeer klein, voor de groote zangeressen niet zeer begeerlijk. Maar te betreuren blijft het dan toch, vooral voor wie vroegere fijne reproducties nog in zijn herinnering draagt. Jammer, dat Cuypers in No 7 de sopraansolo niet door eenige koorstemmen liet steunen; het frappante contrast met den bas komt dan beter uit en het koraal krijgt dan meer zijn eigen karakter.

De alt had goede oogenblikken. Dat Aria 4 niet geheel gelukte lag aan het te snelle tempo, waaiO'ver ik reeds schreef. Overigens geef ik voor dit werk de voorkeur aan een donkerder geluid.

De tenor voldeed me slecht, en dat spijt me zeer voor Walter, dien ik in de Matthauspassion zoo waardeer. In de hooge noten was zijn stem bepaald leelijk. In de recitatieven legde hij zoO' dramatisohe accenten, dat het geheele karakter er van verloren ging. Al dadelijk werd het Recitativ No' 2 daardoor onaangenaam om te hooren. Dat moet strak en niet weekelijk zijn. Tegen het einde ervan kan eenige accentuatie zeer de werking verhoogen, docih het werd hier alles fondant en crème. Aria , 15 (Fiote Hirten) werd stellig knapj gezongen, maar als een bravourestuk. Dat achteruitwijkend zich in positie stellen met het gesloten muziekboek in de eene en het lorgnet in de andere hand gaf een 0'naa.ngename vertooning, die den geest der yertolking helaas typeerde.

Caro w.as de eenige solist, die geheel voldeed. Zijn zang was wel zeldzaam schoon en zijn vertolking het hoogtepunt van den avond.

Maar misschien is het bij' de uitvoering met het O'verige beter gegaan. Laat me het hopen!

De M.

N. B. Dit stuk lag den dag na het concert reeds ter drukkerij, maar kon eerst heden geplaatst

Eind red.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

MUZIKALE KRONIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 januari 1925

De Reformatie | 8 Pagina's