GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOuW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOuW.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vermoedelijk kan ik velen catecheten een genoegen doen met de overname van het volgende artikel van Prof. Hoekstra in „Gereformeerd Schoolverband". Het luidt als volgt:

Thans een enkel woord over het opzeggen. In - het opzeggen krijgen we de proef op de som. Door onze van buiten geleerde les op te zeggen leveren we bet bewijs, dat we de leerstof goed ingeprent en onthouden hebben.

Tenminste dat schijnt zoo. De nauwkeurigheid en feilloosheid van het. opzeggen schijnt een aanwijzing te zijn voor de kracht van het geheugen. Wie zijn les niet letterlijk maar haperend opzegt, maakt den indruk minder zijn best gedaan en zich de leersitof niet op voldoende wijze eigen gemaakt te hebben.

Toch leert de ervaring, dat ook hier de schijn bedriegt, en het minder-vlot-opzeggen niet altijd een bevsdj'S is van minder goed. van buiten leeren en slecht onthouden.

Ieder onderwijzer weet door den dagelijkschen omgang met de kinderen, dat de verscheidenheid in het omzeggen verbazend groot is en de leerlingen van zijn klas in verschillende groepen zijn in te deelen.

Van al de nuanceeringen, die er op dit gebied zqn, vestigen we de aandacht op twee typen, n.l. het letterlijke en het zakelijke type^

Het letterlijke type leert letterlijk van buiten, onthoudt letterlijk, en zegt letterlijk op. Er ontbreekt niets aan. 't Gaat alles van een leien dakje. De les wordt soms zóó vlot opgezegd, dat de onderwijzer den leerling niet bijhouden kan. Je zet het kraantje maar open en 't vliegt er uit.

Deze vlot-opzeggende leerlingen behooren soms tot de begaafden, die straks geschikt zullen blijken om op het veld van studie met hun talenten den Heere te dienen.

Vlot opzeggen en begaafdheid gaan echter lang niet altijd samen.

Sommigen van deze snel opnemende, goed onthoudende en vlot reproduceerende leerlingen blijken oppervlakkig te zijn en niet in staat de leerstof, ook wanneer die eenvoudig en doorzichtig is, te begrijpen.

Ik heb iemand gekend, die zonder veel moeite het eerste vers van alle 150 psalmen geleerd had en die 150 verzen achter elkaar kon opzeggen, zonder een enkele hapering, wanneer men 't maar vroeg. Was iemand geduldig genoeg hem aan te höoren, dan draaide hij, als een gramafoon, zijn psalmen af. Toch was deze persoon, wat zijn verstandelijke hoedanigheden betrof, beneden het middelmatige. Inzicht en doorzicht waren zwalc.

Een dergelijk type is geen witte raaf, maar komt herhaaldelijk voor.

De ouders houden soms hun snel-leerenden en nauwkeurig-opzeggenden jongen voor een heelen bol, en maken zich groote illusies. De onderwijzer weet beter, en wanneer zijn oordeel gevraagd wordt over de talenten van zulk een leerling, zij hem de noodige tact toegebeden, om op een verstandige en christelijke wijze met de ouders te spreken.

De leerlingen, die niet gemakkelijk reproduceéren en de les doorgaans niet vlot opzeggen, zijn eveneens niet over één kam te scheren.

Weinig begaafde leerlingen hebben veel moeite met inprenten, - met onthouden en met opzeggen. De onderwijzer kent ze spoedig, behandelt ze zoo vriendelijk mogelijk en neemt een tegemoetkomende houdiiLg aan.

Anderen behooren tot het z a k e 1 ij k e type. Ze zijn opmerkzaam, scherp van oordeel, vlug van begrip, nemen de .quintessens van de leerstof in zich op, maar kunnen de les slechts met groote moeite letterlijk opzeggen. Ze kunnen er niet „op komen", haperen ieder oogenblik, blijven midden in een zin steken enhebben het bij het opzeggen soms ontzettend benauwd, vooral wanneer de aard van het leervak een letterlijke reproductie eischt of de leeraar op letterlijk van buiten leeren bizonder gesteld is.

Dit zakelijk type, waaronder soms zeer begaafde leerlingen schuilen, herkent de docent spoedig, hij behandelt hen welwillend en geeft hun wel eens het hoogste cijfer, hoewel ze de les niet letterlijk hebben opgezegd.

Het opzeggen wordt ook belemmerd door lichamelijke of geestelijke vermoeidheid.

Leerlingen, die zich op het uur van de lichamelijke oefening duchtig hebben geweerd, en onmiddellijk daarna een les moeten opzeggen, praesteeren minder dan gewoonlijk.

Het laatste schooluur yan den dag is voor het opzeggen van een wat moeüijke les niet geschikt.

Wie zich dagen aaneen, onafgebroken, geestelijik heeft ingespannen, wordt afgemat en verkeert doorgaans niet in de beste dispositie om examen te doen.

Met dezen vermoeidheidsfactor zal een' docent terdege rekenen en zijn leerlingen, die, lichamelijk of geestelijk, den vermoeidheidsdrempel bereikten, met verschooning behandelen.

Het type, dat — niet omdat de les niet geleerd is, maar door zwakken aanleg voor letterlijk opzeggen — moeilijk reproduceert, vindt in den leermeester een vriendelijk helper.

Hij kan het beginwoord noemen of een halven regel voorzeggen. Natuurlijk moet dit niet te dikwijls gebeuren.

Het is aan te bevelen den leerling zoo weinig mogelijk in de rede te vallen, den stroom, die vloeit, te laten vloeien, de lijn der associatie niet at te breken, en aan liet eind de noodige correcties aan te brengen en mede te deelen, wat minder juist of fout was.

Door een enkele suggestieve opmerking kan het opzeggen bevorderd worden. Schuchtere naturen worden door een „kom, mijn jongen, je weet het wel" bemoedigd. Wie zijn zwakke leerlingen afsnauwt, hen bij de geringste "fout met het boek om de ooren slaat, of zoo bruusk optreedt, dat ze voor hem staan te bibberen, laat bg Tiet kind de emoties werken in een richting, die de gieheugenkracht verzwakt en een vaardige weergave van hetgeen geleerd is belemmert.

Men leze en leere en zegge sommige zinnen op bij zichzelven. Want we moeten allemaal auto-didacten worden.

Oude polemiek.

Wie denken mocht, dat wij tegenwoordig zoo scherp elkaar bestrijden, zal bij de vaderen van welke richting pok haast, geen betere toestanden vinden. Ds Beddens haalt in de Geref. Kerlibode van Rijswijk de volgende historische bizonderheden uit het leven van Bilderdijk op:

Als Ismaël was zijn hand tegen allen en de hand van allen fegen hem: „gehaat, veracht, vervolgd van kerk-en staatsverstoorderen."

Men maakt zich vroolijk over den dichter, die , , reeds 20 jaar met den eenen voet in 't graf stond" en toen hij na zijn bundel: „Winterbloemen" nog een verzameling „Atfodillen" het licht deed zien, toonde men zich ten uiterste nieuwsgierig, welk soort van bloemen nu nog op deze zouden volgen.

Met een stroonj van pamfletten, anonyme schimpschriften, spotverz-en, epigrammen, parodieën, kluchten, schand-én schendbrieven werd „ridder Bulderdijk" overstroomd. Hij zelf bleef in bitsheid en felheid niet achter. Hij geeft zich lucht togen van der Palm met zijn: „duivlenlach op 'thuichlend aangezicht, " „den tijdslaaf zonder eer, steeds draaiend naar den wind, " tegen Kinker, „baas in 't verlichters gild, " met zijn „verdorven hart en dom vooroordeel" en de lector N. G. van Kampen wordt in zijn ongunstig uiterlijk gekarakteriseerd als volgt:

Dat wroeten ziet den varkenssnuit

En oog en Judaswenkbrauw uit.

Zijn tegenstanders zagen in hem niet anders dan •een „ongodist". Zelfs Dr van Vloten, die een uitgave van zijn dichtwerlcen bezorgde, zegt: „die reclitzinnigheid, die steeds toenemende gehechtheid aan de kerkelijke leer van den zoendood des kruises, tot zondedelging en genadeuitstorting, was bij hem een zaak van het hoofd, niet van het hart." Dioch die hem beter kennen, als b.v. Da Costa, getuigden: • „Ik heb nimmer ootmoediger Christen gezien." En dat te midden zijner beproevingen „het leven eener geestelijke wedergeboorte doorbrak, een leven dat met al zijn krankheden, met al zijn struikelingen, met al zijn zwakheden, door niemand oprechter veroordeeld en bestreden dan door den oprecht geloovige zelven, toch naar zijn hoogere kracht, zoowel de wereld in het eind, als dood en graf en zonde loverwint."

Trouwens we zijn er pas nog aan herinnerd in de uitgaven van Dis Rullmann en Vonkenberg.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOuW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1925

De Reformatie | 8 Pagina's