GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SGHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SGHOUW.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

O'ver de kweist i e^B r us s a ara.

Nog geven we, ten vervolge op voorgaande weken, nkel© persstemmen over het verbond, dat ds Brusaard met de gereformeerde kerken heeft hernieuwd. Het „Geref. Kerkbl. v. Drente en Overijsel" zegt bij onde van dr C. Bourna:

Het kan niet anders dan oorzaak van groote vreugde zijn, dat bij een der broeders de bezwaren zijn weggevallen. De samenspreldng ter Synode en de correspondentie met Prof. Ridderbos droeg goede vrucht.

Dr Bouma herinnert or aan, dat dr A. do Froe (in zekeren zin daarin overeenstemmend met ds Buskes) oen lang artikel schreef:

om te betoogen, dat Prof. Ridderbos Ds Bxussaard in het geheel niet begrepen heeft!

Genoemde schrijver acht de gedachtenwisseling tusschen Ridderbos en Brussaard merkwaardig, wel hiet meest in dit opzicht, dat ze van het begin tot he'li einde, en schier in alle zaken, die in geding komen, toont, , dat Prof. R. iiiet in gtaat is. Ds Br. in diens uiteenzettingen te volgen, en er feitelijk nimmer in slaagt, hem te verstaan, en in. plaats van hem aan te grijpen en met hem te worstelen in de volle diepten van zijn gedachten, er de voorlceur aan geeft om aan de oppervlakte te blijven en daar met allerlei schoonschijnende argumentaties, die evenwel nooit de kern raken, zijn triomfen te vieren ... „zooals er menschen zijn, die niet kunnen zien, niet omdat er iets aan hun oogen mankeert, maar eenvoudig, omdat ze psychisch bhnd z.ijn, zoo zit ook Prof. R. zoozeer in zijn vooropgezette meeningen vastgeroest, dat hij de beteekenis van wat Ds B. naar voren brengt, blijkbaar in zijn eigenlijke kern niet kaï'r verstaan."

Arnie Prof. Ridderbos! Hij is niet bij machte, den tegenstander te verslaan, omdat hij hem niet kan verstaan!. Hij is ten eenenmale onbekwaam ooit woer lop te treden als woordvoerder der Synode. Eigenlijk moest hij niet langer gehandhaafd blijven als hoogleeraar in de exegese. Want als hij de woorden van een mensch al niet vermag te verstaan en uit te leggen, hoe zal hij dan de woorden van den eeuwigen God verstaan?

Maar een paar dagen later heeft Ds Brussaard openlijk verklaard, dat de gedachtenwisseling met Prof. Ridderbos bij hem de bezvvaren weggenomen lieeft! Volgens Brussaard heeft Ridderbos hem niet alleen geheel begrepen, raaar hem overtuigd. Brussaard oor-. deelt dus over de woorden en over de capaciteit van

Ridderbos een weinig anders dan Dr de Froe het doet.

Het gevai is voor Dr de Fo-oe wel leen heetje vervelend. Want nu blijkt een van twee: óf, dat Ds , Brussaard niet begrepen beeft, dat Prof. Ridderbos hem niet heeft begrepen en dat Ds Brussaard eigenlijk zichzelf niet heeft begrepen; èf, dat Dr de Froe Ds Brussaard niet begrepen lieeft. Voorloopig xal ik bet laatste maar aannemen.

Q^^^^^^fleniigingsvoorstellen zrcgt dr Bouma nog:

Maar of "het tot liet gewonschte doel zal leiden^ mag worden betwijfeld. Het bedoelt samenspreking met tie bezwaarden en kerkelijk behandelden. Tenzij echter mannen als Dr Geelkei'ken geheel en a! van. houding vei'anderd zijn, zal zulk een samenspreking niet mogelijk zijn. Want Dr Geelkerken heeft indertijd uitdrukkelijk verklaard, dat hij zulk een samenspreking met o.a. Prof. Ridderbos niet begeerde! Wat voor reden is - er, aan te nemen, dat hij nu zulk een. samenspreking. wèl wenschelijk acht? Van de zijde der Synode zal men daartoe elk oogenblik bereid zijn, niaar of men het van de andere zijde wel wil, ]> etwijfel ik.

Er is niets veranderd in den na Assen liggendeïi tijd, nooh van den kant der Gereformeerde Kerken, noch van die der schismatieken. Assen heeft geen water in. den wijn gedaan, zooals men had geprofeteerd, maar staat nog op hetzelfde standpunt der Sehrifl, en der Belijdenis. Vandaar, dat mij de uitdrukking in het voorstel van Ds Brussaard „op de basis der gevoerde correspondentie Ds Brussaard—Prof. Ridderbos" niet duidelijk is. Was ér een compromis gesloten, waardoor de partijen lot elkaar gekomen •waren, door van beide zijden iets te geven, het was verstaani)aar. Of waren er misverstanden opgehelderd, ook dan was het te verstaan. Maar zoo is het niet geweest. Wat Ds Brussaard in zijn vier lopmierldngen aan het begin van zijn verklaring beeft gezegd, dat 'de Synode heeft uitgesproken, was niets nieuws. Men kan er zich over verbazen, dat Brussa-ard b.v. nu voor het eerst uitdrukkelijk vastgelegd acM iiel recht tot bet indienen van gravamina. Maar dat recht bestond altijd en is ook altijd dooi' onze Gereformeerde Kerken gehandhaafd, ook door de Synode van As& wi, gelijk uit de behandeling der zaak van Dr van Leeuwen is gebleken. Ter Synode is dat recht B-iret gekreukt, en in de gevoerde correspondentie is het niet weer als een oud recht in eere Jiersteld. Dat het bestond en mocht worden gebruikt, wist iedereen, ook wel de theologen, die door de uitspraken der Synode waren bezwaard. Voor Ixet voorbereiden van een saniienspreking en het pogen, daartoe te gerakeii, was tot dusver van de zijde der Synode geen enkele aanleiding, omdat haar standpunt nog steeds hetzelfde is.

Dr H. Kaajan, oen inzender beantwoordende, merkt op:

De kei'fcelijke vergaderingen gaan in elk geval, zoo doet zich de zaak-Brussaard tenminste aan mij voor, efi|'„djez: ei; J!irocedure vrij uit.

- Ëu • prófv" Grosheide meient in „N.-H. KbL":

Men vraagt ons, waarom de Classis Haarlem aan Ds Brussaard geen bepaalde verklaring ter teefcening heeft voorgelegd.

Natuurlijk kunnen wij geen afdoend antwoord geven op die vraag. Zulk aen antwoord zou alleen kunnen komen, van de Classis Haarlem zelf.

Maar we mogen wel als ons oordeel uitspreken, een oordeel, dat gegrond is op wat naar buiten kwam, dat de Classis Haarlem volkomen juist heeft gehandeld.

Anderen hebben wel gezegd, dat Ds Brussaard het volkomen met Dr Geelkerken eens was, maar, voorzoover ons bekend is, heeft Ds Brussaard dit zelf publiek nooit gezegd. Officieel stond bij hem' de zaak zóó, dat hij bezwaar 'had tegen verschillende uitdrukkingen, enz., die de Synode had gebruikt en dat hij met medeweten van de classis die bezwaren bij de Synode heeft ingediend.

De Synode heeft getracht die bezwaren weg te nemen en ze heeft den wensch uitgesproken, dat Ds Brussaard na de beantwoording der Synode te hebben overwogen, zich nu zonder voofrbehoud naar de uitspraken der Synode zou kunnen voegen.

Gelijk Ds Brussaard ook heeft kunnen doen. Daarmede was de Classis natuurlijk te\T: eden. Dat is, naar we meenen, niet een meten met tweeërlei maal, doch volkomen in orde.

Oiver 1926.

'Prof. Grosheide maakt deze opmerkingen in zijn terug-Wik over 1926-in „N.-H. KW.":

i' Boven schreven we over het al of niet 'toevallige. • Niet wij, doch de Heere onze God maakt de geschiedenis. En Hij heeft het zoo beschikt, dat deze zaken in het geding kwamen. Dat hebben onze kerken niet gezocht of begeerd, jiat heeft geen Synode kun-"nen verhelpen, zoo zijn we er voor geplaatst, naar •aanleiding van een bepaalde aanklacht en zoo moest daarover het proces verloopen.

Wat we met onbevredigd bedoelen is dit, dat we het gevoel niet van ons af kunnen zetten, dat de scheiding weer niet 'zuiver loopt. Daai zijn leden der gemeente, ja daar zijn. er wel onder de 'thans Nederlandsch Gereformeeirde predikanten, die nooit in moeite zouden zjjn gekomen, had de zaak-Geelkerken zich niet voorgedaan. Men behoeft de namen slechts lan^s te , gaan van hen, di, e zich achter Dr Geelkerken hebben geschaard en men moet zich .afvragen, zijn die of die het werkelijk met hem eens, is Dr Geelkerken de voorman en de leider van die •of die? We noemen natuurlijk geen namen, leder weet wat we bedoelen. We zien predikanten, we zien leden der gemeente thans buiten onze kerken staan, maar we zien geen eenheid.

Dat is ons aan de eene zijde een oorzaak van groote droefheid.

• Indien werkelijk al de heengeganen duidelijk één type droegen, dan zou het ons smarten, dat ze niet meer bij ons waren, maaa' we zouden er gemakkelijk in berusten. Een valsche eenheid begeeren we niet. En er dreigde een valsche eenheid, een schijn-eemheid 'te komen.

'Maar aan de andere zijde is ons dat ook een; oorzaak van iioqp. Wij voor ons kunnen niet gelooven, dat er werkelijk predikanten en een groot aantal gemeenteleden zijn, die het inderdaad met Dr Geelkerken eens zijn, maar die gemakshalve of om den broode maar in onze kerken blijven. Zulk een huichelarij onderstellen we niet. We weten, dat er bezwaarden zijn, maar die komen rond voor hun bedenkingen uit en we blijven hopen, dat ze in den wettigen weg, wat hen hindert bij: hun kerkeraad zullen aanbrengen, opdat ook jop wettige wijze hun zaak zal worden behandeld. Wij' hopen, dat daardooir bezwaren zullen worden weggenomen. Wij hopen ook, dat vele broeders en zusters, die nu niet meer bij ons zijn straks zelf zullen gevoelen, dat ze zich niet bij de Nederlandsch GerefOrrmeerden kuimen voegen. In zekeren .zin rekenen we daar zelfs op. Niet omdat we vol spanning het oogenblik verwachten, dat in den kring der Nederland'sch Gereformeerden tweespalt zal ontstaan, want we meenen, dat men zelfs, als die ontstond, haar wel zal weten te bedekken. Maar omdat - we nu nog velen daar zien, van wie we ons moeilijk kunnen voorstellen, dat ze or op den duur vrede bij' zullen hebben om daar te blijven.

B.ijb ol kennis.

Meldden wo verloden week iets over de treurige bijbelkennis van de eerzame familie, waar doleerende Sientje diende, deze week geeft ds Schaafsma aan prof. Casimir een benrt. Hij schrijft in „Geref. Kbl. Cl. Brielle":

Ook van moderne zijde wordt dikwijls geklaagd over onkunde inzake den Bijbel.

Deze klacht is niet overdreven, maar werkt weinig uit.

Als treffend bewijs van de rechtmatigheid, waarmee men klaagt, diene het volgende:

In een courant van 25 December komt een teekening voor, onder opschrift: „De ster van den vredesbond op aarde". Bij deze plaat hoort het Kerstartikel van Prof. R. Casimir, die in overeenstemming miet de foutieve teefcening zich o, a. aldus uitdrukt: „In de oude Kerstverbalen is-het verhaal van de herders zoo aandoenlijk: zij houden de wacht bij de kudde, maar als de ster verschijnt en het lied weerklinkt, dan durven zij die kudde verlaten , om • naar den stal "te gaan." .

Hier hebben we een bijbeleenheid, die rijkelijk ver gaat.

Lukas 2:8—15 genoegelijk vereenzelvigd met Matth. 2:1—11 V.V., terwijl toch het verhaal van de herders en dat van de wijzen van het Oosten, maanden ver van elkander liggen.

Een schoolkind van de bijzondere school zou het beter weten.

Prof. Casimir niet?

Mi ö t h, o d i s t e n.

In de „Goudsche Kb." schrijft ds v. d. Sluis, die onder ons bekend is door zijn lijvig werk over de EtJiische richting, iets over do Methodisten. We lezen:

Tcldo men in Wesley's dagen 80.000 Methodisten, bij het eindö der 19e eeuw waren er reeds meer dan 28 millioen, waarvan het meerendeel in Amerika. En was ©r bij het leven van Wesley reeds verschil gekomen uisschen hem en Whitefield, de verschillen hebben zich in de negentiende eeuw vermenigvuldigd en de Methodisten in verschillende kringen on kerken zich doen splitsen.

Vooral in Noord-Amerika heeft het Methodisme zich eigenaardig ontwikkeld. Sedert het laatst der 18e eeuw nam het aantal methodisten daar sterk toe. Met buitengewojien ijver werkten zij aan de redding van zielen. Allerlei middelen werden daartoe gebruikt en groote offervaardigheid werd bewezen voor de komst van Gods koninkrijk. Vooral op het te voorschijn roepen van „opwekkingen", bekeeringen in massa, legden zij zich bijzonder toe en door hunne overspannen prediking gelukte hun dit dikwijls. In den loop der eeuw zijn daartoe allerlei nieuwe maatregelen genomen en inzondeirheid de Camp meetings doen daartoe dienst. Dan verzamelen zich onde-r leiding van Methodistische predikers van alle kanten scharen van menschen op een bepaalde plaats in do open lucht. Er wordt dag en nacht gezongen en gebeden, gepredikt met groote opgewektheid en aangedrongen op bekeering. Ziekelijke opgewondenheid komt over de sprekers en over do massa, die bewerkt moet worden. Men hoort gezucht en ge^ schrei; men ziet sommigen flauw vallen en anderen zich wringen in krampachtige aandoeningen; velen vluchten, smeekende om genade, naar de zondaarsbank. Eindelijk breekt de genade door; halleluja's weerklinken; tranen van blijdschap over de vorkregene verlossing worden gestort; men omhelst elkander in zalige vervoering en een aantal zielen is weer „gered". Zelfs houdt men „Baby-Revivals", waar kinderen van 4—12 jaar met de straffen der hel worden bedreigd, gedrongen worden schuldbelijdenis af te leggen, boetliederen te zingen en zich bij handteekening te verbinden om levenslang den Heer Jezus te dienen.

Wat goeds ook door den ijver en de hartelijke vroomheid veler Metliodisten tot stand moge komen, het is toch niet te ontkennen, dat hun ijver zonder verstand menigmaal ook kwaad sticht, terwijl hunne eigenaardige wijze van werken vaak een zeer oppervlakkig Christendom in de hand wetrkt.

D e k a n s e 1 o p z ij n smalst.

Ds Deddens spreekt in „Geref. Kb. v. Rijswijk" over de vroegere stichtelijkheden van den Nieuwjaarsmorgen in , de kerk. Wiji lezen:

Lust het u een proeve van de welsprekendheid des leeraars en zijn kunst van varieering bij de formuleering der zegenwenschen te ontvangen?

Ik kies dan bij lange na niet een van de wijdloopigste en bloemrijkste, zij is zelfs sober vergeleken bij andere — een proeve uit de nagelaten leerredenen van Johannes Beukelman, Bedienaar des iWoords laatstelijk te 's Gravenhage. Hier volgt ze.

„Maar bijzonder roept ons nu de tijd daar toe, en deze dag eischt van ons, dat we onzen mond in zegenwenschingen over u allen open doen. (Hier volgt een breede zegenbede voor de , , geduchte'' overheden en leden van het vorstelijk huis, welke wijl uit plaatsgebrek weglaten, en besloten met het volgende: ) !

„De Zegenrijke God beware U. Ed. Agtb. Perzoonen; Hij doe ü. Ed. Agtb. Huisvrouwen steeds laan uwo zijde staan. Hg geve U. Wel. .Ed. Agtb. neffeu'S haar, lankheid van dagen, de Zielzaligende Heil-goederen van het Genade-Verbond en allerleye vrede: Hij doe u ook neffens haar de lust uwer oogen aan uwe kinderen in alles aanschouwen: Hij zegene uwe Regeering! len als gij Gods raad hier uitgediend zult hebben, neme Hij U. Ed. Agtb. op in zijn Zalige Heerlijikheid!

Hier op wende ik mij tot u, mijn waarde Ampgenoten. O! de Heere doe ons in zoete vrede nog lange te zamen woonen! Hij zegene u Eerw. met zijn aJlerdierbaarste Zegeningen in een allerovervloedigste mate: De oude van dagen vernieuwe Hij de krachten, Hij doe hun Eerw. in den grijzen Ouderdam nog veele vruchten dragen, en steeds vet en groen zijn, om te verkondigen dat de Heere recht is; Hij herstelle hunne verzwakte, en vermeerdere hunne tot nog toe bewaarde krachten! De jongeren van jaaren geve Hij zijn hulp en bijstand ook rijkelijk te wedervaren! Hij zegene het werk onzer bediening rijkelijk tot opbouwing van Jezus Genaden-rijk; en doe ons namaals de loon en kroon van trouwe IDienaars des Lams voor den Throon eeuwig genieten!

Do Heere zegene u ook, Eerw. Ouderlingen en Diaconen: God doe u wel regeeren, en u het hart der armen en de ingewanden' van arme weduwen on woeizen verkwikken! De Heere geve u alle dubbele eer: Hij' verbinde uwe harten door heilige Eendracht: Deeze ^gemeente verheuge zich in u als haare Voorgangers, uwe zorg zij haar tot veiligheid, uwe Godvruchtigheid haar voorschrift, op dat gij, als den Aards-herder zal gekomen zijn, gij; de onverwelkbaare Kroon der eeuwiger glorie moogt ontvangen!

Eindelijk wend ik mij tot u, mijn roeim in Christus, mijn Brief, mijn blijdschap en mijn Kroone: O Gemeente van 's Gravenhage! u wensch ik toe uit het innigste van mijn hart, met de teedersto bewegingen mijner ziel, allerleije lichamelijke en geestelijke Zegeningen: Het inoet u eeuwig wel gaan, leeft gerust, leeft vrolijk, leeft voorspoedig, leeft gelukzalig!

En ryke, de Heere maake u ook rijk in hot geloof en in mildaadiglioid!

Practizyns, Advocaten en Procureurs, en alle die verder daar toe behooren: God doe u recht en gereclitiglipid vordeedigen en voorspreken, en bouwe uwe Huizen met voorspoed!

Kooplieden, God reclrte op uwe Koopmanschappen! Renteniers, de Heere zegene uwe inkomsten, en doe u van het uwe in rust leven!

AVinkcIiers, de Heere doe uwe nc'ringen verwakkeren en toenemen!

Ambachtslieden, de Heere zegene het werk uwer handen, dat gij zonder kommer u eigen brood moogt eetcn, en nog wat hebben om de armen mede te deel en!

Krygsknechten, de Vorst van het Heir des Hoeren zij uw Vorst!

Die over de Jeugt gestelt zijt. Meesters en Vrouwen, do Heere zegene de ondenvijzing die gij hun geeft, en maake u tot Voorbeelden der kinderen!

Armen en Nooddruftigen, de Heere verzade u met brood, en make u tot Erfgenaamen van zijn rijk Koningrijk!

Vaders en Moeders, de Heere maake uwe zoonen als planten, die groot geworden zijn in hun jeugt, en uwe dochteren als hoekstoenen, uitgehouwen na de gelijkenis van ©en Paleis!

Kinderen, God geve u dat gij uwe Ouders gehoorzaam zijt in den Heerci, dan zal het u wel gaan! Heere en Vrouwen, de Hooge God geve u, dat gij uwe Dienstbooden tot het goede steeds op'wekt, en daar in voorgaat!

Dienstboden, de Heere van ons allen, schenke u den geest der nederigheid en der trouwe, om wel te dienen!

God zij uw man en beschermer. Weduwen!

"Wezen, God zij uwe Voogt en Vader!

Oude van dagen, de Heere kroone uwe grijze Haaren met zeer veel heerlijkheid!

Jongelingen en jonge Dochters, de Heere geve u, dat gij den bloem uwes levens met Obadja doorbrengt in de vreeze des Heeretn!

Onbekeerde, de Heere befceere u in dit jaar, , en geve u een nieuw harte!

Overtuigde en bekommerde, de Heere doe u dit jaar doorbreken, en tot wezenlijk licht komen!

Zwak-geloovigen, de Allerhoogste zelf wil u be-"vestigen!

Godvruchtigen, alle wie giji zijt. God geve dat er met dit nieuwe jaar nieuwe en Zalige Zielsgestaltens in u verwekt worden, en dat gij; op nieuw moogt verwaklveren op de w^ van Heiligmaking^' Tot zoover den Eerwaarden Heer Beukelman.

Wi-j kunnen de goede bedoeling waardeenen, maar beklagen ons niet, dat deze dingen in onbruik zijn geraakt.

Het is te hopen, dat deze goedinoedighedcn waar ze nog bestaan, haastig verdwijnen. We benne zoo gewichtig niet met z'n allen.

Overigens veel heil en zegen, lezer. „Daar niet van."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SGHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's