GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Beknopte Kerkelijke Boekhouding", samengesteld  door M. C. van den Ende. Uitgave van Oosterbaan & he Cointre, Goes.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Beknopte Kerkelijke Boekhouding", samengesteld door M. C. van den Ende. Uitgave van Oosterbaan & he Cointre, Goes.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Beknopte Kerkelijke Boekhouding", samengesteld door M. C. van den Ende. Uitgave van Oosterbaan & he Cointre, Goes.

I. De samensteller geeft geen direct bescheid op de vraag, of de door hem ontworpen boekhouding bedoeld is voor groot©, middel-groote of kleine kerken. Wij moeten derhalve zijn Ijedoeling afleiden uit enkele woorden en gegevens, die hierbij als leidraad kunnen dienen.

Allereerst valt tian te letten op den aanhef van de „Toelichting" : „Ieder, die belast is met het financieel beheer eener Kerk, heeft telken jare verslag uit te brengen" enz. Hier wordt dns in het algemeen gesproken over , , eene" Kerk, zonder meer.

Dat de samensteller niet op zeer kleine kerken het oog heeft gehad, valt af te leiden uit de onderscheiding, die hij bti den „Inventaris" maakt in de rubriek „Vaste Goedereu"; hij noemt n.l. niet alleen een kerkgebouw, maar wil ook afzonderlijk opgenomen zien een pastorie en een vereen i-g i n g s g e b o u w. Het noemen van , , Kerkgebouw" in 't eiilcelvoud zou er op kunnen duiden, dat wèl.aan kleine kerken gedacht is. Evenwel zgn er weer andere uitdrukkingen (als Tractementen; — meervoud) die op kerken van grooten omvang schijneai te doelen.

Men mag o.i. aannemen, dat de samensteller bedoelt, dat zyn boekhouding voor alle kerken zonder onderscheid kan worden gebezigd.

II. a. In de „Toelichting" is te lezen, dat het gewone „Kasboekje" (het verkleiiïwoord is van den samensteller) niet vervalt. Al wie uit de algemeene aankondiging van „Kerkelijke Boekhoudin g", mocht afleiden hier een, zij het ook „beknopte", dan toch volledige administratie te vinden, zal worden teleurgesteld.

b. De samensteller wil in een „Kolommenkasboek" rubriceeren hetgeen in het gewone kasboek dagelijks wordt geboekt. Deze rubriceering moet dan verder dienen als grondslag roor de opstelling der jaarrekening, van de be^rooting, en van het aan de gemeente uit te brengen verslag. Hij onderscheidt de ontvangsten en uitgaven elk in 14 rubrieken. Dertien daarvan hebben een eigen bestemming; slechts bepaalde ontvangsten, respectievelijk uitgaven, ..mogen in die kolommen worden geboekt, doch slechts met geldbedragen, (ielegonheid tot eenige specificatie van de in deze dsrtien rulirioken te boeken posten ontbreekt.

f)c laatste kolom is bestemd voor „Diversen", voor de toelichting vajr de hierin te boeken bedragen is eea ruimte iieschikbaar van 6.6 c.M. Deze maat krijgt beteekenis, wanneer men weet, dat alle ontvangsten, respectievelijk uitgaven, van één week op één regel moeten worden geboekt; dit ijrengt dus mede, dat alle posten, die in eene week in de kolom „Diversen" moeten worden geboekt, geen meerdere toelichting kunnen ontvangen, dan in een ruimte van 6, 6 c.M. mogelijk is.

Hiorinede zijn wij gekomen tot één der bezwaren tegen dit ontwerp. Het is het nadeel van elke tabellarische inrichting, dat men beperkt is tot de een = vastgestelde kolommen. Het invoeren van een tabellarisch; dministratie vereischt in het algemeen veel. zorg en f? fi^ ""'^fer mogelgk, tenzij de rubriek , , diversen" tot miniK'; "00 vej^ryil; : .kaji worden teruggcl> racht en bovendien de nog'l sch? a te j^oken posten behooi-lijk kunnen worden toegelicht'. - i: , ii wanneer de samensteller nu had betoogd, dat zijn ontwerpen bestemd waren voor zeer kleine kerken, dan z; ou toegegeven kunnen worden, dat die ontwerpen voor statistische doeleinden eenige verdienste hadden. Nu echter ' het ontwerp moet dienen voor alle kerken zonder onderscheid en niet alleen voor statistiek, maar in d? eerste plaats voor de boekhouding, tevens voor jaarrekening, begrooting ca., zijn wij van meening, dat de .praktijk te voel bezvvaren met zich brengt.

In de kolom Diveisen toch moeten bijr. geboekt worden: atlossing op hypotheek, op obligatieleeningon; (beide te onderscheiden naar de drie, door den samensteller genoemde onroerende goederen en in grootere kerken in nog grooter aantal), aankoop van effecten, terugbetaling van tijdelijk opgenomen gelden (om nu maar de uitgaven alleen te behandelen. AVe zouden nog meer kunnen noemen; bijv. de betaalde coupons; het schijnt echter de bedoeling te wezen, die onder Interest te boeken; we zullen ons bezwaar daartegen hier niet nader ontvouwen.

Wij achten het een bezwaar, dat de eerste dertien; rubrieken slechts geldbedragen zullen bevatten zonder eenige toelichting, dat bijv. de vrijwillige bijdragen niet kunnen worden (mderscheiden naar de wijken, die in menige kerk pracLisch bestaan en dus ook ailministratief behooren te worden gesplitst; dat voorts tractementen en salarissen, pensioenen, onderhoud geljouwen, dienst des woords-, om slechts enkele voorbeelden te noemen, niet kunnen worden toegelicht. Het is in deze administratie niet mogelijk een exploitatie-rekening te maken van het „vereenigingsgebouw", wat een eisch der praktijk genoemd mag worden voor een kerk, die een dergelijk gebouw exploiteert. De samensteller zegt niet, maar bedoelt vermoedelijk wel, dat in „Pensioenen" emeritaatsgeldon en pensioenen aan diverse beambten tezamen moeten wordeni geboekt, een samenvoeging, waar nog een ander dan een administratief bezwaar tegen in te brengen is. Eve.ieens schijnt hij te willen samenvoegen tractementen van predikanten en salarissen van andere, bezoldiging ontvangende persoaien, waardoor het, in grootere kerken, onmogelijk vA^ordt de kosten van de ^.geestelijke" ^ met die van de , , teclmische" ^) organisatie te vergelijken en elke groep op zichzelf te beoordeolen.

Dezo inrichting levert bezwaren op voor de Commissie van Beheer l, iij de boekhouding zelf, bij haar eigen contrölewerk, bij de opstelling der jaarrekening, bij het opmaken van de begrooting.^.Bezwaren ondervindt ook de-Commissie vaal controle.

De laatste jaren is een streven waarneembaar om te bomen tot een o v e r z i c h t e 1 ij; k grootboek, hetwelk op zichzelf lees-en verstaanbaar is; deze ontwerpen voeren ons weer terug naar toestanden erger dan de ouderwetsche grootboeken ons bezorgden.

III. De „Inventaris", die volgens den samensteller is „de beschrijving van den boedel" waarop „De" (dus zonder onderscheid. A. 6.) „bezittingen (en natuurlijk ook de schulden. A. S.) dienen voor hun waarde te boek te staan", bevat geen gelegenheid om te vermelden de saldi van een rekening bij een bank en bij den post-cheiiue en girodienst, de totaalcijfers van de op den balansdatum nog oponsta.ande, doch reeds vervallen coupons, van uitgelote obligaties, van tijdelijk opgenomen gelden, de diverse fondsen, (welke laatste ook in kleine kerken' bestaan kunnen). Wel geeft de samensteller onder de , , activa" gelegenheid om „Andere bezittingen" te vermelden, doch slechts met één totaal bedrag zonder specificatie, waarmee hij derhalve in strijd komt met zijn definitie: „b o s c h r ij V i n g van den boedel". Onder de passiva zoekt men tevergeefs naar een veimelding zelfs van „andere schulden".

Uit deze opsomming van niet-vermelde schulden volgt een ander bezwaar, dat ons ook 'weer terugvoert tot het „kolommen-kasboek". De samensteller schijnt niet' noodig te achten een (veelal verplichte) uitloting van obliaaties in ziJn administratie te Jjoekén, noch op den inventaris tusschen welen niet-opeischbare schulden te onderscheiden. Eveneens schijht hü een boeking van de vervallen rentetermijnen vau obligatieleeningen en een vermelding van de op den balansdatum nog onbetaalde coupons overbo'dig ƒte achten.

Het is ook niet duidelijk, op welke wijze iemand, die wétt©^'^ lijke veiplichtingen, ontstaande uit de uitloting .van obligaties en het opeischbaar worden van coupons wèl wil boeken, daartoe gelegenheid vindt. Een bekwame administr.xteur ziet wel kans zoo iets via het , , dagelijksch kasboekje" te verwerken, doch de administratief minder ontwikkelden zullen er eenvoudig geen raad mee weten. Dat men „minder last" ondervindt bü het gebruik van deze boekhouding, zooals het in de „Toelichting" heet, is ten aanzien van deze factoren althans niet juist.

Het niet vermelden op den „Inventaris" van allerlei schulden (aan do bovenstaande opsomming zouden nog toe te voegen zijn: de rente per den balansdatum verschuldigd, maar nog niet vervallen, op hypotheek ca., geldleeningen, enz., schulden aan leveranciers), vestigt den indruk, dat de samensteller bewust of onbewust voor de ker.k wil propageeren de z.g. „kasadministratie" in haar eenvoudigsten vorm; hij moest dan echter weten en vermelden welke neven-arbeid en neven-stukken daarbij vereisch't zijn.

Voor de scholen schijnt hy dien vorm weer niet te wenschen; daar althans noemt hij enkele dezer schulden wel. Een motiveering - van dit verschil in behandeling ontbreekt.

Deze Inventaris (of Balans) staat los van de eigenlijke boekhouding; een streng aanpassen aan een Verlies-en Winstrekening wordt gemist en hierdoor tevens een krachtig controle-middel.-H, et is ontstellend zulk een balaus-opmaking in dezen tiJd opnieuw gepropageerd te zien.

IV. Wanneer men de „Begrooting" beschouwt, wordt men getroffen door een vermenging van z.g. buitengewone met gewone ontvangsten en uitgaven. De samensteller toch neemi; onder de ontvangsten allereerst op: „Hypotheek (Geldl.)". Ieder verstaat, dat gelden, uit hypotheken te ontvangen, beschouwd moeten worden als z.g. buitengewone ontvangsten, die men alleen mag aanwenden voor buitengewone uitgaven als bijv. bouw van een kerk e.d.

Zulke uitgaven, die dus als tegenhanger voor de genoemde buitengewone ontvangsten moeten dienen, zoekt men tevergeefs.

Mocht de samensteller willen opmerken, dat de genoemde ontvangstpost zijn tegenhanger vindt in d.en eersteii uitgaafpost t.w. , , .Aflossing llj'potheek of Geldleening", dan antwoorden wij, dat zijn opstelling een andere verwachting wekt. Immers: steeds moet in een begrooting van een lichaam als een kerk ouder de uitgaven worden gerekend met de gewone jaarlijksche atlossing op de genoemde schulden, welke in tegenstelling met de op „Hypotheek .(of Geldl.)" op te NEMEN gelden, het karakter draagt van gewone uitgaven, even gewoon als Tractementen, e.d.

De samensteller acht het schijnbaar ook geea bezwaar, „legaten" als gewone ontvangsten te behandelen. Hij noemt ze althans tezamen met „giften". De , , Reserve" onder de uitgaven genoemd, kan hier geen verklaring geven, wanneer mende toelichting leest, daarvan verstrekt op de eerste bladzijde.

V. In zijn „toelichting" zegt de samensteller nog: „De toeleg moet zün minder uit te geven dan ontvangen wordt, teneinde Reserve te vormen, waaruit de vaak - yerrassend jjroote „onvoorziene uitgaven" Ifunnen wouden bestreden", waarop dan volgt: „Een kerkijestuur is schuldenlast onwaardig". Men mag deze woorden niet lezen zonder kennis te nemen vande omschrijving, die de samensteller zelf geeft van het woord , , schuldenlast" in den volgenden zin, welke luidt:

, , Bij , , schuldenlast" zit niet zoozeer vóór de gedachte aan hypotheken of geldleeningen, die met annuïteiten geannuleerd (lees: afgelost. - V. S.) worden en in .onroerende goederen ruime tegenwaarde hebben, als wel „opgenomen gelden" ter bestrijding der gewone kosten, welke dan gedelgd moeten worden uit de opbrengst van , , buitengewone coUecteir".

Terloops zij hier geiwezen op het misverstand, dat de samensteller zelf kweekt 'door, , zijn boeking van ontvangsten uit , , Hypotheek (Geldl.)", boven behandeld-Wij willen tegen de woorden „zoo zeer" eehig^fcezwaar maken. Had de samensteller zonder meer yérklaard.i , , dat niet vóór zit de gedachte" enz. dan zouden wij ons met ziJn uitspraak wel kunnen vereonigen. Leest men de woorden zooals zü er nu staan, dan yolgt daaruit, dat de samensteller toch wel eenigermate een schuldenlast een kerk onwaardig keurt. Deze indruk wordt ver.sterkt door den eisch van r u i m e tegenwaarde (lees overwaarde. A. S.). Hij gaat hiermede tegen de algemeene overtuiging in en ook tegen de uitspraak van wijlen prof. Rutgers, die het geforceerd schuld-vrij maken van kerkgebouwen heeft ontraden; een uitspraak, wa.'irvan de vA'ijsheid duidelijk gebleken is bij de jongste beroeringen in de Gereformeerde Kerken.

Wij hebben gemeend in de bespreking van het aangeboden ontwerp wat uitvoerig te moeten zijn, omdat een afbrekende critiek zonder meer o.i. niet Jjetamelijk is.

Hiermede is echter niet gezegd, dat de behandeling nu uitgeput is. Wil hebben slechts in het voorbijgaan gewezen op slortligheden in de taal; wij zullen niet handeleix over het bijna lichtzinnige van een poging, om met een , , Toelichting" van 45 regels (waarvan verscheidene dan nog zijn besteed aan wat men zou kunnen noemen Algemeene Beschouwingen) ook niet-ontwnkkelden n-eg-wijs te maken.

Wij meenen, na al het voorgaande te mogen concludeeren, dat het gebruik van deze , , boekhouding" moet worden ontraden.

A. SCHILDER.

's-Gravenhage, 12 November 1927.


1) Men sta ons kortheidshalve deze benamingen toe. A. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

„Beknopte Kerkelijke Boekhouding

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 november 1927

De Reformatie | 8 Pagina's