GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

IETS OVER DE CATECHISATIES.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IETS OVER DE CATECHISATIES.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Het is eem verblijdend verscfeijhsel, dat de wctejischappelijkie fheclcgie hoe langer hoe meer gebruik kan maken van de hulpie haar door "onderscheiden wetenschappen verstrekt. ;

De kennis van de oude talen, van 'het Hebreeuwscli en Grieksich speciaal, ; de kennis van het leven in het Oosten, het inzicht in den aard van de ziel van het volk, dat bij' uitstek' liet volk van de Ciodsope'ntoaring was, heeft onschatbare beleokenis gehad YOOT het verstaan van de Schrift De algemeene histo-rie heeft verschillende punten van aanraking met dei kerkgeschiedenis, en het licht door de kennis der feiten van de ongewijde historie opgegaan ov, er d!e kerkhistorie, moet niet gering geacht worden; ook al heeft zeker de kerkhistorie op Jiaar beurt den historici in 't algemeen menigen dienst bewezen.

'Ook de kennis vai] en de .ontwikkeling van het dogma is zonder eeoi gebruik maiken yam datgene, wat de wijsbegeerte ons speciaal in haar historisch gedeelte ons leert, - -niet mogelijk; .terwijl de formuleering der dogmatische waarheden, rekening zal moeten houden met allerlei stroomingen, die ons van niet direct dogmatisch erf, door andere dan dogmatische studie bekend zijn.

Maar zoo zal ook de „ambtelijke theologie", dat gedeelte van 'de theologische wetenschapl, dat zich bezig houdt met de ambtelijke vakken, waartoe in de eerste plaats wel de piredifclmnde of homiletiek en de catechetieik' ibehooren, zich hebben te bedienen van allerlei gegevens haar door andere wetenschappen verschaft.

Voor de leer omtrent de catechisatie komt hier ia de eerste plaats wel in aanmerking de psychologie van het kind en den jongen mensdh, en de algemeene paedagogiek.

Nu kan niet hetoogd worden, dat een buitengewoon groote belangstelling tot deze vakken zich openbaarde in de jaren, waarin b.v. P; rof. Bavinck's „Paedagogische Beginselen" slechts uiterst langzaam van de hand ging, en waarin zéker dan nog niet de theologen de belangrijkste afnemers van een dergelijk werk waren. Of de belangstelling in latere jaren toegenomen is? Ik weet 't niet. Wèl weet ik, dat indien men onverschillig zou blijven in de kringen der cateaheten voor 't geen de kinderpsychologie en paedagogiek kunnen geven, een niet onbelangrijke schade aan de clatechisaties zou worden toegebracht.

Het gaat onmogelijk aan, al datgene, wat aan de catechese door de nieuwere onderzoekingen geboden wordt, ook maar eenigermate volledig op 'e noemen, laat staan, zulks alles te verwerken, stel dit ware mij mogelijk. Maar wel willen we enkele dingen noemen, ter adstructie van datgene, Wat door ons werd gezegd.

Het verstaan van het kind en van den kinderlijken nood, van jonge menschen en hun strij'd en moeiten, is zeker in de eerste plaats een eisch voor hen, die zich opmaken, om jonge menschen en kinderen in aanraking te brengen met het heil des Heeren, en met de kennis der waarheid.

Nu is dit verstaan op: zichzelve een „kunst".

Alle zich inleven in de ziel van den ander vraagt iets van de kimstenaarshouding. •Maar daarom kan men nog niet zeggen, dat hierbij geen luehcefte is aan de leiding door. de wetenschap'.

Muziek .is een kunst: ; wie alle kunstaanleg mist, leert nimmer goed OTgelspelen. Maar dat neemt niet weg, dat zeil: d'© rnan of vrouw met buitengemeen talent èn theoretisch onderricht èn practische oefening noodig he^ft, om sdhoone muziek op' het instrument te kunnen voortbrengen.

Menschen kenne'U, en ook': kinderen kennen, is - een. gave opzichzelf.

.Maar het rechte verstaan wordt hier alleen mogelijk doordien men de gegevens, pa lang en moeizaam onderzoek, dioor de zLg. psychologie, speciaal de kiiiderpsyeholo'gie verzameld, gaat verwerken.

De typische kenmerken der onderscheiden perioden in het kinderlevea, die van de jaren pl.m. 10—pl.m. 12 en pl.m. 1.3—p'.m. 16 en pl.m. 16 en verder, moeten door eiken paedagoog die zich opmaakt ons godsdienstonderwijs te geven, zóó wo-r-den ge'kend, dat bij, als regel, onmiddellijk' een houding, een uitval, een vraag kan waardeeren, en zien in het juiste licht. Dat is mogelijk in de meeste gevallen. Er is in het optreden van "kinderen en jonge' menschen, sptediaal in de manier^ waaro'p ze op allerlei dingen reageeren, een vrij groote wetmatigheid. Dat schijnt 'ee'U eigenaardige 'beweging, bij zcO'Veel ongedurigheid, als we in 't leven onzer jonge menschen opmerke'n. Maar toch is het gelukkig waar, dat ook de schijnbaar zoo grillige banen, waarlangs het optreden onzer jonge me'nschen gaat, wel degelijk ber-ekenbaar zijn, evengoed, als de spiral en weg van de maan, die ook om haar wisselende gestalte voorheen : wel als beeld van de kinderziel werd genoemd.

Hoezeer zal nu hij, die eiken dag of althans op' vaste uren glke week aan jonge menschen de waarheid Gods heeft bekend te maken, behoefte hebben aan die kennis van de kinderziel!

Merkwaardig, dat in de oudQre boieken over de catechisatie de kinderzielkunde schier geen plaals kreeg, ofschoon het misschien even merkwaardig is of nóg merkwaardiger wellicht, dat de kunstenaars onder de catecheten 'ten allen tijde de kinderziel hebben verstaan, en hebbén gehandeld overeenkomstig den eisch door die kinderziel gesteld, terwijl een grO'Ot paedagoog, als bijVoorbe'ald August Hermann F r a n c k e, met al zijn groote liefde, en al zijn inzicht in de zondige natuur, óók van het tónd, toch niet den kinderen een kind woerden kon; was het omdat hij zelf iets van kinderlijkheid miste, dat anderen in hun eenvoud bezaten?

Vele zijn de bepaalde gegevens, niet alleen door de kinderzielkunde, maar ook door de algemeene psychologie ons aan de hand gedaan, zóó, dat ze ook bij het catechetisch onderwijs dienst k'unne'n doen.

Een paar voorbeelden mogen hier volstaan. Het denken heeft als steeds weer aanwezig© kenmerkende eigenschap ©en be praalde inten­ tie. Dat wil zeggen: wanneer ik zeg: „vaders stoel", dan heb ik weliswaar een voorstelling van een stoel, maar dan heb ik méér.

Dan heb ik ook een beleving. Een beleving van genegenheid tot hem, die in

dien stoel placht te zitten; 'Of een herinnering aan een bepiaalde sfeer, die 'er door „vader in zijn stoel" in de huiskamer werd geschap'en; of iets dergelijks althans.

Dit geldt van alle denken.

Maar dan volgt daaruit, dat ook mijn denken omtrent en over de waarheden Gods op één of andere wijze. in verband staat met een beleving, zal ik werkelijk over die waarheid denken kunnen. :

Nu ktmncn kinderen nog uiterst moeilijk tot zulk denken gebracht worden, omdat hun de beleving nog veelszins ontbreekt.

Maar daarnaast staat iets anders.

En wel dit, dat kinderen uitermate gevoelig zijn. Speciaal voor gevoelens van ando'ren gaat dat

zoover, dat een kind begint te huilen of te lachen, al naar de O'mgevi'ng doet, ook al begrijpt hetvan heel het motief voor vrC'Ugde of smart niets.

Een verschijnsel, trouwens, dat zich ook bij volwassenen wel voordoet. Scheler heeft hierop "in zijn boek over do „Sympathiegevoelens" met recht gewezen. Het aangestoken wordan van hel gevoel van den één, door het gevoel van den ander is een algemec'n menschelijk verschijnsel.

Maar kinderen zijn hier zeker uiterst gemakkelijk aan te raken en te treffen.

Wanneer nu met een kind gespirok'en wordt over de heilswaarheden, dan zal het intuïtief g'avoelen, welke intenties er leven in de ziel van hem of haar cjie O'ver deze waarheden spreekt.

; Ook zal het kind ervaren, wanneer er bij den spreker eigenlijk géén , , intentie" is, maar het een dor en dood malen Van een kleppermolen gelijkt, wat hij doet.

[Met deze wetenschap verstaan we evenwel, hoe we het moeten verklaren, dat er soms van eo'n fijn en logisch betoog bij kinderen en jonge menschen zoo weinig blijft hangen, terwijl een eenvoudige uiteenzetting, waarbij evenwel een 'beleving van hem, die sprak, was na en jnéé te beleven, jaren lang en wellicht voor goed beklijft. Ttouwens, we hehben hier iets, dat mutatis mutandis ook in velerlei opizicht geldt van „preeiken", van den dienst des Wioords in 't algemeen.

Maar uit een en ander blijkt duidelijk, dat hier wetenschappelijke gronden gegeven worden voor den eisch, dat de predikant, ooik al heeft hij, gelijk verwacht mag worden, persoonlijke band aan de waarheid, die hij aan de kinderen bekend .maakt, toch zich zóó voorbereidt voor den catechetischen arbeid, dat datgene, wat hij^ zegt, ooik op dat oogenblik voor hem leeft.

'Evenzeer geldt het van andere punten, dat de psychologie, als hulpwetenschap' ook yoor de catechetiek, ons kO'Stelijk materiaal geeft Hoe belangrijk is niet het vraagstuk van de aank'weeking van het plichtsbesef, juist in onzen dedadenten tijd, en hoe zeer heeft de wilsvorming groote beteeko'nis.

En ook op het terrein van het wilsleven zijn de onderzoekingen vele in aantal. Het ware een schuldig verzuim geen dankbaar gebruik te maken

240 vail 'I. geen de laatste jaren ons ten dezen hebben geleerd.

We denken hier bijvoorbeeld aan het feit, dat een helder inzicht in de opdracht de sterkte van wil om de opdracht te vervullen teii goede komt, maar dat anderzijds ook de bereiidwil-1 i gh e i d' om te gehoorzamen het inzicht in den plicht verheldert. Die een opvoedende taak heeft en deze dingen niet weet, verarmt zichzelf en zijn werk. Des te meer is het een eiscili, dat ook de wetenscliappelijk'e oatechetiek, die leiding moet geven aan den practisch-catechetischen arbeid, hier haar taak versta.

•Maar de vraag moet gedaan oif niet bepaalde j'eformatie moet komen in de piraxis, juist in verband met hetgeen als leerstof op de catechisatie wordt geboden.

En nu wil 't me voorkomen, dat hier de eisch van de practijk en van de psychologische gegevens (^Ikander de haiad reiken. Doch dit een volgend maal.

J. WATERENK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

IETS OVER DE CATECHISATIES.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1928

De Reformatie | 8 Pagina's