GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat men aan de overzijde wil.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat men aan de overzijde wil.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vergadering van de Bond van Nederlandsche Onderwijzers, pas in de Kerstweek gehouden, werd de volgende conclusie aangenomen:

De Bond, gezien het Rapport over de pacificatie der wet van 1920, gehoord de discussie op de Algemeene Vergaderingen 1929 en 1930,

I. De Bond handhaaft uit paedagogische en maatschappelijke overwegingen onveranderd punt h van het Bondsprogram, luidende:

Onderwijs, dogma's, viij van godsdienstige en politieke

draagt het Hoofdbestuur op in samenwerking met de daai'voor in aanmerking komende organisaties een krachtige propaganda te blijven voeren voor de Openbare School, de school der gemeenschap.

II. De Bond constateert, dat de praktijk heeft bewezen, dat de Lager-onderwijswet 1920 zeer onvoldoende rekening heeft genouden met de belangen van het onderwijs; dat door deze wet elke groep burgers eigenlijk naar willekeur kan beschikken over de scliatkist, als maar aan eenige formeele eischen is voldaan; dat daardoor een ontzettende versnippering op schoolgebied heeft plaats gehad, waarvoor dikwijls geen enkele gegronde reden aanwezig was; dat economische en kerkelijke dwang dikwijls de ouders heeft genoodzaakt hun kinderen naar de bijzondere school te zenden; dat de leuze: „De school aan de ouders" meestal moet luiden: „de school aan de kerk"; dat de wet-1920 het oprichten van standenscholen heeft bevorderd; wat benadeeling van het onderwijs in zijn geheel en zeer ongemotiveerde opdrijving van de onderwijskosten ten gevolge heeft gehad.

Alvorens een paar kantteekeningen bij deze conclusies te maken, mag ik eerst nog wel meedeelen, dat er een sterke strooming in de Bond is, die nu reeds wil vastleggen in het jrogram van de Bond, dat men streeft naar de verplichte, absoluut neutrale staatsschool, neutraal zoowel in godsdienstig als politiek opzicht. Men wil dus in de toekomst de ouders dwingen, de kinderen te zenden naar een neutrale school. Dit mogen we ons voor gezegd houden. De conclusie omtrent de verplichte neutrale school is nu nog wel niet aanvaard, maar meer uit practische overwegingen. Men weet, dat men daar nu nog niet mee moet aankomen. Anderen meenen, dat het er nu reeds wel de tijd voor is, omdat men toch altijd het kind moet beschermen tegen gewelddadigheden op geestelijk gebied. En die gewelddadigheden worden uitgeoefend door menschen, die bij de kinderen aankomen' met godsdienstige en politieke dogma's. Men moet dwang aandurven, wanneer het er over gaat, het kind te beschermen, zoo meent men. De slimsten hebben evenwel begrepen en ook uitgesproken, dat de „kerkelijken" natuurlijk precies dezelfde redeneering kunnen gebruiken, om hun doen te verdedigen.

Nu volgen dan een paar kantteekeningen op de conclusies van de Bond. Dat de Openbare Onderwijzers onverzwakt hun standpunt handhaven, dat het Onderwijs vrij moet zijn van godsdienstige en politieke dogma's, kunnen , we begrijpen. We zullen maar niet probeeren, hen er van te overtuigen, dat niemand, ook de beste O.penbare onderwijzer nïet, neutraal kan wezen en dat men heel vaak', als men neutraal wil wezen, toch partij kiest. Denk maar eens aan Koninginnedag. Wie niet meedoet, is niet neutraal, maar kiest partij tegen onze Koningin. Dat komt, omdat de wereld niet begonnen is, toen er Sociaal-Democraten kwamen; wij stuiten overal op historische gegevens en onze houding daartegenover is nooit neutraal. Jezus heeft ook gezegd: „Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij". Wie van Hem zwijgt, kiest tegen. Hem. , ...

Wel zeer opmerkelijk is, dat eerst in conclusie U van de minderheid stond, dat de Bond aanvaardt het stelsel der financiëele gelijkstelling ten opzichte van openbaar en bijzonder onderwijs. Die clausule .is verdwenen en er wordt onder meer geconstateerd, dat door de wet-1920 een ontzettende versnippering op schoolgebied heeft plaats gehad. Zulk weglaten is bedenkelijk. Ik leg er opzettelijk even de vinger bij; niet, omdat ik bang ben, dat nu weldra weer die gelijkstelling uit de wet zal verdwijnen. De Bond weet zelf wel beter en heeft ook wel zooveel kennis van de kaart van het land, dat hij zich daaromtrent geen illusies behoeft te maken. Maar het stelt ons in de gelegenheid, even weer goed vast te leggen, hoe men ons de ruimte van tegenwoordig gunt.

Heel mooi is ook de bewering, dat elke groep van burgers naar willekeur kan beschikken over de schatkist. Men weet toch algemeen, dat het nog zoo gemakkelijk niet is, een school te stichten, een werk, waarbij men wel de risico loopt van kapitaalverlies, maar nooit winst kan maken. De formuleering van de Bond wekt de gedachte, dat iedere groep van burgers maar willekeurig over de publieke . gelden beschikt. Dat vroeger zoo iets . het privilegie was voor de gemeenten met betrekking tot de Openbare School, schijnt men verbeten te zijn, of althans niet zoo erg gevonden te hebben. De Bond moest zich nog eens kunnen opwerken tot het hooge standpunt, dat men ook een ander moet gunnen, wat men voor zichzelf vraagt.

Ook de versnippering doet hier weer dienst. Bij een andere gelegenheid is in deze rubriek al eens aangetoond, dat die versnippering wel wat meevalt. Als het aantal scholen bij het Openbaar onderwijs toeneemt, terwijl het aantal leerlingen afneemt, terwijl bij het Bijzonder Onderwijs de toename van het aantal scholen parallel loopt met de toename van evenveel honderdtallen leerlingen, dan kan men ons moeilijk versnippering verwijten. Daarmee wordt niet tegengesproken, dat niet hier en daar meer de eenheid zou kunnen worden gezocht. Vrijheid is altijd een kostelijk goed. Sommigen kunnen die niet dragen. Ontzettend in elk geval is de versnippering na 1920 niet.

En dan van dwang gesproken! Als de ouders, door hun overtu.iging geleid, de kinderen onttrekken aan de invloed van socialistische en • communistische onderwijzers, dan is dat dwang; maar als men straks wil invoeren de verplichte, neutrale school, dan is dat volgens mannen als Posthumus bescherming van het kind. De menschen willen dat misschien dwang noemen, maar dat kan hij niet helpen.

’t Spreekt vanzelf, dat ook de kerk weer even genoemd moet worden. De kerk is de groote vijand van deze mannen. Maar men krijgt weer geen groote dunk van hun vrijheidszin, wanneer zij niet aan ieder de vrijheid kunnen laten, al is het dan maar, om aan de kerk een groote plaats in te ruimen in het leven van de menschen.

Ook komt nog weer de bewering, dat er door de wet-lS20 een ongemotiveerde opdrijving van de onderwijskosten heeft plaats gehad, welke conclusie moet afgeleid worden uit de versnippering van die scholen. Nu is ook in dit blad indertijd reeds aangetoond, dat het oploopen van de onkosten niet veroorzaakt werd door het Bijzonder Onderwijs, wat men zoo graag aan de menschen, tot in het Buitenland, wil doen gelooven. De algeheele verbetering van het onderwijs, verhooging van de salarissen, verlaging van het leerlingental, splitsing van de groote scholen, dat alles heeft zijn invloed doen gelden, temeer, omdat de onkosten van het Bijzonder Onderwijs nu ook voor rekening van de publieke kassen kwamen.

Dezelfde dingen maar telkens tegen te spreken, mag ons niet verdrietig worden en we mogen ons gewaarschuwd achten voor de toekomst. We danken onze positie niet aan de welwillendheid van onze tegenstanders, maar aan de goede gunst van onzen God, die ons deed groeien in dit land. En we mogen aan dit alles de prikkel ontleenen, om te werken met alle kracht, die in ons is, om onze beginselen te verbreiden, die een zegen inhouden voor land en volk, voor kerk en school.

G. MEIMA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Wat men aan de overzijde wil.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1931

De Reformatie | 8 Pagina's