GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Iets over Aardhevingen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Iets over Aardhevingen.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

H.

In ©en vorig artikel i) besprak ik een en ander over aardbevingsverschijnselen en ging daarbij vooral na, wat de Heilige Schrift ons erover mededeelt. Thans wil ik nog nader ingaan op de vraag, wat het wetenschappelijk onderzoek leert. Of — om de, in het vorig artikel aangehaalde woorden van P'rof. Dr J. Waterink te gebruiken — thans dient hier nagegaan te worden, welke verbanden er gevonden, welke wetten, volgens w©lke God handelt, er opgespoord zijn.

Allereerst zij dan opgemerlct, dat ©en drietal soorten aardbevingen moeten onderscheiden worden. En wel: instortings-, vulkanische en tectonische. De eerst© ontstaan, wann©©r (zooals in kalkg©bieden, waar het grondwater den bodem ondergraaft, nogal eens voorkomt) een grot instort en daardoor de omgeving in trilHng geraakt. Ook door menschelijke invloeden kan iets dergelijks gebeuren, bijv. bij mijnen, enz. Zulk een beving is echter zeer plaatselijk en veroorzaakt in den regel slechts weinig schade.

Van grootere intensiteit, echter ook nog locaal, zijn de vulkanische aardbevingen. Dez© gaan dikijls een vulkaanuitbarsting vooraf of vergezellen ie en worden waarschijnlijk veroorzaakt door de spanning van d© gassen in het magma, dat in de raterpijp opstijgt.

Geheel anders evenwel staat het met de derde soort. Deze hangen samen met den bouw van d© aardkorst. En nu heeft het wetenschappelijk onderzoek van deze korst geleerd, dat zij bestaat uit ©en aantal schollen, groote en kleine, door spleten van elkaar gescheiden. Van dez© spleten is aan de oppervlakte der aarde meest niets te merken. Het is echter gebleken, dat zich juist daar d© spanning©n, di©tusschen de aardschollen bestaan, openbaren. Dez© spanningen toch, die vooral voorkomen, tusschen schollen, welke eerst in geologisch jongen tijd (tertiair speciaal) van elkaar gescheiden zijn, kunnen zoo groot worden, dat d© schollen plotseling ten opzicht© van elkaar verschuiven. Daardoor wordt d© bestaande spanning geheel of gedeeltelijk opgeheven. Maar dit verschuiven veroorzaakt tevens een tectonische aardbeving, di© dikwijls een zeer groot gebied in de nabijheid van de breuk t©istert. Geh©©l de aardkorst g©raakt ©r door in een trilling, di© over duizenden K.M. te voelen is. Dicht bij het oorsprongsgebied door ieder, er verder vandaan slechts met behulp van daaivoor ingerichte instrumenten.

Soms heeft een dergelijke aarbeving tengevolge, dat zelfs aan de aardoppervlakte spleten ontstaan, blijvende v©rschuivingen te zien zijn.

Zoo bij de beving van 1891 in Owari (Japan), waardoor d© bodem als met spleten doorploegd werd en twee stukken land zoowel horizontaal als verticaal ten opzichte van elkaar verschoven werden, in de eerste richting met ©en maximum van 4 M., in de tweede met een van 6 M.

Het spreekt wel vanzelf, dat deze tectonische aardbevingen, die verreweg het gevaarlijkst© zijn, vooral moeten optreden daar, waar zich in den ondergrond tal van breuken bevinden. Vandaar dan ook, dat deze natuurrampen steeds weer in dezelfde streken optreden en bijv. in Italië, Japan, Ned. Oost-Indië, enz. aardbevingen van meer of mindere hevigheid aan de orde van den dag zijn. Zoo werden bijv. in Ned. Oost Indië in het „rustige" jaar 1922 niet minder dan 476 aardbevingen g©r©gistr©erd.

Ook Palestina behoort tot deze gebieden. En de streek, waardoor de Jordaan stroomt, het Jordaandal dus, is feitelijk niets dan ©en duidelijk zichtbaar breukgebied. Het behoeft dus niet te verwonderen, dat ook de Bijbel herhaaldelijk van zulk een natuurramp melding maakt.

Ons land daarentegen behoort tot de seistisch rustige gebieden. Weliswaar worden hier van tijd tot tijd lichte aardschokken gevoeld en is het aamtal hiervan, wanneer men eens in de geschiedenis terug gaat 2), niet onbeduidend te noemen, maar meest ligt de oorsprong ervan buiten ons land. Zoo bijv. di© van verleden jaar, waarvan 't epicentrum i) gezocht moet worden in den ondergrond van de Noordzee. Maar ook al lag soms het gebied van oorsprong binnen onze grenzen, dan toch waren de g©volg©n tot dusv©r niet catastrophaal. Wat natuurlijk niet zeggen wil, dat zulks in de toekomst ook niet het geval zal zijn. Voor zoover wij weten, is de kans op ©en ernstige aardbeving in ons land echter zeer gering.

Voor zoover wij w©t©n!

Want, in dit opzicht ook maar i©ts m©t groot© zekerheid omtrent de toekomst te zeggen is onmogelijk. Omdat wij hoegenaamd niets weten omtrent de eerste oorzaak van een aardbeving. Niet nog met éénige zekerheid kunnen zeggen, waardoor de hierboven genoemde spanningen ontstaan.

Wel bestaan hieromtrent verschillende theorieën. Het zou ons echter te ver buiten het kader van dit artikel voeren, indien ik hierop breeder inging. Genoeg zij het, te verklaren, dat van ©en eensgezinde opvatting geen sprake is, en de verbanden, die hier ongetwijfeld wel bestaan, voor den mensch dus nog ni©t zijn aan te geven.

Ik wees er reeds op, dat ©en aardbeving door daarvoor ingerichte instrumenten kan worden opgeteekend, ook al staan deze instrumenten ver van de plaats van oorsprong af.

Vaak zelfs, vóór de telegraaf ©r m©lding van kan maken, weten de mannen van wetenschap al aan t© geven, dat er een aardbeving plaats greep en zelfs waar het waarschijnlijk was.

Deze, den leek ©enigszins geheimzinnig aandoende mogelijkheid, wordt verkregen door een seismograaf. Van een dergelijk toestel wordt uit China r©eds melding gemaakt in 136 vóór Chr. En de moderne instrumenten, di© natuurlijk wel in veel opzichten verbeterd zijn, berusten nog op hetzelfde, reeds toen toegepaste grondbeginsel, n.l. de wet der traagheid. Een nauwkeurig© beschrijving van zoo'n seismograaf zou ons t© veel in technische bijzonderheden doen afdalen, waarom ik hier volsta, met het volgende, dat alleen de werking ervan wil verduidelijken.

Hiertoe dient allereerst bedacht, dat — zooals

reeds gezegd — door een tectonisohe aardbeving geheel de aardkorst in trilling geraakt.

Ook ieder voorwerp, op dien aardbodem geplaatst, trilt dan mee. Om den schok te registreeren, zou het dus noodig zijn te beschikken over een zvrevend stilstaand lichaam. Waar dit echter niet te verkrijgen is, maakt men gebruik vaa slingers met een zware massa, die daardoor slechts zeer moeilijk in beweging geraken en dus bovenbedoeld ideaal lichaam zoo dicht mogelijk naderen. In de meeste moderne seismografen bevindt zich een z.g. horizontale slinger, die nog beter dan een verticale aan het gestelde doel beantwoordt. Behalve deze zware massa bestaat de seismograaf uit een registreerinrichting, meest een cylinder, die door een uurwerk in een regelmatige beweging wordt gebracht. Op dien cylinder wordt een beroet papier aangebracht. Is nu de bodem in rust, dan trekt een aan den slinger bevestigde stift op dit bewegende papier een rechte lijn. Trilt de bodem, dan beweegt de roteerende cylinder zich ten opzichte van den slinger en de stift teekent nu een golflijn, met tè grooter uitslag, naarmate de geregistreerde beving heviger is. Dit-opgeteekende noemt men een sei smog ram.

Nauwkeurige bestudeering daarvan bracht aan het licht, dat dezelfde beving er meerdere malen op aangegeven is.

Want — de golvingen van het epicentrum uitgaande planten zich naar alle richtingen voort. Niet alleen door de aardkorst, maar ook dwars door de aarde. Deze laatstgenoemde golven leggen den kortsten weg af naar het waamemingsstation, zijn er dus het eerste. En worden op het seismogram zwak geregistreerd en daar de „voodoopers" genoemd.

Dan zijn er golven, die ook dwars door de aarde naar een punt van het aardoppervlak komen, daar „weerkaatst" worden en dan opnieuw de oppervlakte bereiken nu bij het waarnemingsstation.

Ook zijn op het seismogram merkbaar golven, die tweemaal weerkaatst zijn.

En eerst daarna komen de groote hoofdgolven aan, die hun weg naar het station aflegden door de aardkorst.

Met eenige wis-en natuurkundige kennis kan men nu uit het tijdsverschil tusschen de aankomst van die verschillende golven den afstand van de oorsprongsplaats berekenen.

Terwijl men met behulp van eenige verschillend ingerichte en verschillend opgestelde seismografen eveneens de richting, waarin men dit gebied moet zoeken, bepalen kan.

*

Ten slotte nog een enkele opmerking.

Men kan tegenwoordig dikwijls de meening hoeren verkondigen, dat het aantal aardbevingen ir. den laatsten tijd buitengewoon is toegenomen en dat daaruit zou blijken, dat het einde van de wereld nabij is. Nu zij men echter voorzichtig met het tè spoedig trekken vaia zulke vérgaande oonclusies.

Want allereerst dient bedacht, dat aardbevingen te allen tijde zijn voorgekomen. Ja, dat de geologen zelfs uit de meest ver verwijderde tijdperken der aardgeschiedenis sporen ervan kunnen aanwijzen. Wij mogen dan ook gerust aannemen, dat perioden van relatieve rust, met die van grootere bewegelijkheid van de aardkorst hebben afgewisseld, zooals ook nu nog het geval is.

De moderne communicatiemiddelen, vooral telefoon, telegraaf, radio en pers maken echter de berichten veel sneller en veel algemeener bekend dan vroeger het geval was. En daaruit is het te verklaren, dat bovenbedoelde, onjuiste indruk gevestigd wordt.

Maar bovendien: leven wij sedert Christus' hemelvaart niet reeds in het „einde der dagen? " En is het niet zóó, dat „van dien dag en die ure" niemand iets weet, dan God?

Neen, iedere aardbeving kan voor den Christen slechts zijn een heenwijzing naar, een herinnering aan, het eens komende einde aller dingen.

Eén van de vele roepstemmen ook, tot een voorzichtig en verwachtingsvol leven.

Echter geen profetische aanwijzing van een bepaald tijdstip.

J. G. Köhleir.


^) Zie het nummer van 19 Februari 1.1.

-) Zoo zijn er aardbevingen bekend uit:1580, 1640, 1693, 1755, 1756, 1878, 1883. Terwijl Dr G. v. Dijk in „Hemel en Dampkring" uit den laatsten tijd de volgende data vermeldt:27 Mei 1918; 20 Febr. 1921; 7 Dec. 1924; 23 Febr. 1925; 6 Jan. 1926; en 14 Jan. 1928.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1932

De Reformatie | 12 Pagina's

Iets over Aardhevingen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1932

De Reformatie | 12 Pagina's