GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een belangrijk boek. ¹)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een belangrijk boek. ¹)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

Er is tegenwoordig geen aanleiding tot klacht over gebrek aan belangstelling in de pubMeke zaak. Wij allen, oud en jong, denken en spreken vaak, heel vaak, over de dingen, die maatschappelijk en staatkundig, op leven en lot van natie en enkeling invloed oefenen. Die belangstelling is te prijzen, wanneer ze niet in de eerste plaats gericht is op wat met ons persoonlijk stoffelijk belang in direct verband staat, maar als ze tot doel heeft mede te werken tot geestelijke, moreele verheffing van onze medemenschen.

Ze is ook alleen dan van wezenlijke waarde, als ze steunt op behoorlijke kennis van de dingen, waar ze zich mee bezig houdt. Belangstelling in zaken van maatschappelijk of staatkundig gewicht, waar ge niets wezenlijks van afweet, heeft geen of slechts weinig waarde, want ze zal allicht slechts de sensationeele, bijkomstige, en dus „toevallige" begeleidingsverschijnselen betreffen. Alleen dèm, wamaeer ik van een bepaalde zaak iets afweet^ als ik eenig inzicht heb in haar beteekenis voor andere, met haar samenhangende verschijnselen, kan mijn belangstelling dienen om andere personen het interessante en belangrijke er van te leeren kennen, en er toe meewerken, dat ook zij zich er mee gaan bezig houden. Ja, eigenlijk kan ik alleen dan spreken van werkelijk© belangstelling; in het andere geval leidt mijn kennisneming tot niet meer, dan dat die zaak „voor kennisgeving wordt aangenomen", en dus beneden de drempel der eigenlijke belangstelling blijft.

Nu is een van de b©ste wegen tot het verkrijgen van kennis aangaande belangrijk© zakeia van b.v. staattundig of maatschappelijke aard, het zoeken van contact met die personen, die de dragers of vertegenwoordigers van dergelijke verschijnselen zijn of waren. Wie een ©enigszins goede kijk wil hebben op de beteekenis en waarde, respectievelijk de onwaarde, van b.v. het socialisme of communisme, leere ietwat van nabij kennen de representatieve personen van die stelsels, gelijk o.a. Quack ze ons in zijn beeldenreeks „personen en stelsels" voorteekende: wie omtrent een bepaalde nuanceering van zoo'n stelsel nadere kennis wil hebben, volge Marx of Troelstra of Lenin eens in hun levensgang, en speur© zoo mogelijk na, welke bevredigingen en teleurstellingen, welke verwachtingen en desillusies hun deel werden.

Hier ligt de kracht, trouwens ook de zwakheid, der biografie, als historiografische werkzaamheid. Haar kracht is, dat de goede biografie ons, iin en door den mensch he©n, in hem wonend en werkend, laat zien het beginsel, de levensopvatting., en ook de door hem gevolgde geestelijke, maatschappelijke, staatkundige levensrichting. En ze leert ons dat beginsel en die opvatting kennen, niet als een abstracte bespiegeling of als dor schema, maar als een levende en tot leven dringende kracht.

Haar zwakheid is, dat z© ons dat beginsel en die levensopvatting nooit gehe©! zuiver kan geven. Want de persoonlijke, menschelijke, en voor de zaak eigenlijk lonwezenlijk© of die zelfs verduisterende, eigenaardigheden van den beschreven „held", belemmeren het klaar gezicht er op.

Zoo is dus de biografie een goed en nuttig onderdeel der geschiedschrijving. Maar ze kan ook, door te zeer het onzuiver-menschelijke, het onw©z©nlijk-toevallige, het sensationeel-prikkelende, te belichten, en daardoor het wezenlijk© te zeer in dö schaduw te laten, het verkrijgen van goede kennis belemmeren.

Aan de biografie moeten dus hooge eischen worden gesteld.

Eenige van die eischen zijn, dunkt ons, wat de inhoud betreft, die van: volledigheid, eenheid, nauwkeurigheid; en, wat de vorm aangaat, die van een goede economie, d.w.z. een goede verhouding tusschen hoofdzaken en bijzaken.

In dit en het volgend artikel wenschen we onze lezers in kemiis te brengen met een. belangrijk boek, dat een biografie wil geven van een persoon, die tot in lengte van dagen recht zal behouden om onder ons volk, in 't bijzonder onder het geloovig deel onzes volks, bekend t© blijven.

Een goede biografie van Groen van P|rinsterer was noodig, en gelukkig, thans ook mogelijk.

Noodig, omdat wij, het derde geslacht na hem en z'n tijdgenooten, gevaar loopen, de belangstelling in wat hem en z'n geestverwanten èn z'n bestrijders bezielde, te verliezen, tot groote schade van onszelf en van onze invloed tegenwoordig. De jaren 1914 tot 1919 hebben een ontzaglijke, dikke, muur opgetrokken tusschen de periode vóór en na de oorlog. Er is zóó veel gebeurd, en er gebeurt thans 'alle dag zóó veel, de maatschappelijke en staatkundige vraagstukken hebben zóó zeer een, indien misschien niet geheel nieuw wezen, dan toch een geheel nieuwe gestalte, gekregen, dat het ons moeilijk begint t© vallen, ons 'Ie interesseeren voor wat de 19de eeuw en het eerste decennium der 20ste eeuw beroerde. Eu toch moeten wij die vroegere tijden kennen. Op straffe van het verlies onzer bewustheid der historische gebondenheid aan het verleden, welke gebondenheid tegenwoordig geen denkend mensch meer loochent. Clio schrijft niet losse aanteekeningen of invallende gedachten op „als-maar" onsamenhangend© stukj©s .papier, op te - bergen • in-een fiche-lade of kaartenkast, en naar believen aaneen te rijgen tot een geheel, dat ons kaleidoscopische drogbeelden voortoovert, nu eens zóó, dan weer geheel anders; neen, ze schrijft op de „rolle des boeks" haar verhaal, vol innerlijke samenhang, en we kunnen de pas volgeschreven bladzijde niet met goed begrip lezen, als we de vorige geheel negeeren.

En bijzonder voor het protestantsch-christelijk volksdeel is kennis van virat Groen nasti'eefde en bereikte, noodig. Want bij deze nationale figuur, in het hart en hoofd van dezen zachtmoedigen worstelaar, liggen zoo vele draden, die de gedragslijnen bepaalden der na hem werkende en strijdende voorgangers van „Christelijk Nederland", samengeknoopt.

En ook, gelukkig, mogelijk. Van verschillende kant was reeds veel voorarbeid verricht; zoo b.v. door Vos en Rullmann en Gerretson en Tazelaar, en vele anderen; vooral ook door den ongeëvenaarden Groen-kenner Fabius. De bibliografie van de Vries had reeds ©en voorloopige oriënteering mogelijk gemaakt. En niet lang nog geleden, had de gepubliceerd© Briefwisseling van Groen, door .Gerretson, een definitieve levensbeschrijving dichter bij de mogelijkheid gebracht.

Een gelukkige omstandigheid is bij dit alles, dat Groen van Prinsterer zulk een „open" figuur te zien geeft. Hij had niet alleen een schitterend talent, om op fijne, petillante wijze uil te drukken, schriftelijk en mondeling, wat hij wilde zegg©n, maar ook gevoelde hij sterk de behoefte, om zijn innerlijkste gevoelens ©n g©dachten aan anderen med© te d©elen. En zoo staat hij thans, voor zoover zijn schriftelijk© nalatenschap publiek geworden is, vóór ons als een man van geheel eigen geaardheid en wezen, maar wiens bepaalde zijnseigenschappen met scherpte zijn te onderkennen.

Nu ligt dan een boekdeel, waaraan met gerustheid het gebruikelijk epitheton „kloek" kan worden toegekend, vóór ons. Prof. Diepenhorst heeft ©chter niet bedoeld, met dit werk een definitieve biografie van Groen te geven. Dit is nog niet dè levensbeschrijving van Groen; ©n, terwijl wij met belangstelling afwachten het afzonderlijk werk, dat de schrijver belooft over de verhouding van zijn held tot diens vriend©n en geestverwanten, opdat „belangstellenden met deze protestantsohchristelijke beeldengalerij meer vertrouwd" zullen worden, hebben we al vast dit werk met graagte doorgelezen. '

Wanneer we dan enkel© opmerkingen hier zullen maken, vergeten we niet, dat de eischen, bovengenoemd, van volledigheid, eenheid, nauwkeurigheid, ©n die van onberispelijke vorm, ter toetsing van dit boek niet in alle strengheid mogen worden gesteld. Hèt boek over Groen moet nog komen; wat prof. Diepenhorst ons thans geeft is, naar eigen getuigenis, slechts „een schets van Groen's levensgang", en verder, ©en te boek stelling van diens „geestelijke beteekenis". Voor dat tweede gedeelte, dat Groen's geestelijke beteekenis beschrijft, kunnen we de bovenstaande toetsingseischen wel gebruiken, omdat het als minder voorloopig, maar meer definitief is bedoeld.

B. EBLING.


') Groen van Prinsterer, door Prof. Dr F. A. Diepenhorst. (J. H. Kok, N. V., Kampen. 1932). .•

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Een belangrijk boek. ¹)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's