GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Calvinistenbond.

Onze lezers herinneren zich, wat we verleden week van Prof. Dr V. Hepp citeerden (volledig) uit „De Heraut" inzake den Calvinistenbond. Elders vindt men enkele opmerkingen van mijzelf in verband met wat ik citeerde. Ook Dr van Lonkhuyzen heeft zich daarmee beziggehouden. Aan Prof. Hepp richtte hij een „open brief' in „Gerei Kb. Schouwen-Duiveland en Tholen". We citeeren daaruit enkele passages:

Ik kan van mijn zijde Uw artikeltje evenzeer „subjectief", „hoogst eenzijdig" en dies „te onbetrouwbaar om er conclusies uit te trekken" noemen. Hoewel dan toch de feiten vast blijven staan, dat men aan de critiek geen gehoor geven wilde. En over de manier waarop men weigerde gehoor te geven, handhaaf ik elk woord, dat ik daarvan schreef. Ik had zelfs meer kunnen zeggen.

Vervolgens herinnert Dr v. L. aan volgende woorden van Prof. Hepp:

„Het voorstel om de formuleering van den grondslag van den Bond te wijzigen, moest m.i. worden afgewezen, omdat deze formuleering als voldoende moet worden beschouwd."

Hierop antwoordt Dr v. L. o.m.:

Heeft de critiek U dan niets gezegd en niets geleerd al deze jaren? Bovendien kwam de klap op het alles, toen de notulen veraieldden, dat „deze woorden" (van den grondslag) bijna 4 jaar geleden, met zorg gekozen waren, opdat alle richtingen, dus ook die van het H.V., mee zouden kunnen gaan.

Ik heb geen part of deel aan de Synode van Assen gehad, gij wel (ik zie Uw naam als adviseur in art. 2 der Acta). En ik — wonderlijk verloop — houd U nu aan dat besluit van Assen. Gij weet nog beter dan ik, dat het daar ging over het goddelijk gezag der Heilige Schrift. En gij spraakt daar toen uit, dat genoemde richting dat gezag aantastte. En gij zegt dat nóg.

Even later:

Mag ik U nu vragen: hoe kunt gij hier samengaan met die richting? Wat zijt gij met die richting overeengekomen inzake het gezag der Heilige Schrift, betreffende de punten te Assen behandeld? Of waren dat punten van geen beteekenis?

Te antwoorden: „De Drie Formulieren", is de zaak verleggen. Ge wilt toch niet om dat besluit van Assen heenloopen? Ook dit:

Hier moet gekozen worden. Het geldt de opvatting van het uitgangspunt: de Heilige Schrift.

Inzake de geschiedenis dit:

Daar was met veel moeite en overleg, en ondei aanroeping van Gods Naam, een toenadering van de onderscheidene Calvinistische fracties ten onzent gekomen. Schoone lijnen waren voor meer eenheid getrokken en plannen daarvoor gemaakt. Gij — ik geeJ U gaarne daarvan de eer — hoewel buiten den oorsprong van dezen Bond staande, hebt toch met ijver en vrucht medegewerkt aan de vorming dier plannen. De Bond kon een kracht zijn voor saambinding met en opbouw van elkander in binnen-en buitenland. Hoe vérstrekkend waren die plannen. Dat daar nu niets van zal komen, dat de Bond niet meer dan een vertooning zal zijn, dat de Bond andere pogingen vooi zulk een meerdere toenadering in den weg staat, daarvan — vergeef het mij, dat ik het op den man af zeg — draagt gij voor een aanmerkelijk deel de schuld. Naast den voorzitter gij !

Met een weinig goeden wil en met een sympathiek oor voor het rechtmatige in de stem der critiek — had de Bond een enorme kracht ten goede kunnen worden onder ons zoo ontzettend en zoo bedroevend uiteengescheurd Gereformeerde volk. Dat dit nu niet zoo zal zijn, maar dat de Bond integendeel zelfs onder ons eigen Gereformeerde volk twist zal brengen en er een klove begint te komen — is, omdat gij eenheid zoektwaarzenietis. En ze zoekt in een richting, waarin ze niet ligt. In een formuleering, die ze niet kan geven.

Alleen in een vlakken en rechten weg kan ware, van God gegevene en gewilde, kan blijvende eenheid gevonden worden.

En daarom: herstel de fout en luister naar de critiek. Ze komt waarlijk niet van een enkele.

Hiermee geven we uit Dr v. L.'s open brief de essentiëele punten aan onze lezers ter overweging.

Ds Noordmans over Dr Enyper.

Prof. Grosheide schrijft in „De Heraut":

Ons werd toegezonden een veel belangrijker geschrift, dat den titel draagt: Ontwerp van een nieuw Algemeen Reglement en eenige organieke reglementen voor de Ned. Herv. Kerk, opgesteld namens de Vereen. „Kerkopbouw". Daarbij verscheen een toelichting getiteld: Het Reorganisatie-ontwerp van „Kerkopbouw", toegelicht door Ds O. Noordmans en Prof. Dr C. G. Wagenaar. Een volledig reorganisatie-ontwerp dus, dat zich ook als zoodanig aandient. . -

Eer we op dit ontwerp iets nader ingaan, achten we ons verplicht iets anders te doen. De toelichting bevat twee hoofdstukken: Ds Noordmans schreef over de beginselen van het reorganisatie-ontwerp en Prof. Wagenaar over: De uitwerking van de beginselen in de verschillende reglementen. Nu is het stuk van Ds Noordmans voor een niet gering deel gevuld met opmerkingen, die ten doel hebben in het licht te stellen, dat de reorganisatie vooral niet moet geschieden op de wijze, waarop Dr Kuyper handelde in de jaren om en nabij 1886. Dit laten we op zichzelf daar. We laten Ds Noordmans vrij om bezwaren te hebben tegen de doleantie en we zouden ons kunnen voorstellen, dat er een beschrijving van het Gereformeerde Kerkrecht verscheen, die zich uitputte, om in het licht te stellen, dat het befaamde reglement van 1816 met Gereformeerd Kerkrecht niets gemeen heeft. Maar waar we ons over bedroefd hebben is, dat een zoo kundig theoloog als Ds Noordmans is, die zoo fijn weet te typeeren (men behoeft de namen van Barth en Augustinus maar te noemen, om van de waarheid daarvan overtuigd te zijn), toont zoo slechten kijk te hebben op het werk van Dr Kuyper en zoo weinig moeite te hebben gedaan om tot de kennis daarvan door te dringen. Kuyper is voor Ds Noordmans de man van het geweld, de man, die kans zag een paar stammen in het beloofde land te brengen, die door een mechanisch procédé, door hoofdelijke stenuning zichzelf uit de kerk drong, die de kerk veel burgerlijker zag dan Guiming. Wie in dezen toon over Kuyper schrijft, staat wel heel erg aan de buitenzijde. Kuyper is juist de man geweest van de breede breedte. De man, die door een Christelijke staatkunde van heel het Christelijk volksdeel heeft geijverd niet om een groepje vooruit te brengen, maar om zóó het volk als geheel te grijpen. De man, die de Vrije Universiteit heeft opgericht, die als Christelijke Universiteit waarlijk nationaal moest zijn en heel het volk ten zegen zijn. Kuyper is in zijn breede plannen door de doleantie onaangenaam verrast. Want de doleantie beteekende het breken van zijn politieken invloed, het verlies van groote scharen, waarop hij gerekend , had, in beginsel de oprichting van de Christelijk-Historische partij. Door de doleantie is de Vrije Universiteit in een hoek gedrongen, waarin ze niet wilde staan en waaruit ze thans na 50 jaar nog maar zeer ' ten deele zich heeft kunnen uitworstelen. Begrijpt Ds Noordmans nu niets van het groote conflict van Kuyper? Bij de doleantie heeft het voor Kuyper zoo gestaan: Ik moet, ik kan me niet langer onderwerpen, Gods Woord verbiedt het me. En daarom, het moet, er kome dan van, wat er van kome! En er is heel wat van gekomen, waarvan we nu nog al den nasleep ondervinden!

Ook wat Prof. Haitjema over Kuypers werk schrijft, toont telkens gelijk misverstand inzake diens bedoeling, en beginselverklaring.

Ds Noordmans over de tucht, de concrete.

In hetzelfde artikel merkt Prof. Grosheide op:

Daar staan nog meer dingen in het stak van Ds Noordmans, die niet bepaald vriendelijk voor ons zijn. Onze leertucht worstelt in een moeras en heeft zich tot de risee van de kerkelijke en burgerlijke wereld gemaakt. Nu, dat is het ergste niet, ze hebben in Israël de boodschappers van Hizkia, die opriepen om de wet des Meeren te houden, ook wel uitgelachen en bespot. Ik zou zoo zeggen, wat na Assen aan den dag gekomen is, is de schitterendste rechtvaardiging van de Synode van Assen geweest. En we zijn nog altijd nieuwsgierig, hoe die andere vorm van leertucht, die dan gewetenstucht of iets van dien aard moet zijn, in de practijk werken zou en wat de modernen b.v. daarvan zeggen zouden.

Ook wij spraken als vermoeden uit, dat de „gewetenstucht", de z.g. „tucht des Woords", een der vele onwezenlijkheden schijnt te worden, waaraan het christendom in Nederland zich kan vergapen, los van den bodem der werkelijkheid.

„Uit den schat van eigen bevinding".

„De Vriend van Oud en Jong" schrijft een recensie, als volgt:

De Bruid gebracht in des Konings binnenkameren. Een uitgebreide predikatie over Hooglied 1:4b, door Ds W. Baay, Predikant bij de Vrije Ger. Gem. te Tholen. Prijs 50 cent. Uitgave J. P. V, d. Tol Jz., Nieuw-Beijerland,

Wel mag gesproken worden van een uitgebreide predikatie, daar deze niet minder dan 58 bladzijden beslaat, waarin op uitnemende wijze de verhouding, de vurige gemeenschap geschetst wordt van de Gemeente met haar Hoofd Jezus Christus. Uit den schat van eigen bevinding teekent de Dienaar des Woords den verborgen omgang eener toegebrachte ziel met den Heere, zoodat we de lezing ten zeerste kunnen aanbevelen. Hier wordt der hongerige ziel teerkost op den weg aangeboden van 's Konings tafel.

„Uit den schat van de bevinding", — dat is al een eerste ongeluk. Want wat men „bevinding" noemt, moet aan het „Woord" onderworpen zijn, en mag' geen ken, , bron" zijn. W

Wordt die „bevinding" dan ook nog een „eigen" ip bevinding, dan raakt men daarmee nog verder van het i k bijbelsche standpunt af,

„Uit den schat des Woords" , schreef de gerefor­ a « meerde theologie, de echte.

g De bijbel spreekt dan ook in anderen geest van een * schriftgeleerde, die „uit z ij n schat" nieuwe en oude W dingen voortbrengt. Want dat is wat anders, dan hier bedoeld wordt. Die schriftgeleerde inuners wordt (vgl-; Y Prof, Grosheide, Komm, Mt, , 174), vergeleken met een „eigenaar van een huishouding", welke eigenaar i

„als zoodanig beschikking heeft over oude en nieuwe dingen". Hij heeft er de beschikking over; maar is niet de bron, , de oorzaak, de norm van de uit t© deelen o-oederen. De stukken van het huisraad heeft men niet zelf gefabriceerd. Men kan uit den „schat des harten" dan ook verkeerde dingen „voortbrengen" (Mt. IE : 35: naar die schat is, is het uitdeelen" (a.w. 155).

En daarom moet men niet uit den schat der bevinding, doch uit dien van het 'Woord van den Heer der huishouding putten.

•Wij leggen op dit verschil even den nadruk, omdat anders weer ge'insinueerd wordt, dat men bij ons van „bevinding" niet weten wil, er een vijand van is. Zoo onlangs nog Prof. Visscher, al was 'tin andere termen. Men bedekt met dergelijke verwijten slechts den ernst van óns verwijt, dat men vaak de bevinding tot norm verheft, en dat daar de fout ligt. Dat men zoo terechtkomt bij wat in dogmaticis altijd in de ethischen wordt afgekeurd. Terwijl heel die „bevinding" doorgaans bij wie haar beschrijven slechts een uiteenzetting ontvangt, welke puur dogmatisch is: een bepaald onderdeel van de „leer".

Het Kechtsmodemisme en wij.

Dr B. A. Knoppers schrijft in het „Geref. Jongelingsblad":

Nu is het opmerkelijk en dankbaar te constateeren, dat in de kringen der Rechts-Modernen meer ontwaakt is het besef van afhankelijkheid, de overtuiging van den ernst der zonde, de dorst naar gemeenschap met God, de gebondenheid aan Zijn wil, de beteekenis der Kerk. Dr K. H. Roessingh had daarbij zijn hoop op de jongeren vooral gevestigd en hij was in die kringen de figuur, tegen wien men opzag, dien men volgde en vereerde.

Maar men zal in het oog moeten houden, dat dezelfde sympathieke figuur ook eerlijk verklaarde, dat dit Rechts-Modernisme op zeer belangrijke punten gescheiden hl ij ft van alle rechtzinnigheid, om het maar in één hoofdzaak samen te vatten: in de beschouwing van den Christus. „Bij alle persoonlijke waardeering en toenadering", zegt Dr Roessingh, „blijven d e m o-derne en de rechtzinnige twee menschen van onderscheiden theologische traditie, belichaming van verschillende geestelijke stroomingen uit het verleden". Christus is ook hier niet Zoon van God en Zoon des menschen.

Zoo heeft men ook den term „geloof" hier niet op te vatten in den Gereformeerden zin, maar in de beteekenis van „beantwoording aan roeping, taak". En ook de beschouwing ten opzichte van de Heilige Schrift en van de Kerk is hier natuurlijk principieel een andere dan in onze kringen.

Heil Hitler!

Bart van de Veluwe geeft in „De School met den Bijbel” volgend rijm:

Bijbel" volgend rijm: 't Gebeurde onlangs ter H. B. S.: Een leeraar gaf de jongens les In Duitsche-letters schrijven; Heil Hitler! prijkte op 't zwarte bord; „'kHoop, dat het zóó geschreven wordt, „Dat niemand na moet blijven!"

„Hallo! pak aan met frisschen moed!"... — Maar één der knapen, rood als bloed, Blijft onbeweeglijk staren; „Zeg, haal je schrijfwerk voor den dag! „Versta je 't niet? (boos klonk zijn lach) „Dan zul je kwalijk varen!"

Daar voer een huivering door de klas; Plots, of het afgesproken was, •Werd schrift na schrift geborgen:

De leeraar grimde vinnig, bleek, Terwijl hij naar den bengel keek: „Onthoud dit uur tot morgen!"

De staking werd intijds gestuit: De leeraar wischte 't voorbeeld uit. En schreef een ander neder; De knapen namen hun cahier. En togen, lammetjes-gedwee, Aan 't werk met stalen veder.

De leeraar gaf den anderen dag De cijfers met verholen lach; Ook een aan d' oproermaker; Belhamel, zonder evenknie In 'tDuitsch, verwierf een... heele drie!... Heil Hitler! of: Heil staker?

Als men het woord „staker" cum grano salis neemt, ben ik geneigd, den laatsten uitroep te kiezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1933

De Reformatie | 8 Pagina's