GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEESTELIJKE ADVIEZEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Alle inzendingen, deze rubriek betreffende, aan Ds D. van Dijk, Akkerstraat 26, Groningen.)

Kaartspelen.

Er liggen reeds een groot aantal brieven te wachten op beantwoording.

Zooveel mogelijk hoop ik ze alle te beantwoorden.

Verre de meesten handelen over de kwestie van Verbondsbeschouwing en Zelfonderzoek.

In één arlikel of twee denk ik al die vragen die uiteraard elkander dikwijls zeer veel gelijken, te bespreken.

Nu eerst een paar andere dingen. Is het goed, dat in onze kringen het kaartspel, met name het bridgen, zoO' groote plaats in gaat nemen?

Mijn antwoord daarop is een hartgrondiig: Neen, dat is niet goed!

Over deze zaak is al veel gehandeld

Reeds in 1574 heeft L. Daveau een verhandeling in 't licht gegeven tegen allerlei lot-spel, inzonderheid tegen het kaartspel. Taffin, Perkins, Amesius, Rivet, Voetius, Kuyper, Geesink; zij hebben zich allen tegen het kaartspel uitgesproken.

Het bezwaar tegen kaartspel is, dat het in beginsel, ondanks alle handigheid en gevatheid, die er ook bij te pas komen, voor een goed deel kansspel is.

Of men mooie of minder mooie kaarten krijgt, hangt af van — ja, waarvan?

De ongeloovige zegt: Van het toeval.

Wij weten, dat er geen toeval is; wij weten, dat alle ding bestuurd wordt door den voorzienigen God.

Kansspel, dus ook kaartspel, is een spelen met Gods Voorzienigheid; men doet dat niet bewust of opzettelijk, maar toch is het zoo. Kaartspel is een: er zich mee vermaken te zien, hoe Gods Voorzienigheid de kaarten telkens weer verdeelt; gunstig of ongunstig voor mij. En dat mag niet. Alle spelen met Gods voorzienigheid is zonde; zonde tegen het derde gebod. Daarom moet men ook niet er zich aan wennen om allerlei nieügr heden uit te maken door het lot; door strootje trekken, raden van rechter- of linkerhand en dergelijke — zonder noodzaak make men van het lot geen gebruik.

Daarom is het ook beter, dat men zijn kinderen niet late spelen met ganzebord, kwartet of spelen van dezelfde kracht.

Ik weet wel, dat het heel moeilijk is, in dezen consequent te zijn.

Maar noodig is, dat wij den rechten weg vooi' ons zien en daarin zoeken te wandelen. Nooit mag men, omdat consequentie zoo moeilijk is, het beginsel prijsgeven.

Nooit mag men het beginsel ondergeschikt maken aan de practijk.

Geen spelen met Gods Voorzienigheid, dat zij de strakke eisch, waarnaar wij ons richten.

Een tweede, groote bezwaar, ligt voor mijn besef hierin: Alle geluksspel heeft de eigenaardigheid, dat men er zich gemakkelijk aan verslaaft. Geeft men eenmaal aan het kaartspel een plaats in het gezellig verkeer, dan zal men al meer z, ijn tijd daarmee gaan vullen. En dat trekt het leven naar omlaag.

Schopenhauer, de ongeloovige wijsgeer, heeft gezegd: „Kaartspel is een verklaard bankroet aan gedachten. Omdat zij geen gedachten hebben uit te wisselen, wisselen ze onder elkander kaarten uit" — Dat is juist.

Een avond met kaartspel doorgebracht is een verloren avond.

Wanneer men zich overgeeft aan kaartspel, dan toont men daardoor, dat men te leeg of te lui is, om over ernstige dingen te denken en te spreken; en naarmate men meer kaartspeelt zal men al lêeger en al luier worden.

Is dat iets dat past bij kinderen Gods, die zichzelf kennen als erfgenamen van het eeuwige leven?

En laat men zich nu niet verdedigen met te zeggen: och, die gesprekken, die men in onze gezelschappen voert, beteekenen toch dikwijls ook niet veel.

Dat is helaas waar.

Vaak gevoel ik mijzelf daarover beschuldigd Maar moeten wij dat nu sancüoneeren door het geestdoodende, leege, naar beneden trekkende kaartspel in onze gezelschappen een plaats te geven?

Moeten wij niet veel meer elkander helpen o-m onze gezelschappen op hooger peil te brengen, opdat wij elkander voorthelpen op den weg omhoog?

Laat men toch niet, omdat men nu dat kaartVspel eenmaal zoO' aardig vindt, trachten het goed te praten.

Laatmen toch zichzelf eerlijk en ernstig de vraag tellen, of die begeerte naar het kaartspel een be-

wijs is van geestelijken welstand of van geestelijke magerheid.

En als men niet zal kunnen loochenen, dat het is een bewijs van armoede en kwijning van het leven des geloofs, wel, dat men er dan mee breke.

Gods volk heeft wel wat anders te doen, dan zijn lijd op die wijze stuk te slaan; .

En zegt men dan tenslotte: wij hebben toch ook wel eens behoefte aan ontspanning? dan beaam ik dat ten volle.

Maar kan men die ontspanning dan niet vinden in een gezellig gesprek, dat in den goeden tioon blijft, en dat, zonder dat het te zwaar en te diep wordt, toch vormend werkt voor allen, die in het gezelschap zijn?

Het leven is zoo rijk, Gods Wioord is zoo rijk; wij hebben toch ook wel eens een boek gelezen, waaruit wij wat vertellen, waarover wij wat praten kunnen ?

Het is niet gemakkelijk, het is eert kunst opzichzelf om een goed, cliristelijk gezelschapsmensch te zijn, maar laten wij er ons op toeleggen het te worden.

Wij hebben hier een groot tekort te belijden, maar dat mag er nooit toe brengen, dat wij het nu maar zouden zoeken l^ij de wereld, om haar na te volgen.

In ons Christelijk gezelschapsleven géén kaarten; daarmee gaat het in de verkeerde richting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

GEESTELIJKE ADVIEZEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1936

De Reformatie | 8 Pagina's