Telkens en telkens
Telkens en telkens waarschuwen we tegen de pantheïstische strooming, die ofer alle akker des levens haar wateren vloeien doet, en, helaas! door Schleiermacher, ook binnengelaten is op het erf der theologie.
Laat ons er thans bijvoegen, dat men toch door het dwepen op den kansel met het denk' beeld van „persoonlijkheid" zich niet late diets maken, dat het pantheïstisch gevaar week.
Eer komt het juist daardoor nader.
Van de „persoonlijkheid" komt men op de „ideale persoonlijkheid", waarvan de personen slechts gevarieerde uitingen zijn.
En dan kan men met Fichte wel in gewonen zin die „ideale persoonlijkheid" in God plaatsen, maar, en dat is 't ontzettende, men kan evengoed, vlak omgekeerd, die „ideale persoonlijkheid" in zijn ik als idee „mensch" stellen.
De Heraut, No. 252, 22 Oct. 1882.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1937
De Reformatie | 8 Pagina's