We zijn er nog lang niet! (II.)
Steeds vermaanden lue de Calvinisten in Nederland om toch rustig en zonder telkens opkomende vlagen van moedeloosheid voort te arbeiden aan de reusentaak, waar
toe ze zich hebben aangegord. Met name op wetenschappelijk gebied. Hun kracht is op dit gebied nog zoo uiterst klein; het getal mannen, dat voor den arbeid bruikbaar is nog zoo droef gering, en de voorarbeid uit vroeger eeuwen zoo vaak onbeduidend en teleurstellend, dat het waarlijk niet te verwonderen is, zoo ze op wetenschappelijk gebied niet dan pijnlijk langzaam vorderen.
De gedachte, alsof men met een tooverslag het gebouw, waarvoor het bestek is uitgeteekend, uit den grond kon doen verrijzen, moet dan ook als gevaarlijk en misleidend worden prijsgegeven. Minstens twee, drie geslachten zullen hun kracht hebben in te spannen, om de beteekenis dezer beginselen voor de onderscheiden vakken van wetenschap duidelijk in het licht te stellen. En indien het aan het thans levend geslacht gelukken mag, om de fondamenten af te werken, en om enkele der muren boven den grond op te trekken, zal er voor ootmoedigen dank reeds stof te over zijn.
Dr A. KUYPER, „De Heraut", No. 9Jfi, 1% Jan. 1896.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1938
De Reformatie | 8 Pagina's