GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

merika bewijst of „bewijst" dat de ynodocraten de onmiddellijke en de nderstelde wedergeboorte leeren. '

In hun onrust doen onder de synodocratisch gebondeen dézen zulk een, genen een anderen geïmproviseeren voorslag, nu ze bemerken, dat het niet gelukt is, n alle stilte eenige broeders over boord te werpen. Een an de improvisatie-ideetjes is: laat de buitenlandsche kerken maar eens haar meening zeggen over de geschillen.

Ook deze idee bewijst de zwakheid van de voorstellers. In plaats van argumenten moeten mannetjes in het gelid komen staan. Hoeveel de laatsten waard zijn, hangt natuurlijk daarvan af, hoe zwaar de eersten wegen. Maar een „synode", die een praeadvies, als het bekende, afhandelt in een ommezien, en al zijn grandiose fouten zoomaar „slikt", is nog niet aan het wegen der argumenten toegekomen. Een opvolgster nu, die dit laatste zou weigeren te constateeren, en dan bij zoodanigen stand-van-zaken de buitenlanders te hulp zou roepen(!), zou het spel der onzakelijkheid slechts voortzetten. En een opvolgster, die wél erkennen zou, dat er tot nu toe maar een beetje heen-en-weer-gepraat is, zou geen buitenlanders te hulp behoeven te roepen; waarom zou men het zoo ver zoeken, als de menschen, die helpen kunnen zoo dichtbij wonen?

Van die buitenlanders behoeft men niet meer te verwachten dan van den doorsnee-binnenlander. Behandelt men de kwestie zoogenaamd „wetenschappelijk", dan stelt de Vrije Universiteit zich toch weer aan den kant van den weg op met de praetentie: wij zijn de „eenige gereformeerde universiteit ter wereld", luistert dus naar onze adviezen. Het bedroevende evenwel is, dat die eenige Gereformeerde Universiteit zich zoo ongelukkig heeft vastgewerkt, en zich juist uit wetenschappelijk oogpunt zoo ernstig heeft geblameerd in de synodes van de laatste jaren. Wetenschappelijk én zedelijk. Men kan ze slechts helpen, door haar precies in haar gezicht te zeggen, wat ze nu juist niet weten wil, dat de professoren Greijdanus en Schilder haar fouten dóórhadden, wat het wetenschappelijke betreft; en dat zij, wat het zedelijke aangaat, hun een diep gemeend excuus moet aanbieden voor de schandelijke bejegening. Dit is het eenige, dat men kan zeggen als men haar helpen wil. Natuurlijk zal ons dit weer kwalijk genomen worden, maar dat hindert geen zier.

Als nu die buitenlanders moeten pareeren in een zoogenaamd oecumenische synode, zóó, als de heeren van de V. U. al lang probeeren doorgedreven te krijgen, d.w.z. een synode van geestverwanten, die hun aanstaan, met, uitsluiting van wie hun niet bevallen (b.v. de groep Hoeksema), dan is die dusgenaamd oecumenische synode toch niets anders dan een verbreed clubgezelschap. Kleinere kerken beloopen dit gevaar. Maar de grootere minstens evenzeer. De laatste, zoodra het gros van haar leden in slaap viel en niet meer meeleeft. Men krijgt dan steevast het imperium van een club.

Wat die buitenlandsche kerken tot nu toe te zien gaven, was niet bemoedigend voor wie zoekt naar de blijken van zedelijken ernst. In Curapao heeft men laten weten, dat men de onbekookte amerikaansche applausbij-voorbaat-voor-de-synode-artikelen afkeurde. De afstraffing was verdiend. Dr Beets heeft het'slechte geschrijf van dr Aalders met een gracieuze dankbetuiging aanvaard, en toen ds Knoop daarop had geantwoord, dat antwoord niet gepubliceerd. Alleen heeft hij nog een posthume buiging voor dr H. H. Kuyper gemaakt, die deze niet verdiende. Hij wil nu wel een in de engelsche taal geschreven artikel plaatsen, maar niet het in de nederlandsche taal geschreven stuk van ds Knoop. Het blad van dr Beets is dan ook voor de helft geschreven in — het nederlandsch. En als we dan een engelsch artikeltje aan dr Beets praesenteeren, mag het niet langer zijn dan dat van dr Aalders. Alsof het weerleggen van kwaadsprekerij niet altijd meer ruimte neemt dan 't poneeren ervan. — Voorts neemt de amerikaansche ds V. Halsema in zijn blad een artikel van een nederlandsch synodelid (waarschijnlijk zijn broer) op, met de bekende onjuistheden, en'wordt van wat ons blad aan het adres van Amerika dadelijk opmerkte (ons artikel „I told you so") nu precies datgene waar het op aan komt, door hem weggelaten. Daarmee is dan oldaan aan de gerechtigheid. De amerikaansche ds I. an Dellen voorts zudht eens, geeft geen één argument, en verklaart dan: 't is toch het gereformeerde spoor, dat van 1905—'42

Men luistert niet eens. De Vrije „de Vrije", en de leiband.

Het „leukste" geval van haastige conclusie-jacht kwam ons onder de oogen, toen we lazen, hoe een amerikaansch redacteur zich vertroostte met de z.g. algemeene-genadeuitspraak van de Nederlandsche synode van 1942. In Amerika heeft men in 1926 een groot ongeluk beleefd: men-heeft toen een paar gemeene-gratie-conclusies aangenomen en daarmee een scheur getrokken in de amerikaansche kerk, die haar bloed heeft afgetapt, dat ze slechts tot haar eigen schade mist. De conclusies werden nota bene versierd met een paar citaatjes uit Van Mastricht. Toen prof. Greijdanus vóór zijn professoraat eens naar Van Mastricht verwees in een referaat over de erfzonde-kwestie, en De Heraut zich tegen hem te weer stelde, wijl hij een heilig huisje prijs gaf, wat alleen De Heraut mag doen, heette het in dat blad, dat Van Mastricht niet veel waard was als theoloog. Maar later werd uit dienzelfden hoek het boek van Van Mastricht aangeprezen als kostbaar hout, waaruit men een gemeene-gratie-stokje zou vermogen te snijden, dat broeders uit de kerk zou kunnen slaan. Het is alles een beetje onbeholpen.

Maar zie, nu zocht een amerikaansch dominee naar nieuwe steunsels voor zijn amerikaansche kerk als uitdrijfster van bedoelde broeders. Dr Aalders had immers den broeders ook al dit geschreven, dat zijn synode de gemeene gratie kloek had verdedigd in 1942?

Nu hebben wij reeds opgemerkt, dat dit heelemaal niet waar is. Want de uitspraak zelf van 1942 hanteert wel den term gemeene gratie of algemeene genade, doch de toelichting, zoo echt knus, geeft toe, dat de term genade niet voor rekening der synode gekomen is. Waarop voor ons alles aankomt/ het is het eenige verstandige ding, dat in dezen door de synode gedaan is, al is het ook bepaald oneerlijk, dat ze dat in een Toelichting schreef, die men om beurten voor den dag halen kan (om de synode te dekken) en weg-werken kan (om de synode te dekken).

We hebben dit den amerikanen verteld (in ons artikel:

I told you so). Natuurlijk helpt het niet: ook ginds houdt het „schriklijk pleit" van schijn en waarheid aan.

Maar nu is dit het leuke: de amerikaansche redacteur „bewijst", dat de algemeene genade toch is gered door de nederlandsche synode. Grond? Wel — er staan géén aanhalingsteekens vóór en na de woorden „gemeene genade".

Ziezoo, de zaak is gered.

De zwakzinnigheid ook ginds-ten troon:

Maar wat die aanhalingsteekens betreft: in „1905" staan óók geen aanhalingsteekens om de woorden eeuwige rechtvaardigmaking, onmiddellijke wedergeboorte, veronderstelde wedergeboorte.

We kunnen dus bewijzen, of, , bewijzen", (dat hangt verder van uw zedelijken ernst af), dat ^e Gereformeerde kerken leeren de eeuwige rechtvaardigmaking, de onmiddellijke wedergeboorte, de onderstelde wedergeboorte.

Dit laatste meenen ook wij — sedert 1942 (de binding). Maar overigens laten we het amerikaansche „bewijs" voor wat het is. Alleen herinneren we ons, dat we hetzelfde argument al eens hoorden gebruiken door een professor van de V. U. Dezelfde schreef naar Zuid Afrika, dat Schilder de kerk verscheurde, omdat de synode nie! voor zijn ultimatums had willen buiiken.

Ik denk dus, dat niet de Synode aan Schilder, doch dat juist Schilder aan de synode 5 vragen heeft gesteld, met ja of neen te beantwoorden binnen veertien dagen.

O, o, wanneer hooren we weer eens theologen? En vooral zulken, die voor eenvoudige belijders plaats

maken?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHEKERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 5 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's