GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Klare taal.

In Mededeelingen van Koog-Zaandijk en Wormerveer lezen we:

Er is in dit Mededeelingenblad wel eens iets geschreven over de houding van sommige kerkeraden die bij hun schorsingen wel spreken van muiterij en scheurmaking, doch de noodzakelijke consequenties ervan ten aanzien van de toelating tot het H. Avondmaal blijkbaar niet durven te trekken. Het is duidelijk, dat zij op die wijze hun ambt niet getrouwelijk bedienen. Want zij laten de tafel des Heeren ontheiligen öf zij hebben geschorst die niet schorsingswaardig was.

Andere hebben de moed der consequentie wel. Hier volgen enkele gedeelten uit een brief die namens de classis Amersfoort aan ds A. I. Krijtenburg van Eemdijk gezonden werd, toen de kerkeraad^aldaar met algemeene stemmen besloten had zich vrij te maken:

„Wij mogen niet nalaten, U ernstig .te vermanen over zooveel lichtvaardigheid en misbruik van Uw macht als praeses van den kerkeraad". (Wat een respect spreekt hieruit voor de ambtsdragers in Eemdijk, die hun besluit met algemeene stemmen namen!)., en nu zijt gij ook de man, die alle verantwoordelijkheid draagt voor de scheur in het lichaam van Ciunstus te Eemdijk ontstaan zonder eenige grond of noodzaak en, zult U over deze schrikkelijke zonde ook eenniaal voor den Koning der Kerk hebben te verantwoorden. Wij zeggen U in Zijn Naam, dat het oordeer U daarom treffen ZP reeds in dit leven, zoo ge U niet bekeert gelijk ge ook zelf wel weet". — „En gij weet, daf oris Avondmaalsformulier zulken van de tafel des Heeren uitsluit en hun verkondigt, dat zij geen deel in het Rijk van Christus hebben". Wij prijzen zulke klare taal, wapt daardoor gaan de oogen open.

We herhalen: de Heraut kende destijds geen schorsing, die geen tucht is. Wij ook niet. Want

de kerkorde kent ze niet.

Vriend of vijand zien.

Uit de Groene Amsterdammer (Journaal):

Een Londensche radio-commentator heeft dezer dagen gezegd, dat compromissen de regelingen tusschen vrienden zijn, terwijl onvoorwaardelijke overgave datgene is wat men zijn vijanden oplegt.

Zoo spreekt de utiliteitspoHtiek, de nietprincipieele stuurmanskimst, de „engelsche" geest. Het is de mijne niet; maar wie er wèl mee te doen heeft, denkt misschien in heilzame verontrusting aan het compromis van 1905 en het binden en afsnijden van 1944; op zijn standpunt weet hij dan genoeg. Of, aan artikel 31 zooals het er staat (de vrienden bewaren, en een tijdlang in practijk verschillen) en artikel 31 zooals het door de synodaUsten wordt verkracht (altijd alles uitvoeren, wat een- synode dicteert,

en anders er uit!).

K. S.

en anders er uit!). K. S. 10 Januari 1946.

Dr I. G. van Maasdijk schrijft in Pen Gun (3 Jan. 1946), ziende op de conferentie te Moskou:

Het raderwerk der internationale politiek draait weer op volle toeren en net op tijd! Want op 10 Januari .komt te Londen immers voor de eerste maal de nieuwe Volkenbond de Organisatie der Vereenigde Natiën bijeen. Dat was het zwaard van Damocles, dat ons boven het hoofd hing: dat de Vereenigde Natiën hun eerste bijeenkomst zouden houden, terwijl de vijf groote mogendheden het onderling zoowel in principe als in detail oneens waren. Dat is voorkomen en dat is wat voorwaar een „groot succes" rpag worden genoemd.

't Is natuurlijk maar de vraag, wat voor de kleinere naties meer op een Damocles-zwaard lijkt: te staan tegenover een onwrikbaar blok van de grooten, waaraan toch niet meer te veranderen valt, dan wel een conferentie van werkelijk onderling overleg, waarin allen nog kunnen worden aangehoord, en niemand „in de lucht" spreekt.

Het blad vervolgt:

Wanneer de Vereenigde Natiën op 10 Januari a.s. bijeenkomen zullen de besprekingen worden voortgezet en zal de groote „competentie strijd" beginnen.

Want laten, wij even voor oogen houden, dat men het er nog lang niet over eens is, wie hoofdzakelijk de lakens aan de wereld zullen uitdeèlen in de naaste toekomst. Men zal zeggen: natuurlijk de Orgarfisatie der - Vereenigde Natiën! Jawel, maar zoo eenvoudig is het niet. Want in die Vereenigde Natiën zullen, naar reeds tijdens de opstelling van het handvest te San Francisco werd overeengekomen, de Vijf Groote Mogendheden: de Sovjet-Unie, Amerika, Engeland, Frankrijk en China de leiding geven. Dus de vijf grooten? Ook dat is nog zoo njaar ineens niet met „ja" te beantwoorden. Naar immers tijdens de conferentie te Londen is gebleken en ook nu weer te' Moskou tot uiting kwam, erkent Rusland eigenlijk slechts een opperbestuur der groote drie: Rusland, Amerika en Engeland.

Het iB geen kwestie van „optimisme-pessimisme", doch van al of niet aanvaarding van de bijbelsche apocaljrptiek, als wij op den lOen Januari 1946 een reuzenstap gedaan zien naar den jongsten dag. Ik herinner me een predikant — hij leeft nog — die den Volkenbond, den voorgaanden, ons verzocht te zien als een werk óók van den Heiligen Geest. Er werd in die dagen onder ons veel gejubeld, en ook nog al eens met het gemeene-gratie-motief gewerkt. Maar de jubel zal ditmaal wel ontbreken; de één let nauwelijks op, en de ander ziet de naties het hoofd in den strop leggen van den uiteindelijken Geconcentreerden Universeelen Wereld- Wil.

En dan zal het einde zijn. Want dan wordt de man openbaar, die zich uitroept tot DragéE van dien Wil: de Antichrist, de mensch der zonde .

10 Januari 1946 — bij hoevelen bepaalde die

datum de preek op 1 Januari?

K. S.

In Japansche handen.

Pen Gun mieemt een brief op van een Fries, ie op Java geweest is in handen der Japansche estapo:

4 Dagen en nachten hebben ze me geranseld, soms met leege bierflesschen op mijn hoofd, en omdat ik bleef ontkennen, werd ik overgegeven aan de Kenpai Tai, dan zouden die wel probeeren om het eruit te krijgen, wat hun slechts gedeeltelijk is gelukt, want velen zijn er nooit voor gearresteerd. Vier maanden bracht ik in die hel door. 84 K.G. woog ik bij mijn arrestatie en toen ik er vandaan ging, woog ik nog slechts 39, 9 K.G. Maar u weet. Friezen zijn taai.

Gedurende deze periode bij de Kenpai Tai kregen we tweemaal per dag een kopje rijst met zout, en dit, terwijl we de zwaarste lichamelijke en geestelijke martelingen moesten doorstaan. Die vérhooren begonnen meestal met een pak slaag met een bamboestok, en daarna kwam dan de z.g. waterkuur (een emmer water werd door middel van een slang in je maag gebracht, terwijl je op den grond ligt en dan gaan de heeren op je maag trappen. Ook werd op zekeren dag bij mij het volgende toegepast: mijn handen vastgebonden, toen potlooden tusschen de vingers en daarna de vingers samenbinden en roet een hamertje naalden onder de nagels slaan. Ook moesten mannen soms toezien bij het mishandelen van vrouwen, bij wie de tepels der borsten electrisch verbrand werden! Na 4 maanden werden we Goddank overgebracht naar de gevangenis „Soekamiskin", omdat onze gezondheidstoestand te wenschen over liet!! Daar werd ik met nog een onzer in het sterf kamertje gelegd, er was niet veel levends meer aan ons en nniijn vriend overleed inderdaad na 8 dagen. Door de goede hulp mijner medegevEmgenen en door mijn sterk gestel, kwam ilÈ • er weer langzaam bovenop. Ook de andere medewerkers kwamen ia Soekamiskin en daar wachtten

we op opzending naar den krijgsraad. We hadden 1 het daar vrij goed. 5 Juni werden we weggebracht -naar Batavia.

Een klein détail uit het „illegale" (lees: wetsgetrouwe) wérk in Indië.

Ds Toomvliet is aan 't fantaseerenA

Enschedesche Kerkbode schrijft;

Daar is een synodaal blad dat zich De Strijdende Kerk noemt. Eindredacteur is Ds Toomvliet.

Nummer 6 heb ik hier op mijn tafel liggen en n dit nummer worden wij tot remonstranten gebombardeerd.

Hij heeft gelezen een brochure van Ds Joh. Francke, en hij heeft gedaan als de spin of er ook gift uit te puren viel en hij meent gift gevonden te hebben.

In die brochure heeft hij gelezen: „En als we groot geworden het verbond, de belofte en dus 'den Heere verwerpen, dan is dat een wederstaan van den Geest, waarvoor Paulus waarschuwt (1 Thess. 5 : 19)

Dat verwerpen der belofte komt ten volle voor onze rekening, ofschoon we weten, dat daarachter de verkiezing en verwerping ligt".

Waar zit nu dat Remonstrantisme? In die woorden: den Geest uitblusschen, den H. Geest wederstaan. „Het gaat hier om de wederstandigheid der genade", zegt Ds G. T.

Maar strijdende Toomvliet, (zoo spreekt de strijdende kerk niet) dat zijn woorden van den Koning der kerk en van zijn apostelen. Waren die ook Remonstrantsch?

Hebt gij nooit gelezen van „algemeene werkingen" des Geestes?

Ds Toomvliet weet blijkbaar nóg niet — al is er den laatsten tijd uitvoerig over geschreven — dat de Remonstranten den term „onweder-1 standelijke genade" den gereformeerden in de schoenen hebben geschoven. Evenmin, dat dezen daarover steen en been geklaagd hebben. En alweer evenmin, dat zij zelf oorspronkelijk liever spraken van onoverwinnelijke genade. Hij praat

maar wat in de ruimte.

K. S.

Dr J. H.'' Bavinck over Kerstfeest. Wanneer moet het Pinksterfeest, gevierd worden?

Ik las onlangs ergens, dat de Heüand niet m den winter geboren is. Hoe het beredeneerd werd, weet ik niet. Maar dr J. H. Bayinck weet wel, hoe hij het Kerst/eest dateeren moet. In een nieuw blad in Jeugd en Evangelie, Ie jaar»-1 gang, niummer 1, artikel 1, bladzijde 1, schrijft deze mede-schorser:

Leven wordt altijd door die twee krachten beheerscht. Het is een zich naar buiten werpen, een zich uiten in een overvloed van daden en woorden en gedachten. En dan komt de terugslag, het op zichzelf teruggeworpen worden, het alleen nog maar staan, roerloos staan en mijmeren. Die boom heeft nu niets meer dan alleen nog zichzelf, al het andere heeft hij verloren. Leven is een eindeloos zich geven, een uitloopen en bloesems dragen, het is ook een telkens weer teruggeworpen worden op zichzelf, op zichzelf alleen.

Als ik over deze dingen nadenk, wordt het me steeds zoo volkomen duidelijk, dat het Kerstfeest in den winter vallen moet. In den stralenden zomer zou het niet passen, maar in de kilheid van den winter, daar hoort het. Het Kerstfeest wil ons vertellen van het heiligste plekje uit de lange geschiedenis van ons menschen op deze aarde, maar als het dat vertellen wil, dan moet al het andere even zwijgen, dan mogen geen andere stemmen zich mengen in het koor. Onze lolligheid en onze flinkheid, het blijde besef, dat we indruk maken op anderen, op jongens of op meisjes, ons gepraat en ons gelach, ons zwetsen en ons houden van lange betogen, de stem van het bloed in ons, onze zi lijkheid, onze altijd hongerende hartstocht, onze ijdelheid, het tikje zelfbehagen dat er door ons allen loopt, omdat we het met onszelf zoo best gp troffen hebben, dat alles moet nu zwijgen. Nu het Kerstfeest komt, moeten we alles kwijt raken, we moeten teruggeworpen worden op onszelf, op wat we in diepste wezen zijn. We moeten worden als die stille boomen lanfes de watergrachten, die ook niets meer te zeggen hebben, die alleen nog maar zwijgen kunnen.

Kerstfeest is dus kwijt-raak-feest. Maar ja, „het leven" is een „golfslag"; , de ééne kracht (Schleiermacher, de pantheïst, zou zeggen: de Ich-trieb) is met de andere (de Fern-trieb van Schleiermacher) onlosmakelijk verbonden. We krijgen dus, als ik 't goed begrijp, tegen Pinkster alles weer terug wat we öp Kerstfeest kwijt-raakten.

Ethiek is diëet-leer geworden.

Buchman kan tevreden zijn.

Hoe overigens dr Bavinck in het warme Indië Kerstfeest gevierd heeft, begrijp ik niet meer. Die boomen daar zijn zoo vol, óók in December. We lezen verder:

Ik kan me best begrijpen dat je op een loUigen avond, bij een daverende film of op een vroolikl danspartijtje er niet dicht bij kunt komen, bij dat Kerstfeest. Maar dat is het leven niet, dat is het diepste van je leven niet. Dan moet je langs grachten wandelen, aUeen, en het moet in je wakker worden, dat groote, dat al dien tijd als een geheim in je gesluimerd heeft. Daar ergens ligt het Kerstfeest. Daar komt als een vreemde gestalte Christu op je af. Christus, zooals Hij daar geboren wordt in Bethlehem, en zooals Hij staat in ieder menschenleven, door alle lange eeuwen heen.

Het groote heeft dus „als een geheim" in ons „gesluimerd".

En Christus , ^taat" in „ieder" menschen^ leven.

Maar dit alles heeft zakelijk met christendom niets meer te maken. Lees inplaats van „Christus" „Boeddha", en men kan het ook in Japan gebruiken dit artikel. Behalve dan — maar symbolen bhjven er genoeg — die boomen:

Die boomen staan daar zoo roerloos, hun takken dragen geen bloesem meer, geen vruchten meer, en nu ook geen blaren meer. Ze dragen alleen nog zichzelf en ze heffen zich omhoog naar den hemel, als in een onuitgesproken gebed. Alsof ze wachten op Hem. Zooals wij wachten op Hem!

Wachten. Verstild-zijn. Ont-ikken. Ekkehard. Mystiek. Symbolen-subjectivisme. Otto. Sige, geen Logos.

Bijbel, openbaring — Woord Gods, ergernis, dwaasheid — het is hier alles uit het gezicht verdwenen.

De menschen denken wel eens, dat „De Reformatie" overdrijft, als ze spreekt over verval, en een achteruit hollen. Zie hier een staaltje van de ontkerstening. En dat is nu een zendingshoogleeraar — die schorst, afzet en zoo meer.

Dit is nu het eerste woord van een blad, dat zich alzóó aandient:

„Jeugd en Evangelie" is een werkgemeenschap, opgericht door jongeren der Gereformeerde Iterken van Amsterdam, om nauwer contact te verkrijgen met him andersdenkende-leeftijdgenooten.

Aan de hand van causerieën en memorisaties wil zij met hen spreken over het Christelijk Geloof. Maar dat niet alleen; zij wil daarbij vriendschapsbanden leggen door gemeenschappelijke ontspanning en inspanning. Daartoe houdt zij gezellige avondjes in clubjes van ongeveer 15 personen, vergaderingen in grooter verband en van verschillend karakter, kampen, e.d.

Tegenover dit alles staan de H.H. Dijk, den Hartogh, etc. machteloos. Ze hebben zich met zulke mentaliteit geassocieerd en zijn hun recht van spreken kwijt. En hoe denkt men in Apeldoorn over zulk „kerst"-brood? Geef een lotus-bloem aan, zijn eters. De Nazi's hadden het symbool al op onze postzegels en affiches

gewerkt.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 januari 1946

De Reformatie | 8 Pagina's