GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MANNENVEREENIGINGEN.

Verslag van de Vergadering van Geref. Mannem Vereenigingen (onderhoudende art. 31 K. O.), gehouden in de Westerkerk te Amersfoort.

(Van redactiewege bekorï).

Om half elf werd de vergadering geopend door Ds F. A. den Boeft van Rotterdam—Kraüngen» daar Ds Klnoop verhinderd was.

In zijn openingswoord deelt Da den Boeft mede, dat voor den aanvang der Vergadering een samenspreking is geweest met de broeders Beekman en warteveen, bestuursleden van den ouden bond.

Op de laatst gehouden Bondsbestuursvergadering zïjn deze broeders aangewezen de zaken der „Vrijgemaakte" Vereenigingen in den Bond af te wikkelen. ^

Zij wenschen nu in saamwerking met deze vergadering te komen tot oprichting van een nieuwen Bond om niet het gevaar te loopen dat twee Bonden (vrijgemaakt) zouden ontstaan.

De voorzitter dringt er op aan, dat we ook werkelijk dezen dag tot het voorgestelde doel zullen geaken, al zullen, voor het zoover is, nog wel enkele oneffenheden glad gestreken moeten worden. We moeten een Bond met een eigen stijl en een eigen leiding.

Het is niet mogelijk met menschen samen leiding te geven, die nog gebonden zijn en zich dus laten inden in Synodocratisch verband.

Zij die achterbleven, vergrepen zich aan het ambtsbloed van geschorste en afgezette broeders. De tijd van protesteeren is voorbij. Reformatie stelt ons steeds voor de noodzaak van den grond af te eginnen.

Laat het verslag der Synodocratische Synods

ons niet misleiden, We komen steeds meer in den mist. Algeheele bekeering (terugkeer) van hen, die den weg van reformatie verlieten, kan ons saambrengen.

Verschillende afgevaardigden voeren het woord. Vooral zij, die door de Synodocraten plaatselijk of ia Kringverband z^jn uitgeworpen, zijn verwonderd dat nu weer met den ouden Bond de draad zou worden opgevat.

Anderen spreken wel ipm waardeering uit over het initiatief van Bergschenhoek, maar zijn tevens blij, dat nu misschien vandaag alle Vereenigingen kunnen worden saamgebracht in één organisatie.

Enkelen verwijten Bergschenhoek dat het niet den organisatorischen weg zou hebben bewandeld, door uit den Bond te treden en de vrijgemaakte leden van het Bondsbestuur te passeeren.

Br. Zwarteveen spreekt namens de Commissie door het oude Bondsbestuiir benoemd. Hierip zijn benoemd de broeders Beekman, Alders, Zwarteveen en de Graaf (de laatste heeft zich nog niet vrijgemaakt, maar is wel ernstig bezwaard).

Hij legt sterk den nadruk op de rechten, die ook de vrijgemaakte Vereenigingen hebben, ia de oude organisatie, waarvoor genoemde commissie steeds in de bres heeft gestaan.

Hij betwist, dat er leidingloosheid kon worden geconstateerd, vooral de leiding van den overleden bondsvoorzitter Dr van 't Veer had, volgens spreker, een stempel gezet op den verderen arbeid van het Bondsbestuur.

Hij meent te moeten opkomen voor br. de Graaf van Ede (Bondssecr.) die geheel staat aan de zijde der vrijgemaakte Vereenigingen.

Hij staat er op, als er van saamwerking sprake zal zijn, genoemden broeder in de Conmiissie te handhaven. Hij deelt nog mede, dat door het Referendum gebleken is, dat 450 vereenigingen zich gebonden achten aan de besluiten van 1942 en 51 vereenigingen niet.

C V. d. Kaaden verdedigt den weg, dien' de Mann. Ver. van Bergschenhoek gemeend heeft te moeten gaan.

Nadat de bekende „richtüjnen" van het Bondsbestuur zijn uitgegeven heeft saj gemeend niet meer in deze organisatie te kunnen blijven. Zq wilde niet geduld worden op grond van een aangenomen gedragshjn. (Bondsdag Zwolle).

„Ook niet-leden der Geref. Kerken kunnen lid zgn der vereenigingen enz."

Zij wenschten niet, als n i e t - 1 i d eener Geref. Kerk te worden beschouwd. Zg is nog van meening in deze „richtlijnen' juist te hebben geconstateerd dat bij het Bondsbestuur geen begrip aanwezig was van den toestand kerkelijk, als voor bewaring van een eenheid wordt gepleit, die in feite niet meer bestond. Wat betreft het verwijt als zou zij de vrijgemaakte broeders ia het Bondsbestuur hebben gepasseerd, werd opgemerkt, dat hiervsin onmogelijk sprake kon z\jn, om de eenvoudige reden, dat deze broeders niet iDekend waren (voor vandaag).

Alle besluiten, dus ook de genoemde „richtlijnen" met het advies tot wachten op „de synode" werden met algemeene stemmen genomen. Uit geen enkel officieel stuk of Mann. Blad blijkt dat er vrijgemaakte broeders in het Bondsbestuur zitting hebben. Wanneer de Vereeniging van Bergschenhoek besloot, andere Vereenigingen, die gel\jk dachten, op te roepen, tot oprichting van een nieuwen Bond was zij in den organisatorischen weg, daar dit toch alleen het werk van Vereenigingen kan zijn. Spreker herinnert aan het openingswoord, we moeten van den grond af durven begianen, we moeten het aandurven «niets meer te bezitten, geen geld en oude leidraden. Opnieuw beginnen met een eigen stijl en eigen leiding is de noodwendige weg der Reformatie.

Nog verschillende afgevaardigden dringen aan op leiding, goede voorlichting in leidraden en schetsen moet er komen.

Om twee uur werd de vergadering heropend.

De voorzitter leest een door Ds Vink ingediend voorstel voor luidende:

„De afgevaardigden van Geref. Mannenvereenigingen in vergadering te Amersfoort bijeen op 14 Februari 1946 besluit: aan de broeders Ds H. Knoop, Kotterdam—^Delfshaven, D. C. Haak, Berkel, C. v. d. Kaaden, Bergschenhoek, G. D. Vos, Groningen en S. D. Postma, Utrecht, op te dragen om in samenwerking met de broeders Beekman, Alders •n Zwarteveen, de voorbereidingen te treffen voor de constitueering van een Bond van Mannenver- •eniguigen op Geref. grondslag op een Bondsdag zoo mogelijk te houden vóór 1 Mei 1946, tot welke constitueering de vergadering bij deze besluit."

Dit voorstel komt direct in bespreking.

De broeders Beekman en Zwarteveen maken bezwaar, daar uit het voorstel büjkt, dat de Bestuursleden van den ouden Bond door deze Vergadering worden aangewezen, om tot saamspreking te komen met de 5 leden der commissie in het voorstel eerst genoemd.

Terwijl juist het oude Bondsbestuur deze broeders had benoemd ook om te komen «tot oprichting van

een nieuwen Bond (vrijgemaakt).

Nog enkelen vragen inhchtingen, waarna Ds Vink één en ander nog nader toelicht.

HiJ vf^st op de ongergmdheid als zou een zich ontbindende organisatie, bevoegdheid bezitten commissies te benoemen met opdracht nieuwe Bonden te constitueeren. Daar er geen Bond meer is kunnen alleen Vereenigingen, dus wij hier een Bond oprichten. Als het voorstel in stemming komt, blijkt, dat 56 Vereenigingen voor stemmen, 1 blanco en 1 tegen.

Zoo is dus de constitueering een feit geworden en kan de benoemde commissie haar arbeid aanvangen. Hierna spreekt Ds Vink over „Hoe gaan we aan 't werk." Het antwoord op deze vraag, bedoelt te zeggen hoe we op onze Vereenigingen aan het werk moeten gaan. En in welken zin daar in den bond leiding aan gegeven moet worden. Het werk op de vereenigingen moet het karakter vertoonen dat het in directe gebondenheid aan de Schrift, actueel-reformatorisch het bewustzijn verheldert omtrent de roeping die het ambt der geloovigen meebrengt. Zoo kunnen de Mannenvereenigingen iets beteekenen in het geheel der Kerk, die worstelt om uit en bij de waarheid te leven. 9

En zoo zal de vernieuwde Bond iets kunnen beteekenen in den steun dien hij aan de vereenigingen kan schenken.

Op dit referaat volgt een geanimeerde besprekiag. Bij de beantwoording der vragen dringt Ds Vink nogmaals aan op actueele activeering tot den dienst in het Koninkrijk Gods.

Door 63 Vereenigingen was de-presentie-Ujst geteekend, terwijl nog vele leden als bezoekers aanwezig waren.

Het adres waar de Vereenigingen zich kunnen opgeven als lid van den nieuwen Bond is voorloopig:

C. V. d. KAADEN, Hoekschekade 82, Bergschenhoek.

„JA ÏK, VAN GANSCHER HARtE".

Bij de bevestiging van een Dienaar des Goddeüjken woords wordt o.a. gevraagd:

Ten tweede, of gij de Schriften des Ouden en Nieuwen Testaments voor het e e n i g e Woord Gods en de volkomen leer der zaligheid houdt, en alle leeringen verwerpt, die daartegen • strijden ?

Hierop antwoorden Ds H. K. E. Gravemeyer en Dr Emmen van Den Haag, volmondig en krachtig: Ja ik, van ganscher harte! /

Hebt U het Ds Gravemeyer óók hooren zeggen?

En heeft U soms ook Ds Gravemeyer samen met Prof. Kraemer en Prof. Banning hooren spreken over de vernieuwing in de Ned. Hervormde Kerk? Met Banning? Weet U dan niet, dat Banning puur vrijzinnig is? En weet U dan niet, dat Vrijzinnig Christendom verwerpt:

a) de Godheid en de zoendood van Jezus Christus; b) de inspiratie van de H. Schrift, door de H. Schrift nadrukkelijk geleerd!

Ziet U dan nog niet wat er gebeurt in de Hervormde SjTiode? Bent U dan blind? Ziet U dan nog niet de duidelijke, ja schandelijke, den Heere verfoeilijke wijze van optreden van die orthodoxen, die zich voor het karretje der vrijzinnigen laten spannen? .

Hervormd Nederland, ontwaak!

J. R. MOUWES, Scheldestraat 115,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 maart 1946

De Reformatie | 12 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 maart 1946

De Reformatie | 12 Pagina's