KERKNIEUWS

VERSLAG DER GENRALE SYNODE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND ONDERH. ART. 31 K.O.) TE GRONINGEN, II.

Zitting van Dinsdagmiddag 30 April 1946.

1. De Praeses van de vergadering Ds H. Knoop opent deze zitting, hij laat zingen Ps. 92 : 7 en 8, leest voor Ps. 92 en gaat voor in gebed.

2. Het dagblad „De Rotterdammer vraagt en verkrijgt toestemming tot het maken van verslagen der vergaderingen, mits de verslagen voor publicatie aan het moderamen ten controle worden aangeboden.

è. Appèl nominaal wordt gehoudeii.

4. De Praeses herdenkt den verjaardag van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana en wenscht dat zij in minstens even bewogen tijden als waarin Vader Willem ons volk voorging zal leven ujlt hetzelfde geloof van haar grooten voorzaat. De vergadering zingt staande twee coupletten van het Wilhelmus. Daar het niet mogelijk blijkt een gelukstelegram aan Haar adres verzonden te krijgen besluit de Synode een schrijven van gelukwensch te verzenden.

5. De Acta van de vorige zitting worden gelezen. 6. Enkele ingekomen stukken worden gelezen. In de eerste plaats een schrijven van de Free Church of Scotland waaruit blijkt dat een afgevaardigde van deze Kerk ter vergadering zal komen, indien dit geen moeilijkheden zal ontmoeten bij het Nederlandsch consulaat. Twee brieven van de Kerk van Maassluis, een over de vaststelling van het agendum en de ander over de door de Synode van Utrecht 1946 gevraagde samenspreking worden gesteld resp. in de handen van commissie m en H. Van de Christian Reformed Church uit Amerika is een schrijven ter tafel waaruit blijkt, dat ditmaal geen afgevaardigden de zittingen van de Generale Synode zullen bijwonen. De brief wordt in handen gesteld van commissie I.

7. Ds Schelhaas rapporteert overj het voorstel van de Part. Synode van Zuid-Holland inzake art. 8 der K.O. Het rapport wordt na eenige discussie nog even naar commissie UI verwezen.

8. Na de theepauze spreekt de assessor der Synode Ds V. Dijk een kort woord van waardeering en gelukwensch tot Prof. Greijdanus die den volgenden dag zijn 75ste verjaardag hoopt te vieren en daarom op het punt staat de vergadering te verlaten. Ds V. Dijk - wijst op de bijzondere omstandigheid dat deze groote exegeet deze uitnemende canonicufe en deze dogmaticus van diep inzicht langen tijd niet die plaats heeft ingenomen in het Kerkelijk leven en niet dat gehoor heeft gevonden bij de kerkelijke vergaderingen, - wjaarop hij gezien zijn groote kwaliteiten recht had. Thans is dat alles anders geworden. Hij wijst op de groote beteekenis van den arbeid van Prof. Greijdanus voor tientallen predikanten die door hem zijn gevormd en waardoor- Prof.. Greijdanus ofschoon zijn huwelijk kinderloos bleef evenals dat van Calvijn zijn geestelijk zaad evenals deze groote reformator bij duizenden telt. De vergadering zingt Prof. Greijdanus staande toe de zegenbede uit Ps. 134, waarna Prof. Greijdanus een kort woord van dank spreekt.

9. De tertius afgevaardigde van de Prov. Synode van Utrecht ouderling de Graaf betuigt door opstaan instemming met, de belijdenisgeschriften.

10. Broeder Waale-wijn rapporteert over een schrijven van de classis Groningen waarin aanmerking gemaakt wordt op het aantal afgevaardigden dat werd gezonden door de Part. Synode van Drente en Noord-Holland. Het rapport acht het ingebrachte bezwaar niet juist omdat 'wij leven in een overgangstijd, -wil wel zoo spoedig mogelijk terugkeeren naar 't aantal in axüked 50 K.O. voorgeschrevea afgevaar-

digden en stelt als uniforme regeling voor de afvaardiging naar de eerstkomende Generale Synode vóór een getal van zes gedeputeerden per Part. ressort. Na breede discussie gaat het rapport terug naar de commissie.

11. Ds V. Hulsteijn rapporegrt over het voorstel Enschede om inzake de vrijmaking voortaan te handelen naar Art. 38 der K.O. Het rapport betoogt dat art. 38 der K.O. hier niet van toepassing is, maar stelt voor om kerken of broeders in elk classicaal ressort te deputeeren die hulp verleenen in gemeenten waar het tot vrijmaking komt.

Ken breede discussie volgt, vyaama de conclusies van het rapport worden aanvaard, nadat het woord broeders er uit is geschr& .pt.

12. Ds v. Hulsteijn rapporteert vervolgens over een schrijven van br. J. E. v. Buuren te Groningen betreffende een herziening van met name de taal der Kerkenordening.

Het rapport stelt voor op dit schrijven niet in te gaan omdat het

, a. niet op de mindere vergadering is geweest b. onbeüjnd is en alle concrete aanwijzingen mist c. de kerkenordening geenszins verward en tegenstrijdig is.

Na eenig debat wordt het rapport nog even naar de commissie teruggewezen.

De zitting wordt geschorst tot 's avonds half zeven.

Avondzitting 30 April.

Namens Commissie I rapporteert ouderUng Mulder van Sappemeer inzake het preekconsent aan studenten, ten aanzien waarvan voorstellen ter tafel zijn van de Particuliere Synodes van Utrecht, het Noorden, Zuid-Holland en Overijsel-Gelderland. De Commissie wil geen voorstel doen tot opheffing van het consent maar ziet in het optreden van studenten wel een noodmaatregel, die niet langer gehandhaafd moet worden dan noodzakelijk is. De rapporteur spreekt de groote waardeering uit die de Commissie heeft voor het werk dat in dezen door studenten is en wordt verricht. De Commissie acht het echter ongewenscht dat zeer jonge menschen voor de gemeente optreden. Het rapport besluit met de volgende conclusies:

Ie. het besluit van de Generale Synode van 1908 buiten werking te stellen tot de volgende Generale Synode. Bij het praeparatoir examen zal van de studenten een verklaring gevraagd worden dat zij zich gehouden hebben aan het besluit van de Generale Synode van 1946.

2e. het preekconsent alleen te verleenen aan studenten die geen colleges meer behoeven te volgen;

3e. het onderzoek zal geschieden door de classis, waartoe de kerk behoort waarvan de betrokken student lid is, onder overlegging van een attest van zijn kerkeraad aangaande leer en leven;

4e. uit het onderzoek zal moeten blijken de geschiktheid tot het spreken van een stichtelijk woord en voldoende kennis van de, geloofsleer. Bij goed verloop zal een preekconsent worden verleend voor den tijd van een half jaar, dat telkens met een half jaar kan worden verlengd;

5e. eventueele klachten dienen kenlaaar gemaakt te worden aan de classis, die het consent heeft verleend; .

6e. bestaande consenten worden niet verlengd als ze niet aan bovengenoemde eisohen voldoen.

Aan de discussie wordt deelgenomen door Ds B. A. Bos, Prof. Schilder, Ds de Vries, Ds van Dijk, Prof. Deddens, Ds Lindeboom, Ds P. K. Keizer, Ds Schelhaas en de ouderlingen Schout en A. Schilder. *

Nadat enkele amendementen verworpen zijn, worden de conclusies aanvaard.

Vergadering van Donderdag 2 Mei.

's Morgens 9 uur opent de praeses de vergadering. Gezongen wordt Psalm 43 : 3 en 4, waarna volgt lezing van 2 Cor. 2 : 14—17 en gebed.

De Acta der vorige Zitting worden na lezing vastgesteld. Een schrijven van br. A. Balder te Amsterdam, handelende over het kerkelijk conflict, wordt in handen gesteld van Commissie II.

In verband met de verldezingen op 17 Mei a.s. wordt besloten' in de week van 12^19 Mei niet, maar in de week van 5-^12 Méi ook Vrijdags te Vergaderen.

Aan de orde komt het verslag van de Stichting tot financieele verzorging van de Theologische Hoogeschool, uitgebracht door Ds F. A. den Beeft van Kralingen-Kralingscheveer. Uit het rapport van Ds J. Smelik van Apeldoorn over dit verslag blijkt, dat een begrooting nog niet kon worden geleverd, omdat de vrijmaking nog voortduurt. Ook kon de kerkeraad. van Groningen nog geen décharge Voorstellen daar het accountantsonderzoek nög niet was beëindigd.

De conclusies van het rapport, waarin een woord Van warmen dank gebracht wordt aan het Bestuur der Stichting, vervolgens groote waardeerine: wordt uitgesproken voor het initiatief en den arbeid van het Vrouwen-Comité, dat zich den opbouw van de bibliotheek der Theol. Hoogeschool heeft ten doel gesteld, en tenslotte wordt voorgesteld, na ontvangen mededeeling van den kerkeraad van Groningen jver het accountantsonderzoek, het Bestuur der jtichting te déchargeeren van zijn financieel be- "leer, worden alle aanvaard.

Besloten wordt, dat de kwitanties in Mei op laam zullen worden verzonden aan de plaatselijke orrespondenten. De classicale correspondenten zulen zich verder van den gang van zaken in hun essort op de hoogte dienen te houden.

Oud. A. Gerber van Ermelo rapporteert over de .eestelijke verzorging van en evangelisatie onder Ie zeevarenden.

Op voorstel van die oommissie besluit de Synode 5 Deputaten te benoemen, aan wie wordt opgedragen :

1. de plaatselijke kerken op te wekken haar jpeciale aandacht te geven aan haar zeevarende leden zoowel aan den wal als in de vaart;

2. contact te zoeken met een havenkerk om zoo mogelijk te komen tot het beroepen van een dienaar des Woords, aan wien de arbeid onder de zeevarenden wordt opgedragen, naar de richtüjnen /an het rapport;

4. zich in verbinding te stellen met andere ker- 'ien, die ook deze geestelijke verzorging ter hand jenomen hebben;

5. te doen alles wat tot de geestelijke verzorging en evangelisatie onder de zeevarenden noodig en gewenscht is.

Punt 3 wordt nog aangehouden voor een nadere "ormuleering.

Ook rapporteert oud. A. Gerber namens de Depuaten voor de verzorging van Radio-uitzending van rerkdiensten. De conclusies van dit rapport, n.l.

1. de Synode besluite de handelingen, door Depuaten verricht, goed te keuren, en

2. benoeme Deputaten, met de opdracht:

2. benoeme Deputaten, met de opdracht: a. diligent te zijn terzake van Radiokerkdiensten;

b. alles te doen, wat te verrichten is in verband et uitzending van Radiokerkdiensten, \vorden eveneens aanvaard.

Nog. wordt medegedeeld, dat door de Deputaten een schrijven verzonden werd aan de N.C.R.V. met het verzoek om 12 kerkdiensten voor de Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.O.) te organiseeren op de wijze als voor den oorlog. Daar de middag en avond besteed ^al worden aan commissie-vergaderingen, en eerst morgen weer openbare zitting zal zijn, sluit de praeses de vergadering, nadat de assessor Ds D. v. Dijk is voorgegaan in dankzegging.

Vergadering van Donderdag 2 IVlei.

Nadat appèl-nominaal is gehouden, wordt voorlezing gedaan van een schrijven van Prof. Greijdanus, die daarin uiting geeft aan zijn dankbaarheid voor de gelukwenschen, welke de Synode tot hem heeft gericht in verband met zijn 75sten verjaardag.

De Acta van de derde zitting worden gelezen en goedgekeurd. Bij monde van Ds T. de ±iaan vaii Valthermond brengt Commissie III rapport uit over het voorstel van de Part. Synode van Utrecht, .dat overplaatsing wil van de Theologische Hoogeschool naar een stad in het centrum van het land.

'De Commissie heeft de voor- en nadeelen onder de oogen gezien en oordeelt, dat dit plan in de naaste toekomst practisch niet uitvoerbaar is en in de gegeven omstandigheden een discussie hierover ook minder gewenscht.

Concludeerend adviseert zij geen uitspraak ten principale te doen, maar het voorstel om practische redenen af te wijzen.

Prof. Schilder adviseert de woorden , , om practische redenen" in de conclusie te schrappen. Er zijn ook andere redenen waarom momenteel aan verplaatsing van de Theologische Hoogeschool niet kan worden gedacht. De commissie heeft hiertegen geen bezwaar en de Synode aanvaardt de aldus gewijzigde conclusie.

Een tweede voorstel van de Part. Synode van 1 Utrecht beoogt het zoeken van wetenschappelijke contacten. De Commissie is. van oordeel, dat deze zaak niet behoort tot de competentie van de Synode maar tot de - taak der hoogleeraren. De Synode spreekt na eenige discussie uit, dat deze zaak niet direct behoort tot de competentie der Synode.

Ds K. Doornbos van Wormer rapporteert namenr Commissie UT inzake uniforme attestaties en doopattesten. De Commissie acht een model-attestatie niet gewenscht, aangezien daarin niet voldoende uitkomt, dat een attestatie een brief is van dei^eenen kerkeraad aan den anderen. Wil men bepaalde modellen gebruiken, dan diene er voldoend! ruimte over te blijven voor vermelding van per oonlijke gegevens.

Na eenige bespreking wordt dit rapport wee aar de Commissie terugverwezen.

Ds Doornbos rapporteert eveneens over he< erzoek van Limburg, Brabant en Zeeland om rd iseurs te benoemen ten behoeve van de diacon'or angezien blijkt, dat de Commissie de st^ekkinpan het verzoek niet voldoende heeft begre^^er aat het rapport eerst nog naar de Commissie terug.

Ds J. F. Sollie van 2jOutespui rapporteert namens Commissie III over de zgn. Ir'recüKantenbeurs, ' die m lironmgen onder leiamg van de nencuick de uocK-sticntmg werkzaam is. De Synode besiuit deze Deurs bij de KerKen aan te beveien en de Jx.erKen op te wekken haar financieel te steunen.

Vergadering van Donderdagmiddag 2 Mei.

De Voorzitter opent de vergadermg, lEiat zingeü Psaun 89:3.

• Nadat br. Gerber de nadere redactie der concmsies inzake de geesieujKC veiüOxëuig ucx zeevarenden en de evangelisatie heeft voorgelezen, woiaen deze aangenomen.

ar. Mooriach rapporteert over het verzoek tot deememing m het interkerkeiijK Conctact isxaei.

ue tjommissie is van oorüeei:

Ie. dai de grondslag van Het I.C.I. uiterst vaag s, en OOK vaag bedoeid is, gezien ae ujst der lutenoodigde Kerken; '.

2e. aat het streven der N. H. Kerk om allerlei aden te vormen door onze Kerken niet kan worden eaLeund, en ook mt dien nooiue< iiicucwci.i> .iiig i^ci. et l.C.l. onmogelijk is;

3e. dat ook het beoogde gemeenschappelijk geuigenis om verscüiiienüe reden, onaauvaaiduaar is;

. ie. dat de Kerken de sociaie verzoigmg der Joden an andere instanties hébben over te ia een, maar at zij wel hun roepiijg hebben te verstaan ten anzien van de Zending onder de Joden.

De Commissie stelt de voigende conclusies voor:

Ie. aan het verzoek tot deeinemirig van het I.C.I. niet te voldoen;

2e. Deputaten te benoemen, aan wie wordt opgedragen :

a. een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop de Zending onder de Joden kan worden voortgezet;

D. op de eerstkomende Gen. Synode hierover te rapporteeren en zoo mogelijk voorstellen te doen.

ueze conclusies worden aangenomen.

Vervolgens rapporteert br. Valentijn over het rapport van de Classis 's-Gravenhage der Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.O.), aangewezen als deputaat voor het uitschrijven van een bededag over den door haar verrichten arbeid.

De Commissie stelt aan de vergadering voor:

Ie. haar dank te betuigen aan de Classis 's-Gravenhage voor haar werkzaamheden in dezen;

2e. de Classis 's-Gravenhage opnieuw aan te wijzen voor het uitschrijven van .bededagen.

Dit voorstel wordt na eenige discussie aangenomen.

Thans komt opnieuw in behandeling het rapport an Commissie rH inzake art. 8 K.O. Aan het raport is toegevoegd, dat bijzondere aandacht moet orden geschonken aan de gave der discretie. Het ldus aangevulde rapport wordt door • de Sjnaode anvaard.

Ds J. F. van Hulsteyn brengt namens Commissie in rapport uit over het voorstel van br. Van Buuren te Groningen de K.O. in hedendaagsch ederlandsch te vertalen en alzoo beter verstaanbaar te maken. De Synode spreekt met de Comissie haar waardeering uit voor de gebleken grootere belangstelling voor de Kerkenordening, aar meent toch, dat de noodzaak van een heriening als door br. Van Buuren bedoeld, niet geleken is.

De Synode ging daarna uite.en tot Dinsdag e.k., wanneer de Commissie-vergaderingen zullen worden voortgezet, terwijl de eerstvolgende openbare zitting a.s. Woensdag zal worden gehouden.

— WOLFHEZE. Het adres der Geref. Kerk is thans: I. vaR Sluijs, Lawijckerhof 16, Wolfheze, scriba.

— KAMPEN. Door de classis Zwolle der Geref. Kerken in Ned. (onderh. art. 31 K. O.) is na praeparatoir geëxamineerd te zijn, beroepbaar gesteld in de Geref. Kerken voorn: \eld de heer A. Duits, theol. cand. Adres: H. v. Viandenstr. 7, Kampen.

— KUYPER EN DE DUUR EENER SYNODE. Geref. Kerkblad Haarlem citeert Dr A. Kuyper:

, , Het .Gereformeerde wezen vertoont ook hierin zijii Schriftuuriijkheid en zijn zoo zuiver karakter, dat WIJ kennen, wat geen andere kerk kent, een gedurig samenkomen* van alle plaatselijke kerken in Generale Synode, om ZIJ HET OOK SLECHTS VOOR EEN KORTE WIJLE, samen te wonen....

, , en daarom, ons gebed beperke zich niet tot DIT VLUCHTIG SAMENZIJN, maar.... (capit. van ons, red.)

Uit „De zegen des Heeren over onze Kerken", anno 1896. Het blad merkt op:

Een „korte wijle" en „een vluchtig samenzijn". Dat is wat anders dan een synode die drie, vier jaar zit!

— NOORDELIJKE DIACONALE CONFERENTIE. Donderdag 18 April kwamen in conferentie bijeen de door een zestal Diaconieën afgevaardigde diakenen uit de drie Noordelijke provinciën. In zijn openingswoord heette br. K. Kleine van Groningen de broeders hartelijk welkom. Hij wees op de nu achter ons liggenden moeilijken tijd van bezetting die naast verlies van menschenlevens en cultuurschatten ook met zich inee bracht een nasleep van ongerechtigheden. Tweeërlei moraal, leugen, haat en jjwarte handel heerschten onder ons volk en zijn ook nu nog niet verdwenen. Dat zijn ook de moeilijkheden waarmee de diakenen in hun werk hebben te worstelen en die, hun taak zoozeer verzwaren. In dezen droeven tijd kwam ook de kerkstrijd. Men heeft gemeend ons te moeten uitwerpen en ziet niet zelf uitgegaan te zijn. Gods oordeel ging en gaat nog over de kerk, mee Hem zij dank dat Hij èn in den oorlog en in den kerkstrijd ons als kerken heeft bewaard bij de gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Daarom is zoo noodig mede als gevolg van den kerkstrijd nu veel broeders zonder practische kennjs van het diaconale werk tot het ambt van diaken zijn geroepen, dat wij ons samen bezinnen op onze taak en het licht van Gods Woord daarover doen vallen. Onze diaconale arbeid moet zijn diaconale Woordbediening. Aansluitend bij het gelezen Schriftgedeelte wijst de voorzitter er op, dat God niet kwam in het vuur, noch in den storm, noch in de aardbeving, maar in de zachte stilte. Elia hoorde in die stilte rust en sterkte: Ondanks wereldstorm zorgt God voor Zijn kerk. Zijn volk. Hij brengt hen later als vrucht van Christus' arbeid onder storm en vuur tot het nieuwe Jeruzalem waarin geen arme meer zal zijn.

Na een korte koffiepauze sprak Mr J. Abels van Groningen over , , Sociale gerechtigheid — Diaconale zorg".' De groote zonde in het leven is Gods geboden in tweeën te doen uiteenvallen. Gods wet in twee tafelen ingedrukt is een éénheid. Niet de tweede tafel een panorama van het wereldgebeuren, de eerste een beeld van het hemelleven. Gods wet is één geheel en wie een enkel onderdeel niet tot zijn recht laat komen, schendt het geheel en staat schuldig tegenover de geheele wet. Onze Heer teekent dit zeer scherp als Hij zegt: „Gij zult liefhebben deti Heere Uw God" dit is het eerste en groote gebod en het tweede hieraan gelijk is, uw naaste liefhebben als u zelf. Toch schept men tegenstellingen tusschen deze beide, en niet alleen de wëreldling maar ook zij die roemen in Gods gunst.

Als men zegt God lief te hebben en te willen dienen naar Zijn gebod maar laat in zijn leven praktijken toe waarmede men zijn naaste te kort doet dan heeft men Gods geboden verbroken. Dit kwam onder ons veelvuldig voor gelijk spreker aantoont. Een te lage bezoldiging van volwaardige arbeidskrachten bij ons Chr. onderwijs waardoor jonge menschen niet tot een huwelijk konden komen, te lage loonen in de landbouwbedrijven, opzettelijk gedrukte stukloonen in de tijd van opruimingen, om maar mee.^te kunnen concurreeren, zoodat bij te veel aan werk er toch niet voldoende verdiend kon worden en hulp bij de diakenen moest worden gezocht, dit alles is breken van Gods wet in twee deelen en een zondig dualisme. Dit du, alismè kweekt socialisten en communisten. Deze zelfde zondige verbreking vindt men ook in wereldsche kringen, maar naar de andere zijde gericht. Men wil aan de geboden der tweede tafel voldoen zonder die van de eerste te erkennen. Men wil aan en naaste weldoen en sociale gerechtigheid betrachten uit humanistische overwegingen. Maar naastenliefde op humanisme gegrond is een huis op zandgrond gebouwd; als de storm komt valt het huis en blijkt er niets over te zijn dan klassenstrijd, haat, afgunst en in uiterste consekwentie Bergen-Belsen. Wij moeten terug naar Gods Woord, naar Zijn eene ongedeelde en niet te deeten wet. Dit stelt ontzaggelijke zware eischen, want dit gaat in tegen ons zelf en vraagt zelfverloochening en bereidheid tot het offer. Dit vraagt • sociale maatregelen die onze zakenmenschen doet achteraan konien in den concurrentiestrijd. Dit vraagt van ons te dragen den spot der wereld, om los te laten de wijsheid der wereld. Zullen wij dit aandurven in geloof? Durven wij het wagen met God?

Alleen daar waar Gods ongedeelde wet richtsnoer is zal het geestelijk leven der gemeente bloeien en zal het recht der armen worden gezocht. Daar is de rijke rentmeester van Christus, daar is de gemeente mild in het geven, daar helpen onze vrouwen en meisjes spontaan de in nood verkeerende gezinnen. Daartoe op te wekken is mede diaconale arbeid. De diaken verzachte niet alleen het lijden als gevolg van sociale ongerechtigheid, maar trachte die op te heffen, te voorkomen. Zijn arbeid zij diaconale Woordbediening naar alle kanten. Dan let hij niet in de eerste plaats op den stand der kas maar geeft in geloof. Onze tijd is een moeilijke tijd en daarom een mooie tijd want God geeft groote kansen. Heerlijk is het in het geloof die kansen te grijpen, Gods medearbeider te mogen zijn, verrouwend op Hem Die nooit beschaamt. Wie zoo dient. God zal hem helpen en eenmaal tot hem zeggen „komt in, gij ezegende des Hesren". ' (Slot volgt.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen