HERSTEL.
O Heer, foor Wien mijn kleinste daad , in eeuwigheid geschreven staat. Voor Wien ik mijn geringste plicht tot vloek o[ zaligheid verrttht.,
Voor Wien ik steeds mij schuldig weet in wat ik zeid' o[ dacht of Heed. Maar Wiens gena mij tegenblinkt uit alles, waar mijn hart van zingt.
Die, wat mijn boosheid heeft ontwricht, hebt opgetrokken in Uw licht. En 't leven, van verderf gered '
in zulk een wond're glans gezet. Wanneer Gij mij uit dit bestaan Uw woning eens doet binnengaan, dan deel ik eeuwig in Uw feest,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1946
De Reformatie | 8 Pagina's