KORTE BERICHTEN

— MEDICIJNMEESTER, GENEES U ZELF. De synodocratische doroiné R. de Roos, schreef in een artikel tegen de Roomschen: „Het gezag van het Woord der Schrift wijkt voor het gezag der Kerk".

Ter mede antwoordt hem Dr Ph. Piket in „De Linie": „Het gezag van het Woord der Schrift wijkt voor het gezag der Kerk "!! Dat zegt nota bene de vertegenwoordiger van een Kerk, welke zulk een dwingend leergezag uitoefent, en dat hoewel het slechts een feilbaar leergezag is! Een Kerk, die nog kort geleden Prof. Schilder uitwierp, ofschoon hij zich voor zijn opinie op het Woord der Schrift beriep; een Kerk, die bij monde van de laatste Synode te Utrecht toelaatbaar acht, dat wat vorige Synoden veroordeelden en waarom zij Prof. Schilder uitbanden! In een der laatste nummer van „De Reformatie" (24 Aug. '46) schreef Prof. Schilder: „In 1946 hebben ze prijsgegeven wat ze in 1944 als eeuwige waarheden betitelden!"

Het onfeilbare leergezag der Kath. Kerk vindt dus Ds de Roos onschriftuurlijk; voor het feilbare, weifelende, zich tegensprekende, maar toch dwingende en uitbannende leergezag zijner eigen Kerk buigt hij zich gewillig I

— WE HEBBEN „DE SCHOOL" TERUG. Mej. B. v. d. Berg in „Orgaan" v. d. Bond Geref. Meisjesver. in Nederland: „Het smeulende vuur voor de School der kerken was door de vrijmaking aangewakkerd tot een helder brandende gloed!"

— ZINGEN OF SPREKEN? Er is een comité Zangdiensten, dat als volgt zich rechtvaardigt: Onze gemeenschappelijke Zangdiensten zijn in het begin van den oorlog ontstaan. Laat ieder re het zijne toe bijdragen om deze interkerkelijke toenadering op de hoogtijden der Kerk te bestendigen. Deze Zangdiensten behooren in de Nederlandsche Protestantsche Christenheid tot de weinige middelen, die de eenheid in Jezus Christus gemeenschappelijk tot uiting brengen.

— DE FRIESCHE PREDIKANTEN. Ds Jongeling in Gron. Kbl.: De Friesche predikanten hebben weer nul op het request gekregen. Hun bezwaren zijn ongegrond bevonden. Wat zij nu zullen doen? Het eenige wat hun overblijft is: zich vrij te maken van de synodale besluiten en handelingen waartegen zij zoo ernstige bezwaren koesteren. Maar of ze zoo ver komen ? We moeten het afwachten. Dit is waar: hoe langer men wacht met zich vrij te maken, hoe moeilijker het wordt. Het leven in de kerkzonden gaat zoo gewoon worden dat men het zondige er van steeds minder gaat onderkennen. Er komt gewenning en afstomping. Doch God is genadig!

— BATAVIA. Sprekend over de Zwolsche synode zegt Ds Jongeling in Gron. Kbl.: Dat de inzichten van Ds Verkuyl CS. en de uitspraak van den kerkeraad van Batavia in strijd zijn met Gods Woord, daarvan werd niet gerept.

— SYNODOCRATEN EN OECUM. RAAD. Ds Jongeling over de Zwolsche synode: „Het lidmaatschap van den oecumenischen raad is er niet doorgegaan. Echter zijn de conclusies van het rapport van Prof. Dijk, dat scherp principieel bezwaar maakte niet aangenomen. Ze zijn vervangen door minder scherpe conclusies, waarin de aansluiting aan den Raad in zijn huidig bestand op principieelen grond werd afgewezen" (Geref. Weekblad S October).

— CENTRALE BESTUREN. Ds Jongeling over de Zwolsche synode: Het doorwerken van het hiërarchisch beginsel blijkt duidelijk uit het krachtig pleidooi dat is gevoerd voor de instelling van een vast bureau van de Gereformeerde kerken met een vasten secretaris. Er komen op die manier verschillendfc „vrijgestelde" predikanten: een directeur van het zendingscentrum, < ^m directesr van het evangelisatie-centrum, een vaste secretarir Zijn deze isienschen eigenlijk nog predikant? He' centraliseer^n van allerlei srbeid en organisatie ligt ongetwijfeld meer in dt fijn van het Hervormde dan van het Gereformeerde kerkrecht.

— WORDEN ONZE KERKEN VAN OFFICIEELE ZIJDE TEGENGEWERKT? Uit Gron. Kbl.: De Goeroe- Indjil Kapinga Tanahomba heeft toestemming van de Regeering om naar zijn arbeidsveld op Soemba terug te keeren.

Dezelfde toestemrr^ng voor Ds S. J. P. Goossens is voorloopig nog geweigerd. Er worden stappen gedaan om alsnog toestemming voor hem te krijgen.

— „VERROTTE LEDEN" EN TOCH „BROEDERS"? Ds Jongeling schrijft in Gron. Kbl. over het Zwolsche rapport over de kwestie der samenspreking met de synodocratische deputaten. Hij merkt op: In het bizonder attendeert het — tenminste volgens het door mij gelezen krantenverslag op het feit, dat bedoelde deputaten door ons niet worden betiteld als broeders. En het rapport stelt voor om daarover eerst eens inliclitingeu in te winnen.

Het is wel eenigszins bevreemdend dat hierop aanmerking wordt gemaakt. Toen indertijd de kerk van Bergschenhoek uit het kerkverband werd gesloten werd dat bericht per brief, die als adres had: Den Weledelen Heeren, voormalig praeses en scriba van den voormaligen kerkeraad der Gereformeerde kerk te B., of tenminste iets dergelijks. Ook Prof. Schilder werd bij zijn afzetting betiteld als Weledele Heer (zie Samenspreking ja of neen? blz. 13). Het weigeren van den broedernaam in de officieele titulatuur is dus uitgegaan van hen die nu ach en wee roepen over zulk weigeren onzerzijds. En afgezien van de officieele titulatuur — is niet het schorsen en afzetten, dat zooveel ambtsdragers ten deel gevallen is, een metterdaad niet meer ^erkemren als broeder ? Neen, daarop moest men nu toch maar geen aanmerkin.g maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen