ZENDING EN EVANGELISATIE

TERUG NAAR SOEMBA.

Maandagavond 18 November was de gemeente van Zwolle bijeengekomen om afscheid te nemen van den goeroe Indjil K. Tanahomba. Deze keerde toch na vele jaren van afwezigheid terug naar zijn vaderland, naar Soemba, Wanneer alles naar wensch en naar plan is verloopen, zal onze goeroe, wanneer we dit artikel lezen, reeds onderweg zijn. Hij zal dan waarschijnlijk reeds met een vliegtuig van de K.L.M, in Batavia zijn aangekomen. Daarmee is dan een gebed verhoord dat hij zelf en vele anderen met hem tot den Heere hebben opgezonden. Hoe heeft hij vele jaren op terugkeer moeten wachten. En nu is de weg dan eindelijk gebaand. Gebaand, want dat heeft heel wat voeten in de aarde gehad eer hij de terugreis kon aanvaarden. Want dat was mogelijk omdat de synode van Groningen de kwestie Oost Soemba heeft behandeld en aanvankelijk tot een goed einde heeft gebracht. Onze kerken hebben de smeekbede van de kerken van Oost Soemba gehoord en ze hebben het contact met die kerken opgenomen, nadat de desbetreffende stukken waren onderzocht. En nadat de synode had geadvi- .seerd dat de kerk van Zwolle ds Goossens weer zou ontvangen en aanvaarden als missionair dienaar des VVoords voor de kerken van Oost Soemba. Toen was het groote struikelblok voor den terugkeer van den goeroe weggenomen. Hij met de andere goeroe's werden toch weer in hun ambt door onze kerken erkend. En als goeroe mocht hij naar zijn vaderland terugkeeren. Ên hij komt de blijde boodschap nu mondeling bevestigen, dat de zaak van Oost Soemba reclitvaardig werd behandeld en onderzocht en dat er publiek rapport werd uitgebracht; een rapport dat straks in de Acta der Synode zal worden opgenomen zoodat ieder in onze kerken en ook ieder Nederlander kan vleten wat er nu toch gebeurd is. Maar daarover zullen we nog wel nader moeten spreken en schrijven.

Ieder begrijpt hoe groot de vreugde is bij onzen broeder Tanahomba, dat hij mag terugkeeren. Dat is mede mogelijk gemaakt omdat de betrokken instanties in Indië en Holland geen bezwaren hadden tegen zijn terugkeer. Het heeft wel erg lang geduurd eer hij de toestemming ontving. Maar het is dan nu zoover. En terwijl naar Soemba reeds lang vertrokken zijn de goeroe Piry en de zendingsarbeiders van de Gereformeerde kerken, die zich nog gebonden weten aan de bekende besluiten, mocht ónze goeroe eerst nu terugkeeren, Groote blijdschap moet er ook wel in onze kerken zijn dat het dan nu zoover is.

Van die blijdschap en dankbaarheid voor alles aan den Heere, die de wegen bereid heeft, is gebleken op den afscheidsavond, v/elken de kerkeraad van Zwolle had uitgeschreven. Met eenige zorg gingen we naar het kerkgebouw van de Christel ij ke Gereformeerde broeders. Dat verdient de heel korte toelichting, dat de Plantage kerk, waar anders de gemeente van Zwolle samenkomt, voor dit doel niet werd afgestaan door de Gereformeerde broeders van Zwolle. Wanneer een mensch zoo iets verneemt dan staat hij er toch weer van te kijken. Met zorg, want het goot water, en de vrees bekroop ons dat de opkomst wel gering zou zijn. Hoe werden we beschaamd, een geheel ge» vuld kerkgebouv/! Uit de omgeving v.'aren zelfs bussen met medelevende zendingsvrienden gekomen. Met de dominees aan het hoofd. Verschillende deputaten hadden dezen avond met moeite kunnen vrijmaken en waren ook aanwezig.

Het is een heerlijke avond geworden. Dat Invam mede door de muzikale afwisseling welke geboden werd. Keurig verzorgde solozang, een verdienstelijk zingend jongenskoortje, een goed spelend orgelist. Dat alles maakte het geheel mooi. De toespraken welke gehouden werden, stonden ook op hoog peil. Dat alles werkte mede dat deze avond voor onzen goeroe onvergetelijk is geworden.

Ds Vreugdenhil had als onderwerp: De zending«taak van de aendende kerk. Hij herinnerde eraaa. dat

de kerk van Zwolle nu de eenige zendende kerk is en sprak de hoop uit dat er in de komende jaren meer zendende kerken zouden mogen komen. Hij legde er voorts nadruk op dat sinds de vrijmaking we meer oog hebben gekregen, dat de zendingsarbeid allereerst moet uitgaan van de plaatselijke kei'k en niet van deputaten. De opdracht van CJhristus is toch voor alles gegeven aan de plaatselijke kerk. Het is niet voor alles dat de meerdere vergaderingen over zendüigsaangelegenheden hebben te handelen. Zoo heeft toch ook de synode van Groningen weer uitgesproken, dat de zendingsaibeid niet voor alles een zaak van deputaten is. De zendeling is geen ambtenaar van een of ander college. En nu mocht de goeroe weten dat achter hem staat een kerk, de kerk van Zwolle, een biddende en werkende gemeente. En de dominee van Zwolle wilde dan ook dat er over en weer briefwisseling zou viforden gehouden. En hij riep zijn gemeente op om mede te bidden voor dit werk. En hij sprak de hoop uit dat er steeds meer zendende kerken zouden mogen komen. Dat was al dadelijk een goede inzet en een zuiver geluid.

Wat ds Goossens ons zeide over: Een zendingsbeeld van het zendingsveld maakte grooten indruk. Hij liet op fijne wijze zien dat het zendingsveld zonder goeroe's ondenkbaar was en was dankbaar dat deze goeroe, die over zoo voortreffelijke gaven beschikte weer terug keeren mocht naar zijn kerken en weer vooraan mocht staan in de frontlinie. Het moet dan voor onzen zendeling ook een ontroerend moment zijn wanneer zijn trouwe medearbeider Tanahomba in het vliegtuig stapt. Hij heeft met hem al de zware jaren van den oorlog geleefd. Ze hebben samen den strijd voor het recht des Heeren mogen strijden en ze hebben gezien hoe de Heere him strijd bekroond heeft. Dat er nog moeilijkheden genoeg overbhjven behoeft geen breed betoog en van welken aard die moeilijkheden zijn, zal nog eens nader moeten worden beschreven. Want de brieven uit Soemba geven ons een duidelijk beeld van de zorgen welke de kerken daar hebben. En het ligt dan ook in de bedoeling van de zendende kerk zoo nu en dan eens een uittreksel uit die correspondentie te publiceeren.

Ds Bremmer heeft namens den kerkeraad van Zwolle toen officieel afscheid genomen van onzen goeroe. Hij herinnerde aan het bezoek dat hij met andere afgevaardigden van de kerk van Zwolle mocht brengen om aan ds Goossens en goeroe Tanahomba mede te deelen het besluit van den kerkeraad om het advies van de Groninger Synode op te volgen. Nu stonden zg niet langer alleen, maar mochten zich gedragen en gesteund weten door de kerk van Zwolle, die beiden weer had aanvaard, ieder in hun ambt. Hij herinnerde aan het groote verschil tusschen 1939 en 1946. In het eerste jaar was de goeroe naar ons vaderland gekomen als getuige voor het recht van de kerken van Oost Soemba en als getuige voor de zaaksgerechtigheid van ds Goossens. En hij zag het als een gebedsverhooring hoe dat recht des Heeren triumfeerend aan het licht gekomen was in de behandeling van deze rechtszaak op de Groninger Sjmode. Hoe de kerken en hoe ds Goossens uit de stukken gerechtvaardigd werden. En nu gaat in 1946 weer deze goeroe als een getuige van het recht, en nu naar zijn vaderland. Om te getuigen in dezelfde rechtszaak. In die van Christus, die worstelt om het bezit der wereld, ook om het bezit van Soemba tegenover den Satan, die Hem dat recht betwisten bhjft. Zoo willen we den goeroe zien als een getuige van Christus, van den Heere en van Diens Woord en van Zijn Kerk. En de goeroe mocht er zich van overtuigd houden dat achter hem staat een biddende kerk, die mede bidt en ook het recht des Heeren voor alles zoekt.

Daarna herinnerde ds Bremmer aan de gevaarlijke reis die de goeroe gaat ondernemen. Want het was weer gebleken in de vreeseüjke ramp met het K.L.M.vliegtuig hoe de Heere hem alleen kon bewaren. Want menschelijke techniek is geen garantie voor veilige overtocht. Waarom hij hem dan ook toebad een veilige reis onder de hoede des Heeren naar dat land, waar taize gedachten juist in deze dagen herhaaldelijk zich mee bezighouden. Ons land heeft in den loop der eeuwen Zooveel kwaads aan Indië gebracht, zooveel misdaden gepleegd. Maar er ook zooveel ondernemingszin en offerbereidheid laten zien. Nu is de revolutie bezig dat goede werk te vernietigen. Maar we geven met onzen goeroe mede het kostbaarste wat we bezitten: het betrouwbare Woord des Heeren en het eeuwig Evangelie van onzen Heere Jezus Christus. De geest der revolutie kan alleen bedwongen worden door den Geest der reformatie. En hij eindigde dan ook zijn öfscheidswoord met de bede uit te spreken dat ook het soembaneesche volk de knie zou leeren buigen voor den Zaligmaker der wereld en Zijn recht zou erkennen. Namens deputaten voor de zending heeft ds D. van Kjk een treffend woord tot den goeroe gericht. Hij herinnerde aan het woord van den Heiland tot de kerk van Filadelfia, dat ze kleine kracht heeft, maar Zijn Woord heeft bev/aard. Het Woord wint. Zoo zag hij dan ook den terugkeer van goeroe Tanahomba, als een overwinning van het Woord. De Heere behoede hem op zijn vlucht door de wijde hemelen. Wat een Hein mensch als een stip in de ruimten des hemels! Maar het Woord gaat met hem en hij is in de hoedo des Heeren. Het Woord alleen wint.

En toen kwam onze goeroe zelf op den preekstoel, geflankeerd door ds Goossens die het maleisch voor ons verstaanbaar zou maken. Hij zeide dat de gemeente reeds iets gehoord had over de goeroe's en hun moeiten, vooral over hen gekomen vanwege de zxufgen op het zendingsveld zelf in den loop der jaren. Maar in alles had hij de leiding des Heeren mogen en kunnen opmerken, en die ook gezien op zijn weg. Hij mocht in de zaak van Oost Soemba daarom standvastig blijven, omdat dat de zaak van Christus was, welke geen schade mocht lijden van de zijde van menschen. Hij herinnerde aan de vreeseüjke synode van Sneek. Aan den druk ook op hem uitgeoefend om de zaak en de kerken van Oost Soemba te verloochenen. Hij had zoo diep gevoeld het verschrikkelijke van deze zaak, en deelde mede, dat hg nooit naar Soemba had durven terugkeeren, wanneer hij de zaak van die kerken hier te lande had verloochend. Zoo diep was hij overtuigd geweest van het heilig recht des Heeren in deze twistzaak. Hij was bereid gemaakt door den Heere om alle ellende te ondergaan om Christus niet te verloochenen in deze zaak van Zijn kerken. Daarom had hij niet opgehouden God te bidden om het recht aan het licht te brengen. En God heeft deze gebeden willen verhooren. De kerken van Oost Soemba werden gerechtvaardigd door den Heere. De deformatie der kerk aldaar is omgezet in reformatie. En hij roemde de genadige leiding Gods dat de kerken die art. 31 onderhouden gemeenschap hebben opgenomen met die kerken op Oost Soemba. Hij danlcte voor dezen prachtigen afscheidsavond hem bereid, waarin hij zoo gevoeld had de waarachtige gemeenschap tusschen Nederland en Oost Soemba. Hij wist zich gedragen door het gebed der gemeente, en zich alleen daardoor bekwaamd tot den arbeid waartoe de Heere hem riep, een werk ter eere van Christus en in ZIJN dienst. En onze goeroe besloot zijn prachtige toespraak met de bede uit te spreken dat de kerken op allerlei wijze de gemeenschap met Oost Soemba zouden willen onderhouden. En hij bad den zegen des Heeren toe aan de zendende kerk van Zwolle in het bijzonder. Ds van Dijk heeft daarna de samenkomst met gebed en smeeking gesloten. Hij droeg den goeroe en diens werk den Heere op, bad om een veilige reis en behouden terugkeer op Soemba.

We waren het er allen over eens dat het een heerlijke avond was geweest. Velen namen nog met een handdruk afscheid van dezen wel zeer sympathieken soembaneeschen voorganger, die we, tenzij er bijzondere omstandigheden zich zullen voordoen, op aarde wel niet weer zullen terugzien in ons land, waar hij zeven bange jaren heeft doorgebracht. Een groote groep van studenten kwam ook nog in lange rij afscheid nemen van dezen goeroe. Dat was een machtig mooi gezicht, hoe deze zich tot den dienst des Evangelies toerustende jongemannen dezen bruinen broeder in den Heere kwamen groeten, een man, die weet wat het is te staan in den dienst, den strijd des Heeren. 2k)o was deze avond dan voorbij.

En nu is 't plan dat goeroe Tanahomba a.s. Zaterdagmorgen vroeg vertrekt van Schiphol. We hopen dat zijn weg voorspoedig moge zijn en dat de Heere hem veilig doe komen op Soemba. Wat zal er veel te verhalen zijn door hem aan de kerken die hem afgevaardigd hadden naar ons land om haar zaak te bepleiten. Aan die kerken die hem dit jaar hadden afgevaardigd naar de .Synode van Groningen. Onvergetelijk blijft me het oogenblik dat de geloofsbrieven van de afgevaardigden van Oost Soemba werden onderzocht en de broeders werden toegelaten tot de zittingen der sjmode. Een zeer bijzonder oogenblik, toen goeroe Tanahomba mocht plaats nemen naast prof. Schilder aan den tafel van de prae-adviseura. En van al die zaken gaat hij nu spreken en vertellen, hoe aan de kerken van Oost Soemba recht gedaan is. Er zal blijdschap zijn gelijk er nu reeds voortdurend blijdschap geweest is toen de kerken op Soemba mochten hooren van de besliüten der Synode én ze dankdiensten hebben belegd om den naam des Heeren te danken.

En nu is onze vurige hoop dat de Heere ook de moeilijkheden uit den weg wil ruimen, opdat ds Goossens kan terugkeeren naar zijn arbeidsveld. Dat kan de Heere aUeen, want de tegenwerking van mensehen is groot en er is verbazend veel werk te doen om de eenzijdige voorlichting te breken, die er gevonden wordt tot in de hoogste kringen toe. We hopen daarover het een en ander nog wel op te merken. Maar de voorbede der kerken is wel dringend op haar plaats, dat de arbeid, die verricht wordt om ds Goossens te doen terugkeeren, met den zegen des Heeren moge worden bekroond. Hij heeft zich betoond een Hoorder der gebeden in den terugkeer van onzen goeroe Tanahomba, Hij betoone dat ook in diens goede en veilige reis naar diens vaderland, en bewijze het opnieuw wanneer we mogen zien dat alle verhinderingen worden uit den weg geruimd voor de terugreis van ds Goossens. Niet minder doe Hij ook Zijn zegen gaan over de reis van den scriba onzer deputaten, br. C. C. de Vries, die op weg is naar Soemba, ons zendingsveld, om daar van den stand der zaken zich op de hoogte

te steUen.

Rotterdam, 14 Nov. 1946.

NOOD OP OOST-SOEMBA.

„De Reformatie" van 26 October j.L stelde ons van dien nood op de hoogte. Onze Zendingscommissie gaat dan ook aan het werk met den Kunstkalender. Op initiatief van één onzer leden besloten wij verder Indische doeken, gekleurd of wit katoen, e. d. in te zamelen, om daarmee zoo spoedig mogelijk directe hulp te kunnen verleenen. Wij roepen nu alle zendingscommissies op, een dergelijke actie te willen voeren in haar gemeenten en de verzamelde goederen in te zenden aan onze secretarese: Mevrouw van der Kam, Berglustlaan 21b, Rotterdam N. Doet het om Christus' wil.

2j6ndingscommissie der Gereformeerde Kerk van Schi^roek-Hillegersberg C.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen